direct naar inhoud van 18.1 Concept ontwerpbestemmingsplan
Plan: Oosterdok oost (NEMO-pier)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01

18.1 Concept ontwerpbestemmingsplan

18.1.1 Overleg met instanties (artikel 3.1.1 Bro-overleg)

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan in juli 2011 verzonden aan:

  • 1. VROM-inspectie / Ministerie van Infrastructuur & Milieu, directie uitvoering;
  • 2. Ministerie van Defensie;
  • 3. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie;
  • 4. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;
  • 5. Provincie Noord-Holland;
  • 6. Brandweer Amsterdam-Amstelland;
  • 7. Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Centrum;
  • 8. Waternet / Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht;
  • 9. Kamer van Koophandel Amsterdam;
  • 10. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV), gemeente Amsterdam.


Van de instanties genoemd onder de nummers 1, 7, 8 en 10 is een schriftelijke reactie ontvangen. De ontvangen reacties zijn in de navolgende paragraaf samengevat. Dit betekent overigens niet dat die onderdelen van de reacties, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De reacties zijn in hun geheel beoordeeld. Per reactie is aangegeven of en in welke mate deze aanleiding geven tot aanpassing van het bestemmingsplan.

18.1.1.1 Waternet
  • 1. De inspreker verzoekt expliciet bij de afbeelding in paragraaf 2.3.1 te vermelden dat deze slechts een beschrijving van de huidige situatie geeft waar geen rechten aan ontleend kunnen worden.

Gemeentelijke reactie
Bindende onderdelen van het bestemmingsplan zijn de regels en de verbeelding. De toelichting geeft een beschrijving en uitleg bij de regels en verbeelding. Dit is ook verwoord in paragraaf 16.1. Hoewel niet noodzakelijk kunnen wij toch instemmen met het verzoek van de inspreker aangezien het in algemene zin van belang is dat hieromtrent geen enkele onduidelijkheid kan of mag ontstaan. Het onderschrift zal dan ook worden aangepast als ook verwijzen naar een eindnoot waarin wordt opgenomen dat aan de afbeelding geen rechten kunnen worden ontleend.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. In paragraaf 2.3.2.1.3 is terecht aangegeven dat de steiger voor de Amphicoach geen aanlegsteiger is. De inspreker doet het verzoek om deze paragraaf om die reden niet op te nemen onder de paragraaf 2.3.2, maar in een aparte paragraaf te benoemen. Daarnaast leidt de tweede zin van de tweede alinea van paragraaf 2.3.2.1.3 tot verwarring. De woorden 'als ook' kunnen op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Om onduidelijkheid te voorkomen adviseert inspreker om het tweede deel van deze zin (vanaf het woord 'als') weg te laten.

Gemeentelijke reactie
Voor wat betreft het eerste verzoek van de inspreker zullen wij de naamgeving van paragraaf 2.3.2 aanpassen naar 'Aanlegsteigers en steigers'. Aan het tweede deel van het verzoek kan geheel tegemoet worden gekomen.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. In paragraaf 2.3.2.2.1 is de 'nulsteiger' opgenomen als ook verwerkt op de verbeelding. Deze steiger is momenteel niet aanwezig en niet vergund. Waternet heeft de nodige bedenkingen bij een definitieve steiger op deze locatie. Het is waarschijnlijk dat hiervoor geen vergunning verleend kan worden. Waternet stemt daarom niet in met het opnemen van de 'nulsteiger' in het bestemmingsplan. Waternet doet het verzoek om deze steiger uit het bestemmingsplan en dus de verbeelding te halen en de toelichting in paragraaf 2.3.2.2.1 aan te passen.

Gemeentelijke reactie
Ten aanzien van het opnemen van de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan kan het volgende worden opgemerkt. Ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan waren er uiteenlopende meningen over de 'nulsteiger' als zodanig. Daarom is ervoor gekozen om de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan op te nemen om zodoende van betrokkenen een formeel standpunt te vernemen ten aanzien van deze steiger. Mede op basis van deze reacties zullen wij ambtshalve een nadere afweging maken en een besluit nemen ten aanzien van het handhaven dan wel verwijderen van deze steiger in het ontwerpbestemmingsplan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 4. De inspreker doet verzoeken tot aanpassingen al dan niet van redactionele aard ten aanzien van paragraaf 15.2 en 15.3.

Gemeentelijke reactie
De verzoeken van inspreker worden in zijn geheel gehonoreerd en de toelichting zal hierop worden aangepast.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. De inspreker doet het verzoek om paragraaf 16.2.2 te wijzigen ten aanzien van sub b en c samen te voegen met een correcte vermelding van de vergunde ligplaatsen.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek wordt gehonoreerd.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. De inspreker doet het verzoek om de definities van de begrippen zoals opgenomen onder 1.86, 1.87 en 1.88 over te nemen uit de Verordening. Daarnaast doet de inspreker het verzoek om het begrip onder 1.68 te verwijderen en een definitie ten aanzien van 'woonvaartuig' toe te voegen.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek wordt gehonoreerd.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 7. De inspreker verzoekt om de bestemmingsomschrijving van artikel 8.1 sub c te wijzigen in een ligplaats voor een zonneboot.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek wordt gehonoreerd.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.1.2 VROM-inspectie / Ministerie van Infrastructuur & Milieu

Het concept ontwerpbestemmingsplan 'Oosterdok oost (NEMO-pier)' geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1).

Gemeentelijke reactie
Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.1.3 DIVV

Het concept ontwerpbestemmingsplan geeft DIVV, afdeling KunstWerken, geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Gemeentelijke reactie
Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.1.4 Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum
  • 1. De inspreker verzoekt om de archeologische waarden te nummeren conform de beleidszones zoals deze door BMA worden gehanteerd.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek wordt niet gehonoreerd aangezien wij van mening zijn dat door deze handelwijze er juist onduidelijkheid wordt gecreëerd aangezien door de voorgestelde werkwijze een numeriek verschil ontstaat tussen de 2 opgenomen archeologische waarden wat voor leken tot verwarring kan leiden. Daarnaast wordt het belang van het opnemen van deze waarden in het bestemmingsplan niet geschaad door het hanteren van een andere nummering ten opzichte van het stadsdeel.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. De inspreker doet het verzoek om de horeca-categorieën zoals opgenomen in de begrippen te nummeren met Arabische cijfers in plaats van Romeinse cijfers en alleen horeca 6 op te nemen aangezien de andere horeca-categorieën niet voorkomen in het plangebied.

Gemeentelijke reactie
Het eerste deel van het verzoek van de inspreker kan gehonoreerd worden echter het tweede gedeelte van het verzoek niet aangezien wij van mening zijn dat voor een goed begrip van de gehanteerde indeling naar horeca-categorieën de opname van alle horeca-categorieën duidelijk is.
Deze reactie geeft gedeeltelijk aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. De inspreker verzoekt om de in het plan voorkomende functieaanduidingen 'specifieke vorm van water' te nummeren hetgeen volgens inspreker conform de SVBP 2008 is.

