direct naar inhoud van 5.2 Regelgeving
Plan: Oosterdok oost (NEMO-pier)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01

5.2 Regelgeving

In de Monumentenwet 1988 is geregeld hoe monumenten aangewezen kunnen worden als beschermd monument. De wet heeft niet alleen betrekking op gebouwen en objecten, maar ook op stads- en dorpsgezichten, op archeologische monumenten boven en onder water en op het uitvoeren van archeologisch onderzoek.

De Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), vastgesteld in december 2006, is eigenlijk een wet tot wijziging van de Monumentenwet 1988. Het heeft gezorgd voor de implementatie van het verdrag van Valetta. in 1992 heeft Nederland dit Europese verdrag getekend ter bevordering van de bescherming van het archeologisch erfgoed.

Op 31 mei 2011 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel modernisering monumentenzorg (MoMo), waarbij de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wijzigen. Met dit wetsvoorstel verandert het volgende:

  • per 1 januari 2012 komt de grens van vijftig jaar voor het aanwijzen van monumenten te vervallen;
  • ook de mogelijkheid voor belanghebbenden om aanwijzingsverzoeken te doen vervalt per 1 januari 2012;
  • de procedure voor het wijzigen van rijksmonumenten zal vereenvoudigen;
  • er komt een subsidieregeling voor het bevorderen van herbestemming. Deze regeling geeft een recht op subsidie voor het wind- en waterdicht houden van monumenten en voor haalbaarheidsstudies naar herbestemming.

Het nieuwe vergunningsvrije regime wordt opgenomen Bor (Besluit omgevingsrecht) en Besluit ruimtelijke ordening (Bro):

  • gewoon onderhoud waarbij het uiterlijk van het monument niet wijzigt wordt vergunningsvrij. Verder worden inpandige wijzigingen en wijzigingen aan onderdelen zonder monumentale waarde ook vergunningsvrij.
  • Het Bor wordt ook aangepast voor beschermde stads- en dorpsgezichten. Bepaalde bouwactiviteiten in rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten aan achtergevels of op achtererven van niet-beschermde panden worden vergunningsvrij, mits deze gevels of erven niet naar het openbaar toegankelijke gebied gekeerd zijn. Momenteel is niets vergunningsvrij, ook niet bij niet-beschermde panden.
  • Gedeputeerde Staten adviseren – buiten de bebouwde kom – alleen nog over plannen waarover het rijk ook adviseert: sloop, herbestemming, reconstructie en ingrijpende wijzigingen.

Daarnaast leidt de MoMo leidt op 1 januari 2012 tot een wijziging van artikel 3.6.1, eerste lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. In de toelichting van een bestemmingsplan moet dan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Het bestemmingsplan 'Oosterdok oost (NEMO-pier)' voldoet hieraan.

Het Archeologiebeleid Amsterdam is reeds in hoofdstuk 3 aan bod gekomen en kortheidshalve wordt voor de beschrijving verwezen naar paragraaf 3.5.2.