Plan: | Oosterdok oost (NEMO-pier) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01 |
Amsterdam begon aan de rivier de Amstel, die ontstaan is als een natuurlijke waterloop voor de afwatering van het uitgestrekte veenlandschap. Deze veenstroom was rond het jaar 1000 tot circa 11,5 meter onder NAP diepte uitgesleten en had een brede waterloop tussen de oevers, variërend van 135 meter bij het huidige Rokin tot 170 meter bij de monding aan het IJ.
![]() |
![]() historische kaart van Gerret de Broen (1774) ter plaatse van het plangebied |
||
stadsplattegrond uit 1560 - plangebied (in paars) ligt in het IJ | het noorden is onder waarbij goed te zijn (1) de Nieuwe Oude Waal, (2) de Brau (ook wel Breeuw)/Timmerwaal, (3) 's Lands Dok afgesloten in het noordoosten en (4) de palenrij De Laag. |
De kustlijn waaraan de haven zich zou gaan ontwikkelen, ontstond in de 2de helft van de 12de eeuw. De stormvloeden van achtereenvolgens 1164, 1170 en 1175 maakten het IJ groter en breder door afkalving van de noordelijke en zuidelijke IJ-oevers. Mogelijk is toen pas het water van het Oosterdok ontstaan en was daarvóór de zuidelijke IJ-oever noordelijker gelegen, ongeveer daar waar later in de 19de eeuw weer land is aangeplempt.
Het IJ was een belangrijke vaarroute. Door de ligging aan het IJ ontwikkelde Amsterdam zich tot een knooppunt van handelswegen en kon de stad, vanaf de middeleeuwen maar met name vanaf het einde van de 16de eeuw, uitgroeien tot een maritieme metropool. In 1655 is het complex van het Marine Etablissement Amsterdam met het gebouw van 's Lands Zeemagazijn opgericht.
Om de waterhuishouding te verbeteren besloot het stadsbestuur in 1828 tot de aanleg van dijken met sluizen langs de IJ-oever. Door de aanleg van de Oosterdoksdam in 1832 ontstond het Oosterdok. Hierdoor werd dit deel afgescheiden van het IJ dat toen nog in open verbinding stond met de Zuiderzee. Door de dam kende deze omsloten watervlakte het “Oosterdok” geen eb- en vloedverschillen meer. Aan de westkant van de stad ontstond op soortgelijke wijze het “Westerdok”.
Ondanks deze ingrepen zette de verlanding van de haven zich voort. In 1869 werd daarom besloten om het havenfront af te sluiten. Tussen 1872 en 1877 zijn drie eilanden aangelegd, waaronder het Oosterdokseiland en een spoordijk voor het nieuw te bouwen Centraal Station in het IJ, waarbij de paalwerken van de Laag en waarschijnlijk de paalwerken van de Waal werden verwijderd.
![]() |
![]() |
||
's Lands Zeemagazijn vanaf IJ-gracht - Prins Hendrikkade - circa 1835-1850 | stoomheistellingen bij begin bouw Centraal Station - augustus 1881 |
In de loop van de 19de eeuw veranderde de inrichting van het werfterrein op Kattenburg ingrijpend. Om meer ruimte te creëren voor de technische voorzieningen die de modernisering van de scheepsbouw met zich meebracht, werd steeds meer open water voor de werf opgeofferd. Met de aanleg van de IJtunnel in 1962-1968 werd ook het toen nog open Marinedok bijna in zijn geheel met zand dichtgestort en ontstond het huidige marineterrein.
![]() |
![]() |
||||
luchtfoto bouw IJtunnel - oktober 1965 | opgang IJtunnel - anno 2011 |
In 1984 meerde een aantal historische/museale schepen af aan de oostkade van de IJtunnel. Het begin van de “Vereniging Museumhaven Amsterdam” (VMA) op het Oosterdok. Op de fundamenten van de IJtunnel is in 1995 het science center NEMO opgericht. Als laatst gebouwd is het “Architectuur
Centrum Amsterdam” (ARCAM) dat sinds 2003 een plek in het gebied heeft.