Gemeentelijke reactie
Aan het verzoek van de inspreker zal niet worden voldaan omdat het plan voldoet aan de SVBP 2008 aangezien een aanduiding c.q. bestemming wanneer deze slechts één keer voorkomt zonder nummer kan worden opgenomen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

 

  • 4. De inspreker verzoekt om de zinsnede 'ten behoeve van enige vorm van horeca danwel hotelfunctie uitgesloten' te wijzigen in 'ten behoeve van enige vorm van horeca' aangezien hiermee het gebruik als hotelfunctie reeds is uitgesloten.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek van de inspreker wordt gehonoreerd.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. De inspreker geeft aan dat de regels strekkende tot bescherming van de archeologische waarden dienen te worden aangevuld aangezien het maaiveld niet van toepassing is op het water en het meten ten aanzien van NAP meestal ook voor de bebouwde omgeving geldt. Om te bepalen wanneer archeologische waarden in het geding zijn, hanteert BMA de diepte ten opzichte van de waterlijn als aangegeven op de zogenaamde baggerdiepten-kaart van Waternet. De inspreker adviseert in de regels voor wat betreft de diepte aan te geven tot welke geen vergunning nodig is, de baggerdiepten-kaart als bijlage bij de regels op te nemen en in de regels naar deze kaart te verwijzen en ten slotte een definitie in de begripsbepalingen op te nemen van het begrip 'waterlijn'.

Gemeentelijke reactie
Naar aanleiding van deze reactie is contact opgenomen met BMA die het archeologisch bureau onderzoek voor dit bestemmingsplan heeft opgesteld. BMA geeft aan dat voor het concept ontwerpbestemmingsplan 'Water' van stadsdeel Centrum inderdaad is verwezen naar de baggerdiepten zoals opgenomen op de baggerdiepten-kaart van Waternet. Op deze kaart staan echter geen gegevens voor dit plangebied. Voor dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van 2.500 m² en dieper dan - 5 NAP voor de waterbodem. Dit is gebaseerd op eerder onderzoek in soortelijke bodems, namelijk in het kader van de Noord/Zuidlijn. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat archeologische lagen tot - 11 NAP reiken. Uit historische gegevens is bekend dat dit deel van het voormalige IJ, verdiept is tot - 5 NAP. Archeologische resten komen dus voor tussen - 5 en - 11 NAP. Dit zijn nauwkeurigere maten dan op de baggerdiepten-kaart staat aangegeven. Het verschil tussen het concept ontwerpbestemmingsplan 'Water' van stadsdeel Centrum lijkt dus op het eerste gezicht inconsequent, maar komt voort uit maatwerk.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. De inspreker verzoekt in de legenda de aanduidingen voor aantallen op te nemen.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek van de inspreker wordt gehonoreerd.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2 Maatschappelijk overleg

Naast het toezenden van het concept ontwerpbestemmingsplan naar de formele overlegpartners is het concept ontwerpbestemmingsplan in het kader van het maatschappelijk overleg ook verzonden aan:

  • 1. ARCAM;
  • 2. NEMO;
  • 3. Nederlands Scheepvaartmuseum;
  • 4. Stichting Beheer Oosterdok;
  • 5. Vereniging Museumhaven Amsterdam / Stichting Museumhaven Amsterdam;
  • 6. Marine Etablissement Amsterdam;
  • 7. Charterhaven Oosterdok BV;
  • 8. Motor Chartervaart Amsterdam;
  • 9. Vereniging Beroep Chartervaart;
  • 10. Rederij Lovers;
  • 11. Nationale Vereniging De Zonnebloem;
  • 12. Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad;
  • 13. Werkschip 'Addio;
  • 14. Woonboot 'Vios';
  • 15. Woonboot 'Deborah';
  • 16. Woonboot 'Hoop op Welvaart';
  • 17. Werkschip 'Vereeniging'.


Een schriftelijke reactie is ontvangen van diegenen onder de nummers 2, 3, 5, 9, 11, 13, 15, 16 en 17. De ontvangen reacties zijn in de navolgende paragraaf samengevat. Dit betekent overigens niet dat die onderdelen van de reacties, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De reacties zijn in hun geheel beoordeeld. Per reactie is aangegeven of en in welke mate deze aanleiding geven tot aanpassing van het bestemmingsplan.

18.1.2.1 BBZ, Vereniging voor Beroepschartervaart
  • 1. De inspreker heeft met de gemeente contact gehad over de kwalificatie 'tijdelijk' waarbij aan de inspreker is uitgelegd dat met 'tijdelijk' het verschil ten opzichte van de woonschepen wordt aangegeven aangezien deze permanent aanwezig zijn in tegenstelling tot de charterschepen. De inspreker doet het verzoek om deze overweging extra te benadrukken in het plan, bijvoorbeeld in paragraaf 2.3.3.2 en op pagina 81. Volgens inspreker is het namelijk zo dat de schepen ook buiten de weekenden gebruik maken van de ligplaatsen en gedurende het winterseizoen nauwelijks van hun plaats komen.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek van de inspreker wordt gehonoreerd en de toelichting zal conform het verzoek van de inspreker worden aangepast.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. Inspreker geeft gemeente mee dat de chartervaart ook onder de binnenvaart valt, een term waarmee in de regel de gehele beroepsmatige vloot wordt aangeduid.

Gemeentelijke reactie
Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.2 Woonboot 'Hoop op Welvaart' & werkschip 'Vereeniging'
  • 1. Inspreker geeft aan dat in de toelichting is opgenomen dat geen rechten kunnen worden ontleend aan/kunnen ontstaan uit de ligplaats van de inspreker terwijl inspreker wel beschikt over een ligplaatsvergunning. Inspreker vindt deze zin verwarrend en verzoekt aan te geven over welke rechten inspreker beschikt op basis van de verleende ligplaatsvergunning.

Gemeentelijke reactie
Door deze reactie realiseren wij ons dat de toelichting hieromtrent onduidelijk is hetgeen niet onze bedoeling was. De aangehaalde passage is enkel bedoeld voor de ligplaatsen die in gebruik zijn van museale schepen en dus niet ten aanzien van de woonschepen/werkschepen die in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning en binnenvaart/charterschepen met een ligplaatsenvergunning. Hiervoor geldt dat indien door wat voor reden dan ook deze van gemeentewege weggehaald dan wel verplaatst moeten worden, de gemeente een zo gelijkwaardig mogelijke ligplaats dient aan te bieden elders in de stad. Het bestemmingsplan zal worden aangepast zodat hieromtrent geen onduidelijkheid meer kan bestaan.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. De inspreker merkt op dat in artikel 9.4 onder sub f en g wordt gesproken over ligplaatsen aan "de bestaande steigers". Dit leidt in combinatie met het feit dat op de plankaart geen steigers aangeduid staan tot onzekerheid over de mogelijkheid om de bijna 60 jaar oude in zeer slechte toestand verkerende bestaande steigers te vernieuwen. Inspreker ziet graag expliciet bevestigd dat het bestemmingsplan de vervanging van deze "bestaande steigers" met steigers van hetzelfde formaat niet in de weg zal komen te staan.

Gemeentelijke reactie
Het is juist dat de steigers aan de zuidkant ter plaatse van de westzijde van de NEMO-pier niet zijn ingetekend op de verbeelding. De reden hiervoor is zuiver van pragmatische aard aangezien het intekenen van de ligplaatsen en steigers naar onze mening priegelwerk zou betekenen wat de leesbaarheid niet ten goede zou komen. Daarom is gekozen om de (bestaande) steigers in de regels te vermelden (artikel 9.4). Daarmee zijn deze (bestaande) steigers niet illegaal en kunnen deze vervangen worden onder voorbehoud dat deze voldoen aan alle overige door de wet gestelde eisen in geval van vergunningsplichtige bouwwerken.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. De inspreker merkt op dat paragraaf 16.2.2 onduidelijk is ten aanzien van de vergunningen voor de woonboten en bedrijfsvaartuigen/werkschepen. Inspreker ziet graag expliciet bevestigd dat het gaat om drie vergunde ligplaatsen ten aanzien van woonschepen waaronder de 'Hoop op Welvaart' en twee ligplaatsen voor werkschepen, te weten 'Vereeniging' en het werkvlot.

Gemeentelijke reactie
Dit verzoek wordt gehonoreerd, de toelichting zal hierop worden aangepast.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 4. In paragraaf 2.3.2.2.1 wordt pier 3 aangemerkt als zijnde toegankelijk voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer ten behoeve van onder meer bevoorrading. De inspreker geeft aan dat pier 3 nooit ontworpen is voor laden en lossen. De hoogteverschillen in het gelaagde eindplatform worden opgelost met trappen. Dit betekent dat het eindplatform zeer slecht bereikbaar is voor voertuigen met wielen en daardoor ongeschikt is als laad- en losplatform. De laatste jaren is de toestand van de planken en de draagbalken van de pier echter zo achteruit gegaan dat er planken onder het gewicht van bezoekers gebroken zijn. Momenteel is de steiger dan ook absoluut onbruikbaar als laad- en losplatform.

Gemeentelijke reactie
De toelichting zal op dit punt worden aangepast.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. In paragraaf 2.3.3.2 onder c wordt gesproken over een tweetal vergunde werkschepen genaamd 'Vereeniging'. De naam 'Vereeniging' betreft echter slechts één van de werkschepen. Het andere werkschip betreft een ongenaamd werkvlot.

Gemeentelijke reactie
In de toelichting zal melding worden gemaakt van het ongenaamde werkvlot.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. Tot slot geeft de inspreker aan dat op pagina 24 bij het onderschrift van de afbeelding van de J.J. van der Veldebrug haar officieuze naam Langedoksbrug staat vermeld. De inspreker doet het verzoek om de officiële naam op te nemen in het bestemmingsplan.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek kan worden gehonoreerd en het onderschrift zal worden aangepast door toevoeging van de officiële (brug)naam.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.3 Woonboot 'Deborah'
  • 1. In de toelichting is opgenomen dat geen rechten kunnen worden ontleend aan/kunnen ontstaan uit de ligplaats van de inspreker terwijl inspreker wel beschikt over een ligplaatsvergunning. Inspreker verzoekt uit te leggen wat dit precies betekent mede in relatie tot de door de gemeente verstrekte ligplaatsvergunning?

Gemeentelijke reactie
Door deze reactie realiseren wij ons dat de toelichting hieromtrent onduidelijk is hetgeen niet onze bedoeling was. De aangehaalde passage is enkel bedoeld voor de ligplaatsen die in gebruik zijn van museale schepen en dus niet ten aanzien van de woonschepen/werkschepen die in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning en binnenvaart/charterschepen met een ligplaatsenvergunning. Hiervoor geldt dat indien door wat voor reden dan ook deze van gemeentewege weggehaald dan wel verplaatst moeten worden, de gemeente een zo gelijkwaardig mogelijke ligplaats dient aan te bieden elders in de stad. Het bestemmingsplan zal worden aangepast zodat hieromtrent geen onduidelijkheid meer kan bestaan.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. De steigers waar de woonboot aan ligt zijn niet ingetekend op de verbeelding. Deze zijn in slechte staat en willen graag weten wat dit ontbreken betekent.

Gemeentelijke reactie
Het is juist dat de steigers aan de zuidkant ter plaatse van de westzijde van de NEMO-pier niet zijn ingetekend op de verbeelding. De reden hiervoor is zuiver van pragmatische aard aangezien het intekenen van de ligplaatsen en steigers naar onze mening priegelwerk zou betekenen wat de leesbaarheid niet ten goede zou komen. Daarom is gekozen om de (bestaande) steigers in de regels te vermelden (artikel 9.4). Daarmee zijn deze (bestaande) steigers niet illegaal en kunnen deze vervangen worden onder voorbehoud dat deze voldoen aan alle overige door de wet gestelde eisen in geval van vergunningsplichtige bouwwerken.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.4 Werkschip ´Addio´
  • 1. In het concept ontwerpbestemmingsplan van 14 juli 2011 staat geschreven over de ´Addio´ "Het schip kan op deze locatie niet blijven liggen." Dit is een foutieve conclusie. Wethouder Van Poelgeest schrijft mij eerder dan 14 juli 2011, namelijk in een brief van 12 juli 2011, dat hij het voor de ´Addio´ mogelijk wil maken de huidige ligplaats te behouden. In dat geval kan het schip Addio op deze locatie 'wel' blijven liggen. De ´Addio´ maakt dus bezwaar tegen de foutieve conclusie in het concept ontwerpbestemmingsplan Oosterdok oost (NEMO-pier) en zou dat graag aangepast zien.

Gemeentelijke reactie
Ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan was de locatie waar de 'Addio' lag niet legaal en heeft Waternet via een vooraanschrijving aan de inspreker kenbaar gemaakt dat de 'Addio' verwijderd moet worden van deze locatie. Dat was de reden om de ligplaats niet op te nemen in het concept ontwerpbestemmingsplan. Wethouder Van Poelgeest zet zich in om de kwestie rondom de 'Addio' op te lossen. Daarom heeft de wethouder ingestemd met het vrijgeven van het concept ontwerpbestemmingsplan voor overleg. De intentie van de wethouder om deze kwestie op te lossen is ook verwoord in het concept ontwerpbestemmingsplan, waarbij is aangegeven dat de oplossing in een volgende planfase van dit bestemmingsplan wordt opgenomen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. Ook de dus voorbarige conclusie dat het schip op deze locatie slechts 'tijdelijk' zou liggen, zou ik graag gecorrigeerd zien in het ontwerpbestemmingsplan.

Gemeentelijke reactie
Aangezien ten tijde van het opstellen van en de besluitvorming rondom het concept ontwerpbestemmingsplan geen oplossing voorhanden was, kon er ook geen sprake zijn van een definitieve ligplaats. Daarom kan dan ook niet anders in het concept ontwerpbestemmingsplan worden gesproken over een tijdelijke ligplaats op dat moment.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Afhankelijk van de nog nader afweging kan dit nog leiden tot een (ambtshalve) aanpassing in het komende ontwerpbestemmingsplan.

  • 3. 'Voor dit moment wordt de ligplaats van de Addio in het plangebied niet opgenomen.', wordt in het concept van 14 juli 2011 geschreven. Graag zou ik dat, mede gezien bovenstaande gegevens, gewijzigd zien op de volgende wijze:
    "Totdat eventueel definitief vast zou komen te staan dat het voorstel van de wethouder om de huidige ligplaats voor de ´Addio´ te behouden niet uitvoerbaar is, vanwege bezwaren van NEMO en Scheepvaartmuseum, verenigd in Stichting Beheer Oosterdok, die de Addio hier elfeneenhalf jaar geleden, tegen gemeentelijk besluit in, in samenwerking met BBA/Waternet zelf hebben neergelegd, wordt voorlopig de ligplaats van de Addio voor die Addio in het plangebied opgenomen. Dit is mede zo ingegeven, omdat hetzelfde NEMO en Scheepvaartmuseum, verenigd in Stichting Beheer Oosterdok, dezelfde ligplaats in het verleden op illegale wijze, in samenwerking met BBA/Waternet, hebben ontfutseld aan de voorganger van de ´Addio´. Er hoort, wettelijk gezien, dus een schip te liggen op deze ligplaats."