Bij besluit nr. U99/583, d.d. 29 januari 1999 is de binnenstad aangewezen als beschermd stadsgezicht. het aanwijzingsbesluit is onherroepelijk geworden op 24 januari 2003. Het gehele plangebied ligt binnen het gebied dat aangewezen is als beschermd stadsgezicht. De gevolgen van deze aanwijzing voor de regels van dit bestemmingsplan worden uitgelegd in hoofdstuk 5.
![]() |
![]() |
||||
begrenzing beschermd stadsgezicht | Werelderfgoed grachtengordel - kernzone (blauw) en bufferzone (geel) |
Op 31 juli 2010 is de Amsterdamse grachtengordel op de lijst van Werelderfgoed geplaatst. Hiermee wordt bijgedragen aan het versterken van het bewustzijn, het begrip en de waardering van de wereldgemeenschap voor dit waardevolle culturele en architectonische erfgoed. Met dit erfgoed moet zorgvuldig worden omgegaan.
De 17de eeuwse grachtengordel vormt het kerngebied (de 'property') van het gebied dat is aangewezen als Werelderfgoed. De bouwblokken tussen de Amstel, Nieuwe Herengracht, Plantage Muidergracht en Nieuwe Prinsengracht behoren tot deze kernzone. De overige delen van de historische binnenstad binnen de Singelgracht vormen de voor een Werelderfgoed vereiste aan te wijzen bufferzone. De begrenzing van de bufferzone komt overeen met de grenzen van het beschermd stadsgezicht. Het gehele plangebied ligt binnen het gebied dat aangewezen is als bufferzone.
Het gevolg van de plaatsing is dat de gemeente de 'outstanding universal values' van het kerngebied beschermt. Het beschermen van deze waarden betekent behoud van de historische uniciteit van de grachtengordel als stedenbouwkundig en cultuurhistorisch complex. Dit vereist zorgvuldige toetsing om aantasting van de 'outstanding universal values' te voorkomen. De huidige instrumenten hiervoor zijn de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht en de daarmee samenhangende beschermende bestemmingsplannen. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan.
Binnen het plangebied bevindt zich één rijksmonument, namelijk 's Lands Zeemagazijn aan het Kattenburgerplein, ook Admiraliteits Magazijn genoemd. Dit gebouw werd in 1656 te Amsterdam opgetrokken onder leiding van stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. De eerste steenlegging geschiedde op 28 september 1655. Het gebouw is nu in gebruik als Nederlands Scheepvaartmuseum.
Het magazijn was het belangrijkste gebouw van de Admiraliteit van Amsterdam. De Republiek had vijf Admiraliteitscolleges die zorgden voor bescherming op zee van de koopvaardijvloot en het grondgebied van de Republiek. De oorlogsvloot diende hiertoe te worden uitgerust, bevoorraad en onderhouden. De goederen die hiervoor nodig waren, werden in het magazijn opgeslagen, zoals scheepsbenodigdheden en wapens. 's Lands Zeemagazijn is het grootste nog bestaande pakhuis uit de 17de eeuw.
Het plangebied wordt in ruimtelijk opzicht als het ware gedomineerd door het water en de verbinding van het water met het land door middel van de kades. In het navolgende wordt ingegaan op deze structuurbepalende elementen in het plangebied.
Het water is de overgang tussen de kleinschalige bebouwing van de binnenstad en de grootschalige nieuwbouw van het Oosterdokseiland. Het gebied is vanuit de geschiedenis onlosmakelijk aan het water verbonden. Dit is de kracht van het gebied. Vanaf de kades kan goed teruggekeken worden op het historische centrum van Amsterdam. Het is dan ook van groot belang om het zicht op en over het water te waarborgen. Er moet voor gewaakt worden dat de ruimten langs de kades niet dichtslibben met allerlei steigers en boten.
De openbare ruimte van het gebied wordt gevormd door de kades die overal verhard en openbaar toegankelijk zijn. Binnen en buiten het gebied ligt het maaiveld op verschillende niveaus. Om de kades voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer vanaf de Prins Hendrikkade toegankelijk te maken worden beide zijden van de pier ontsloten met een hellingbaan. Voetgangers kunnen via de trappartijen de niveauverschillen overbruggen. Door het hoogteverschil op de kop van de pier is het niet mogelijk voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer en fietsers om hieromheen te rijden. Aan de zuidkant van het plangebied (westzijde NEMO-pier) bevinden zich (openbare) parkeerplaatsen waarvoor betaald moet worden.