Gemeentelijke reactie
Zoals al in het concept ontwerpbestemmingsplan is aangegeven wordt de oplossing in een volgende planfase van dit bestemmingsplan opgenomen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.5 Nationale vereniging de Zonnebloem
  • 1. De inspreker geeft aan dat het belang is gelegen in de aanlegsteiger voor de rondvaartboot. Aangezien de beschikbaarheid en toegankelijkheid van deze steiger voor de inspreker van groot belang is en blijft, kan de inspreker instemmen met het concept ontwerpbestemmingsplan mits de toegankelijkheid voor bussen en rolstoelgebruikers van de steiger gedurende de planperiode gegarandeerd wordt.

Gemeentelijke reactie
De steiger is opgenomen in het bestemmingsplan als ook de aansluiting/aanlanding van de steiger op de wal. Overigens zijn bij zowel stadsdeel Centrum als de Centrale Stad geen eerdere klachten van u bekend omtrent slechte toegankelijkheid of geen beschikbaarheid. Ook zijn bij zowel stadsdeel Centrum als de Centrale Stad geen concrete plannen omtrent het aanpassen/wijzigen van de voorzieningen ter plaatse van u bekend. Ter plaatse van de aanlanding van de steiger op de wal rust op deze gronden de bestemming 'Verkeer' en deze laat diverse voorzieningen toe. Wij willen de inspreker meegeven dat wanneer de inspreker concrete plannen heeft voor aanpassen/wijzigen van voorzieningen ter plaatse, een traject door de inspreker en/of beheerder van het gebied moet worden opgezet met al dan niet het doorlopen van de benodigde procedures.
Voor de goede orde vermelden wij dat de levensduur van een bestemmingsplan beperkt is, namelijk 10 jaar. Tevens legt dit bestemmingsplan een situatie vast maar absolute zekerheid of garanties zoals inspreker wenst kunnen niet worden gegeven. Een bestemmingsplan dwingt niets af maar staat toe.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.6 Science Center NEMO
  • 1. Alvorens inhoudelijk in te gaan op de aspecten in het concept ontwerpbestemmingsplan merkt inspreker in algemene zin graag het volgende op. De inspreker stelt vast dat het voorliggende bestemmingsplan een conserverend bestemmingsplan betreft wat de bestaande situatie vastlegt en positief bestemt wat vergund is. De inspreker ervaart het als uitermate teleurstellend dat in het concept ontwerpbestemmingsplan weinig terug te vinden is van het door ons in een schrijven van d.d. 9 maart 2010 opgegeven overzicht van huidige, maar met name toekomstig gewenste vergunningen in en rond NEMO. Tot indiening van dit overzicht was de inspreker uitdrukkelijk uitgenodigd tijdens een overleg op 18 februari 2010, vanuit de gedachte om een aantal specifieke NEMO-zaken reeds mee te nemen in het voortraject voor het opstellen van het bestemmingsplan. Het zal de gemeente bekend zijn dat het NEMO gebouw door de gemeente op deze locatie geplaatst is, dat de gemeente niet de eigenaar is maar dat de private stichting NCWT geheel verantwoordelijk is voor beheer, onderhoud en exploitatie van ons inmiddels in en voor de stad beeldbepalende gebouw. In die zin vindt de inspreker het teleurstellend te moeten constateren dat de gemeente de medewerking zoekt in de oplossing van een aantal historische elementen in dit gebied, doch geen enkel oog lijkt te hebben voor het belang van een gezonde exploitatie voor onze organisatie.

Gemeentelijke reactie
De veronderstelling van de inspreker dat het voorliggende bestemmingsplan een conserverend bestemmingsplan is, is juist. Dit uitgangspunt is in stakeholdersoverleggen diverse keren naar voren gebracht waarbij aan de stakeholders is aangegeven dat initiatieven van de stakeholders enkel en alleen worden meegenomen indien hetzij bij geringe ruimtelijke impact tekeningen worden ingediend die door de stedenbouwkundige kunnen worden beoordeeld hetzij bij ruimtelijke impact door de initiatiefnemers kan worden onderbouwd door middel van rapporten en/of adviezen dat deze inpasbaar zijn. Waarbij in beide scenario's een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden ingediend. Bij de gemeente zijn geen tekeningen en/of aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend waardoor er dus ook geen stedenbouwkundige beoordeling heeft kunnen plaatsvinden en dus al helemaal niet toegekomen kon worden aan opname in het concept ontwerpbestemmingsplan.
Voorts wordt opgemerkt dat de inspreker voorbij gaat aan het gegeven aan de doelstelling van dit plan zoals verwoord in paragraaf 1.3 van de toelichting. Voor de goede orde merken wij op dat de doelstelling voor zover gedoeld wordt op "... en voor het overige de bestaande situatie wordt vastgelegd" gedoeld wordt op de openbare ruimte én voor zover dit geen vergunningsplichtige bouwwerken betreffen. Vergunningsplichtige bouwwerken kunnen in principe enkel en alleen met een omgevingsvergunning legaal zijn en alleen op aanvraag van degene die deze bouwwerken wenst worden vergund door het bevoegde gezag.
Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat dit bestemmingsplan niet moet worden beschouwd als zijnde een 'eindsituatie' maar als een 'beginsituatie' omdat op dit moment geen bestemmingsplan geldt en er een aanhoudingsplicht geldt vanwege het beschermde dorpsgezicht. Daarnaast is de 'levensduur' van een bestemmingsplan ook beperkt, namelijk 10 jaar. Het staat de inspreker vrij om 'los' van dit bestemmingsplantraject gewenste plannen aan te vragen. Deze worden separaat beoordeeld en kunnen, zonodig en indien gewenst met afzonderlijke Wabo-projectbesluiten vergund worden.
Tot slot geven wij de inspreker mee dat het genoemde voorbeeld van een tijdelijke exhibitry vergund kan worden met een 'op maat' gemaakte evenementenvergunning.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. De inspreker kan zich vinden in de bestemming voor NEMO zoals verwoord in artikel 3 van de planregels.

Gemeentelijke reactie
Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. De inspreker verzoekt om de bestaande vlaggenmasten qua bouwhoogte op te nemen in de planregels aangezien de bestaande vlaggenmasten hoger zijn dan zoals opgenomen in de planregels inclusief opgenomen afwijkingsmogelijkheid. De inspreker verzoekt om de hoogte in het bestemmingsplan aan te passen en verwijst hierbij doel van het bestemmingsplan, namelijk dat het een conserverend bestemmingsplan is dat de bestaande situatie vastlegt zoals opgenomen in paragraaf 1.3.

Gemeentelijke reactie
Voor zover de reactie ziet op de interpretatie van de inspreker ten aanzien van het vastleggen van de bestaande situatie, wordt verwezen naar de gemeentelijke reactie onder 1. Daarnaast zijn geen aanvragen om een omgevingsvergunning hieromtrent bij ons bekend die getoetst konden worden en dus niet verwerkt konden worden in het bestemmingsplan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 4. De inspreker voorziet problemen in het bepaalde in artikel 3 ten aanzien van de bouwhoogte van 2 meter voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De inspreker verwijst hierbij naar het al eerder genoemde overzicht zoals vermeld onder reactie 1). De inspreker geeft aan voornemens te zijn een vergunning aan te vragen voor onder andere zonnepanelen en windmolens in het kader van de ontwikkeling van ons energiedak. Deze ontwikkeling is volgens de inspreker nog steeds opportuun waarbij de opgenomen bouwhoogte in het bestemmingsplan niet toereikend is.
    De inspreker geeft aan dat een dergelijke bouwhoogte beperkend werkt in de uitoefening van de exploitatie van NEMO en de optimale dienstverlening naar de bezoekers van NEMO. De inspreker pleit ervoor dat het bestemmingsplan meer ruimte biedt voor ontwikkelingen want het voorliggende bestemmingsplan is een bedreiging voor de programmering en exploitatie van NEMO. Ten aanzien van de voornoemde ontwikkeling verwijst de inspreker naar voorbeelden zoals een tijdelijke of permanente exhibitry op het dak maar ook in het realiseren van een overkapping ter plekke van de entree op maaiveldniveau of een afsluitbaar terras op dek 5 gedurende de wintermaanden.

Gemeentelijke reactie
Deze reactie is met andere woorden een herhaling van de reacties onder 1 en 3. Daarom verwijzen wij kortheidshalve voor de gemeentelijke reactie hieromtrent naar de gemeentelijke reactie zoals deze gegeven is onder 1 en 3 onverkort over.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. De inspreker merkt op dat het specifiek voor NEMO erg belangrijk is dat de zogenaamde 'nulsteiger' positief is bestemd. De inspreker vindt het uitermate jammer dat de door de inspreker ingediende multifunctionele en flexibele steiger ter plekke van de 'nulsteiger', op een veto van Waternet is gestuit. De inspreker hoopt dat de vorm en uitvoering van de 'nulsteiger' in het kader van het ontwerpbestemmingsplan alsnog nader beschouwd kunnen worden en hechten er aan dat de bestemmingsomschrijving in artikel 9.1 voor de aanlegsteigers wordt uitgebreid met tijdelijke ligplaatsen voor schepen met een cultuurhistorische, educatieve en/of toeristische functie.

Gemeentelijke reactie
Ten aanzien van het opnemen van de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan kan het volgende worden opgemerkt. Ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan waren er uiteenlopende meningen over de 'nulsteiger' als zodanig. Daarom is ervoor gekozen om de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan op te nemen om zodoende van betrokkenen een formeel standpunt te vernemen ten aanzien van deze steiger. Mede op basis van deze reacties maken wij ambtshalve een nadere afweging en zullen een besluit nemen ten aanzien van het handhaven dan wel verwijderen van deze steiger in het ontwerpbestemmingsplan.
Voorts merken wij ten aanzien van de ingediende multifunctionele en flexibele steiger ter plaatse van de 'nulsteiger' het volgende op. Aan het Projectbureau hebt u op informele wijze een schetsplan toegestuurd. Door deze weg te volgen kunt u op geen enkele wijze rechten ontlenen aan of verwachten dat er een integrale beoordeling gegeven kan worden. Het schetsplan kon voor zover dat mogelijk was op basis van de door u aangeleverde stukken slechts in zeer marginale zin worden getoetst en vanuit diverse disciplines zijn bedenkingen geuit tegen het schetsplan.
Voor de goede orde geven wij u mee dat een vergunningsplichtig bouwwerk enkel en alleen via een aanvraag om een omgevingsvergunning kan worden ingediend bij de gemeente. Een dergelijke aanvraag is niet bij de gemeente bekend en daarmee dus ook geen formeel besluit van het bevoegd gezag waar u rechtsmiddelen tegen kunt inzetten in geval u het niet eens bent met het genomen besluit.
Ten aanzien van het verzoek om tijdelijke ligplaatsen voor schepen met een cultuurhistorische, educatieve en/of toeristische functie toe te staan, merken wij het volgende op. Het bestemmingsplan legt de bestaande situatie vast. Dit uitgangspunt in ogenschouw nemende als ook dat het bestemmingsplan binnen de bestemming 'Water - 3 (westzijde NEMO-pier)' al tijdelijke ligplaatsen toestaat voor onder meer charterschepen, die zeker toch een toeristisch component vertegenwoordigt, is naar onze mening met dit bestemmingsplan reeds aan u verzoek voldaan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. De inspreker merkt op dat bij de bouw van NEMO door het toenmalige bestuur van de SBO de tijdelijke ligplek voor het historische woonschip de Addio aan de oostzijde van het gebouw is toegekend. Wij hechten eraan als NEMO opnieuw te bevestigen dat we dit als een onwenselijke situatie zien en juichen het dan ook toe dat de 'Addio' niet is opgenomen in het bestemmingsplan. De inspreker wil erop wijzen dat de 'Addio' op de plankaart staat ingetekend. De inspreker vindt dat deze daar afgehaald moet worden.

Gemeentelijke reactie
De voorgeschiedenis ten aanzien van de ligplaats van de 'Addio' is ons bekend. In het verleden is deze ligplaats ten onrechte aangemerkt als zijnde onderdeel van het erfpachtgebied. Dit is echter niet het geval, het betreft openbaar (vaar)water waarbij de gemeente eigenaar is van deze gronden en dus buiten het rechtsgebied van SBO valt. Het standpunt van NEMO inzake de ligplaats van de 'Addio' is bij de gemeente bekend.
Overigens geven wij u mee dat de 'Addio' niet is ingetekend op de verbeelding/plankaart zoals u wel aangeeft. Wat dat betreft is de verbeelding/plankaart in lijn met hetgeen hierover in de toelichting is opgenomen. Te uwer informatie geven wij mee dat voor het maken van de verbeelding gebruik gemaakt is van een digitale ondergrond. Deze is zichtbaar door de lichtgrijze lijnen zoals in de legenda is aangegeven. Echter zolang aan deze lijnen geen betekenis wordt toegekend bijvoorbeeld door aanduidingsvlakken of bouwvlakken dan is enkel de bestemming die erop rust maatgevend. In dit geval is dit de bestemming 'Water - 1' waar ligplaatsen voor woonschepen niet zijn toegestaan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 7. De inspreker vindt de parkeerplekken aan de westzijde van de tunnelpier, als niet passend binnen de in de akte van erfpacht omschreven cultuurhistorische en toeristische bestemming, exploitatie van deze plekken door de gemeente, belemmert ons als erfpachthouder daar mogelijk andere zaken te realiseren.

Gemeentelijke reactie
Het bestemmingsplan (wat een publiekrechtelijk karakter heeft) is niet het geëigende middel om een erfpachtcontract (wat een privaatrechtelijk karakter heeft) te wijzigen. Daarnaast zijn bij zowel stadsdeel Centrum als de Centrale Stad geen eerdere klachten van u bekend omtrent het gebruik van deze gronden ten behoeve van een aantal parkeerplaatsen. Het bestemmingsplan conserveert de bestaande situatie. Bovendien delen wij uw mening niet. Een bestemming (die een functie aangeeft) zoals u aangeeft kan niet los worden gezien van de effecten die een bestemming/functie met zich meebrengt. Eén effect is dat een functie verkeer aantrekt wat betekent dat er in een bepaalde parkeerbehoefte moet worden voorzien en deze strook parkeerplaatsen met ook gehandicaptenparkeerplaatsen voorzien hier onder meer in.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.7 Het Scheepvaartmuseum
  • 1. Bij akte van erfpacht is het gebied rond de NEMO-pier, delen van deze pier, de steigers en de kaden die het gebied omzomen, voorheen ook wel het Nautisch Kwartier genoemd, in gezamenlijke erfpacht uitgegeven aan het Scheepvaartmuseum en NEMO. Ingevolge de akte van erfpacht is het betreffende gebied bestemd voor Cultuurtoeristische activiteiten. Het Scheepvaartmuseum en NEMO hebben de gezamenlijke exploitatie van het erfpachtgebied ondergebracht in de Stichting Beheer Oosterdok. In het concept ontwerpbestemmingsplan wordt de bestemming van cultuurtoeristische activiteiten door middel van het in erfpacht uitgegeven gebied niet vermeld. De inspreker meent dat deze bestaande functie ook expliciet in het bestemmingsplan dient te worden opgenomen.

Gemeentelijke reactie
Het bestemmingsplan is van publiekrechtelijke aard en een erfpachtcontract is van privaatrechtelijke aard en kunnen niet met elkaar vergeleken als ook niet één op één worden overgenomen omdat beide een ander karakter maar ook een ander doel hebben. Daar waar sprake is van overlap waarbij deze ruimtelijk relevant is, is dit vertaald in het bestemmingsplan. Naar onze mening is dit in het concept ontwerpbestemmingsplan voldoende vertaald. De opgenomen bestemmingen maken 'cultuur-toeristische' functies zoals deze nu uitgeoefend worden niet onmogelijk danwel verzetten zich daar niet tegen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. In de slotalinea van paragraaf 2.3.2.1.4 is vermeld: "Wanneer door wat voor reden dan ook in de toekomst de aanlegplaats aan de waterzijde van de steiger voor de amphicoach niet meer gebruikt wordt voor het afmeren van de Amstelboot, dan mag deze ligplaats worden ingenomen door een museaal schip als bedoeld in § 2.3.2.1.1. waardoor het totaal aantal toegestane ligplaatsen in de Museumhaven niet meer dan 22 mag bedragen." Door middel van een overeenkomst met Rederij Lovers is de Stichting Beheer Oosterdok (SBO) rechthebbende op de ligplaatsen die flankerend aan de hellingbaan van de Amphicoach zijn aangelegd. SBO treedt op als verhuurder van de deze ligplaats aan de eigenaar van de Zonneboot, Canal Company. Indien in de toekomst de aanlegplaats niet meer gebruikt wordt voor het afmeren van de Amstelboot, dan wenst SBO deze ligplaats te kunnen gebruiken voor ieder vaartuig dat past binnen de doelstellingen van het gebruik van het erfpachtgebied. SBO wenst de gebruiksmogelijkheden van de ligplaats niet te beperken tot uitsluitend schepen van de museumhaven.

Gemeentelijke reactie
De inspreker geeft in zijn reactie onder 1 aan dat het erfpachtgebied als een doelstelling kent dat het erfpachtgebied voor cultuurtoeristische activiteiten gebruikt dient te worden. Naar onze mening rechtvaardigt het feit dat de afscherming van de 'plonssteiger' door een museaal schip aan de landzijde gebruikt mag worden, waartegen de inspreker geen bezwaar heeft, om de waterzijde van de 'plonssteiger' eveneens een ligplaats voor een museaal schip te laten gebruiken wanneer de stalling van de Zonneboot niet meer als zodanig wordt gebruikt.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. Aan de steiger aan de noordzijde van het Scheepvaartmuseum zal behalve het VOC-schip de Amsterdam ook het historische stoomschip de Christiaan Brunings een vaste ligplaats innemen. Naast deze vaste ligplaatsen zullen bij evenementen ook tijdelijk gastschepen aan de steiger van het Scheepvaartmuseum plaats kunnen innemen. De inspreker doet het verzoek om deze functie in het concept ontwerpbestemmingsplan op te nemen.

Gemeentelijke reactie
Wij geven de inspreker mee dat het concept ontwerpbestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' toe staat dat een schip (permanent) magen aanleggen één en ander conform de afgegeven bouwvergunning. Echter wij wijzen de inspreker erop dat voor het door de inspreker genoemde voornemen om een ligplaats in te nemen, hiervoor een ligplaatsvergunning vereist is. Deze vergunning is ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan niet aangevraagd en dus ook niet vergund. De inspreker is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de vergunningen. Het feit dat het concept ontwerpbestemmingsplan dit gebruik toestaat wil niet zeggen dat het innemen van een ligplaats ter plaatse van de aanduiding zonder vergunning legaal is.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 4. In paragraaf 2.3.2.2.1 wordt de bestaande situatie van aanlegsteigers aan de westzijde van de NEMO-pier beschreven. Tegelijkertijd wordt hier vermeld dat de nulsteiger ten tijde van het concept ontwerpbestemmingsplan niet aanwezig is. Voor de inspreker is het niet geheel duidelijk wat dit nu voor het bestemmingsplan betekent. Voor zover dit in het nu voorliggende concept ontwerpbestemmingsplan niet het geval mocht zijn, is de inspreker de mening toegedaan dat de nulsteiger moet kunnen terugkeren en als zodanig in het bestemmingsplan moet worden opgenomen. De inspreker doet het verzoek om dit duidelijker in het bestemmingsplan te verwoorden.

Gemeentelijke reactie
Ten aanzien van het opnemen van de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan kan het volgende worden opgemerkt. Ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan waren er uiteenlopende meningen over de 'nulsteiger' als zodanig. Daarom is ervoor gekozen om de 'nulsteiger' in het concept ontwerpbestemmingsplan op te nemen om zodoende van betrokkenen een formeel standpunt te vernemen ten aanzien van deze steiger. Mede op basis van deze reacties zullen wij ambtshalve een nadere afweging maken en een besluit nemen ten aanzien van het handhaven dan wel verwijderen van deze steiger in het ontwerpbestemmingsplan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. In paragraaf 2.3.2.2.1 wordt vermeld dat één van de aanlegsteigers (steiger 3) ook toegankelijk is voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer. Tussen SBO en de huurder van de steigers, de Chartervaart, bestaat al geruime tijd overeenstemming dat het oprijden van deze steiger door motorvoertuigen ongewenst is. De inspreker doet het verzoek om de bestemming van deze steiger aan te passen door weglating van de toegankelijkheid van gemotoriseerd bestemmingsverkeer.

Gemeentelijke reactie
Ons is gebleken dat naast uw kennelijke privaatrechtelijke afspraak om de steiger niet te gebruiken voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer, de steiger gezien de slechte staat ook feitelijk niet toegankelijk is voor gemotoriseerd bestemmingsverkeer. De toelichting zal dan ook hierop worden aangepast. Overigens was het gemotoriseerd bestemmingsverkeer in de planregels reeds niet toegestaan op de (aanleg)steigers en in zoverre behoeft het bestemmingsplan niet te worden aangepast.
Deze reactie geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. De inspreker geeft aan dat in het gehele gebied woonschepen niet zijn toegestaan. In de erfpachtakte is het verbod daartoe ook expliciet vermeld. De inspreker wenst het gebied te exploiteren in overeenstemming met het doel en de voorwaarden van de erfpachtovereenkomst. Het bestemmen van het gebied voor woonschepen is strijdig met de bepalingen van de erfpachtovereenkomst. De inspreker wordt door het opnemen van een aantal positieve bestemmingen voor woonschepen aan de westzijde van het plangebied belemmerd in de uitoefening van haar rechten en wordt gedwongen om mee te werken aan handelingen die in strijd zijn met de erfpachtovereenkomst. De inspreker maakt derhalve bezwaar tegen dat het feit dat een drietal woonschepen in het plan- c.q. erfpachtgebied in het bestemmingsplan als zodanig worden bestemd. De inspreker doet het verzoek om de bestemming van het gebied voor woonschepen uit het concept ontwerpbestemmingsplan te verwijderen.

Gemeentelijke reactie
In algemene zin geven wij de inspreker mee dat publiekrechtelijke rechten gerespecteerd dienen te worden. In dit geval betreffen het ligplaatsvergunningen die onherroepelijk zijn geworden en daarmee formele rechtskracht hebben gekregen. Dit betekent dat wanneer de inspreker bezwaar had tegen deze ligplaatsen, de inspreker zijn rechtsmiddelen had moeten aanwenden ten tijde van de vergunningsprocedure. Nu de ligplaatsvergunningen onherroepelijk zijn dienen deze opgenomen te worden in het bestemmingsplan. Hierbij is geen sprake van beleidsvrijheid maar van een wettelijke plicht.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 7. De inspreker geeft aan dat in paragraaf 2.3.3.2 wordt vermeld dat het gebied ook ruimte biedt voor nautische manifestaties en evenementen. Met verwijzing naar de eerdere formulering van de bestemming van het erfpachtgebied te weten cultuurtoeristische activiteiten geeft de inspreker er de voorkeur aan om de bredere definitie van cultuurtoeristische activiteiten te gebruiken.

Gemeentelijke reactie
Deze reactie is met andere woorden een herhaling van de reactie onder 1. Daarom nemen wij de gemeentelijke reactie zoals deze gegeven is onder 1 onverkort over.
Het bestemmingsplan is van publiekrechtelijke aard en een erfpachtcontract is van privaatrechtelijke aard en kunnen niet met elkaar vergeleken als ook niet één op één worden overgenomen omdat beide een ander karakter maar ook een ander doel hebben. Daar waar sprake is van overlap waarbij deze ruimtelijk relevant is, is dit vertaald in het bestemmingsplan. Naar onze mening is dit in het concept ontwerpbestemmingsplan voldoende vertaald. De opgenomen bestemmingen maken 'cultuur-toeristische' functies zoals deze nu uitgeoefend worden niet onmogelijk danwel verzetten zich daar niet tegen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 8. De inspreker vindt dat de slotpassage van paragraaf 2.3.3.2 belemmerend werkt voor het standpunt van de inspreker inzake de bestemming van het gebied voor woonschepen. In het verlengde daarvan maakt de inspreker ook bezwaar tegen de beperkende voorwaarde dat de betreffende schepen niet elders in de stad een ligplaats kunnen innemen.

Gemeentelijke reactie
Ten aanzien van de reactie van de inspreker ten aanzien van de bestemming van het gebied voor woonschepen wordt opgemerkt dat deze reeds in reactie 6 aan de orde is gesteld en voorzien is van een gemeentelijke reactie. Kortheidshalve wordt naar deze beantwoording verwezen.
Voor wat betreft het tweede gedeelte van deze reactie van de inspreker merken wij het volgende op. Door deze reactie - en andere reacties - realiseren wij ons dat de toelichting hieromtrent onduidelijk kan zijn hetgeen niet onze bedoeling was. De aangehaalde passage is enkel bedoeld voor de ligplaatsen die in gebruik zijn van museale schepen en dus niet ten aanzien van de woonschepen/werkschepen die in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning en binnenvaart/charterschepen die in het bezit zijn van een ligplaatsenvergunning. Hiervoor geldt dat indien door wat voor reden dan ook deze van gemeentewege weggehaald dan wel verplaatst moeten worden, de gemeente een vergelijkbare ligplaats dient aan te bieden elders in de stad. Het bestemmingsplan zal worden aangepast zodat hieromtrent geen onduidelijkheid meer kan bestaan.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 9. De inspreker geeft aan dat in paragraaf 2.3.4.2 het gebouw wordt vermeld dat ooit bedoeld was ten behoeve van de recreatievaart ten tijde van Sail. Het gebouw wordt momenteel gebruikt voor opslag door het Scheepvaartmuseum en of Nemo. Het gebouw dient tevens als afscherming van de vuilcontainers van de chartervaart. Voor dit doel is de ruimte tussen de achterzijde van het gebouw en de tunnelwand aan weerszijden afgesloten met een hek. De combinatie van beide vervult een ondersteunende functie in het beheer van het gebied. Als zodanig doet de inspreker het verzoek om het gebouw en de opstelplaats voor de vuilcontainers in het bestemmingsplan op te nemen.

Gemeentelijke reactie
Zoals in het concept ontwerpbestemmingsplan is vermeld betreft het een illegaal bouwwerk. Wanneer de inspreker het bouwwerk wenst te behouden dan dient inspreker hiervoor een omgevingsvergunning aan te vragen zoals eveneens is vermeld in het concept ontwerpbestemmingsplan. Een dergelijke aanvraag is ons niet bekend. Wellicht ten overvloede geven wij de inspreker mee dat het bouwwerk niet onder het overgangsrecht valt en dus nimmer een legale status kan krijgen op basis van dit bestemmingsplan. Daarnaast vallen vuilcontainers onder het begrip straatmeubilair wat onder het begrip openbare ruimte valt en passend is binnen de bestemming.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 10. De inspreker geeft aan dat in artikel 4.3 onder c als nadere regels worden gesteld dat ten aanzien van de functies sub c en j van artikel 4.1, te weten het terras en horeca VI alleen in het bouwvlak zijn toegestaan. De inspreker heeft kenbaar gemaakt een terras te willen aanleggen aan de westzijde van het Scheepvaartmuseum. De Dienst Ruimtelijke Ordening en de Supervisoren voor het Project Zuidelijke IJ-oevers hebben een voorkeur aangegeven voor uitvoering van het terras door middel van drijvende pontons. Wij verzoeken u in de nadere bestemmingsregels rekening te houden met de uitvoering van het terras op deze wijze.

Gemeentelijke reactie
De verleende bouwvergunning ten behoeve van het renoveren en conditioneren van het museum, het overkappen van de binnenplaats en het veranderen van de steiger is verwerkt in dit bestemmingsplan. In deze bouwvergunning is geen terras aan de westzijde van het Scheepvaartmuseum opgenomen en daarom ook niet in dit bestemmingsplan verwerkt. Bij de gemeente is geen aanvraag om omgevingsvergunning bekend dan wel een besluit van het bevoegd gezag dat een dergelijk terras toestaat. Daarnaast wordt opgemerkt dat een dergelijk voornemen weliswaar is voorgelegd aan stedenbouwkundigen en supervisoren, maar enkel en alleen aan een besluit danwel vergunning van het bevoegd gezag kunnen rechten worden ontleend.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

18.1.2.8 Vereniging Museumhaven Amsterdam (VMA) / Stichting Museumhaven Amsterdam (SMA)
  • 1. In de stadshaven Oosterdok vormen de historische schepen van de Museumhaven Amsterdam een belangrijk en aantrekkelijk cultureel element te midden van de instituten ARCAM, NEMO en Scheepvaartmuseum. Door de aanwezigheid van de historische schepen komt de maritieme en cultuurhistorische identiteit van de oostflank van het oude centrum van de stad pas goed tot zijn recht. De schepen vormen een goed beeld van de recente historie van de binnen- en kustvaart, en de publieke waardering voor historische stadshavens in den lande en maritieme evenementen als publiekstrekker geeft aan dat de samenleving het varende erfgoed als belangrijk cultuurbezit beschouwt. Het varende maritiem erfgoed in de Museumhaven Amsterdam in het Oosterdok draagt daar zijn steentje aan bij, bepaalt nu al mede de beeldkwaliteit van dit gebied en heeft de potentie daarin nog veel verder bij te dragen. Uiteindelijk was het destijds ook de Gemeente die het initiatief nam tot een Nautisch Kwartier in dit gebied, met onder meer als resultaat de huidige Museumhaven. In paragraaf 2.3.5 ontbreekt dan ook een sectie gewijd aan de Museumhaven en zijn rol als belangrijke culturele entiteit in het gebied.

Gemeentelijke reactie
Het verzoek wordt gehonoreerd. In de toelichting zal meer aandacht besteedt worden aan de Museumhaven en de bijdrage van de Museumhaven als cultuurdrager.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 2. In paragraaf 2.3.1.1 wordt uitbreiding van de museum haven gelimiteerd. Onze plannen en ambities richten zich echter nadrukkelijk op uitbreiding van het gebied dat bestemd wordt als "gebied en water bestemd voor historische schepen". De bestaande steigers bestemd voor de Museumhaven worden in onze plannen uitgebreid, waarbij in eerste fase het gebied van de kom tussen het huidige gebied, ARCAM en de wachtsteiger alsmede uitbreiding naar het noorden met de huidige ligplaats van de 'Addio' aan deze bestemming voor historische schepen worden toegevoegd. Wij verzoeken U daar in de tekst rekening mee te houden en deze uitbreidingsmogelijkheid op te nemen.

Gemeentelijke reactie
Wij hebben bij aanvang van het opstellen van het bestemmingsplan gesproken met de stakeholders in dit gebied. Hierbij is nadrukkelijk aangegeven dat wanneer de stakeholders initiatieven hebben deze kenbaar gemaakt moesten worden waarbij in elk geval tekeningen beschikbaar dienden te zijn zodat beoordeeld kon worden of deze initiatieven in het concept ontwerpbestemmingsplan konden worden meegenomen. Ons zijn geen tekeningen of aanvragen om een omgevingsvergunning hieromtrent bekend en ook niet bekend is of ze ingepast konden worden in het concept ontwerpbestemmingsplan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 3. In paragraaf 2.3.2.1.2 is sprake van verwijdering van de betonnen bak bij ARCAM. In onze plannen wordt deze betonnen bak niet gesloopt maar herbestemd tot locatie voor plaatsing van de historische werfkraan, in bezit van VMA, die vele decennia het beeld van scheepswerf Beffers in Amsterdam heeft bepaald en in onze visie een prachtige aandachtstrekker wordt, zeker in de periode dat de Prins Hendrikkade nog zo'n belemmering vormt voor goede publieks bereikbaarheid en zichtbaarheid van het prachtige Oosterdok gebied. De betonnen bak en een eventueel aanvullende fundatie deel kunnen dienen voor plaatsing van de kraan en daarnaast verschaffing van een locatie voor het werken aan bv zwaarden en gieken, zonder risico voor het publiek op de kaden.

Gemeentelijke reactie
Zoals in het concept ontwerpbestemmingsplan is vermeld betreft het een illegaal bouwwerk. Wanneer de inspreker het bouwwerk wenst te behouden dan dient inspreker hiervoor een omgevingsvergunning aan te vragen. Daarnaast zijn zoals bekend verondersteld mag worden bij de inspreker afspraken gemaakt over de verwijdering van de betonnen bak. Wellicht ten overvloede geven wij de inspreker mee dat het bouwwerk niet onder het overgangsrecht valt en dus nimmer een legale status kan krijgen op basis van dit bestemmingsplan.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 4. In paragraaf 2.3.2.1.3 dient duidelijker opgenomen te worden dat de steiger van de Amphicoach eigenlijk ligt in gebied bestemd voor historische schepen, en dat als de functie van plonssteiger komt te vervallen, de bedoelde bestemming weer die voor historische schepen wordt. De afmeerplek aan de stadszijde van de steiger wordt in dat kader ook nu al bestemd voor een historisch schip. Daarnaast wordt in paragraaf 2.3.2.1.4 de plek voor de zonneboot hetzelfde als boven genoemd: de afmeerplek wordt weer toegevoegd aan de bedoelde bestemming voor historische schepen indien deze plek niet meer wordt gebruikt voor de overnachting van de zonneboot. Wij verzoeken U dat aldus op te nemen.

Gemeentelijke reactie
In de toelichting zal worden opgenomen dat de zogenaamde 'plonssteiger' is gerealiseerd binnen het gebied waar museale schepen liggen. Het verzoek zoals inspreker doet ten aanzien van het innemen van de ligplaats door een museaal schip indien de ligplaats ten behoeve van de zonneboot komt te vervallen, is reeds verwoord in zowel de toelichting als in de planregels.
Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 5. Via Paragraaf 2.3.3.1 worden de historische schepen van de VMA genoemd onder 2.3.3 Woonschepen, terwijl het primair historische schepen zijn die in particulier bezit behouden worden en blijven, en daarmee geen woonschepen. In de omschrijving in 2.3.3.1 wordt dan ook terecht aangeven dat het geen woonschepen zijn. De inspreker verzoekt dan ook om hieraan een aparte sectie te wijden met daarin de beschrijving van de bijzondere status van de historische schepen van de Museumhaven. Door opname van het water waarin nu de Addio ligt in het gebied bestemd voor Historische schepen, kan bovendien de ontstane situatie rond de ligplaats van de Addio op een elegante wijze opgelost worden.

Gemeentelijke reactie
Aan het verzoek wordt tegemoet gekomen door in het kopje van deze paragraaf 'museale schepen' toe te voegen. Daarnaast nemen wij kennis van de suggestie ten aanzien van het oplossen van de kwestie rondom de ligplaats van de 'Addio'.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 6. In paragraaf 5.1 verzoekt de inspreker om onder cultuurhistorie ook melding te maken van het maritieme varende erfgoed. In verband hiermee, verzoekt inspreker om in paragraaf 5.3.3 op het kaartje en in de omschrijving tevens de Museumhaven en zijn schepen op te nemen als varende monumenten.

Gemeentelijke reactie
Hoofdstuk 5 van de toelichting handelt over cultuurhistorie, monumenten en archeologie in relatie tot de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving. Het verzoek van de inspreker wordt niet gehonoreerd aangezien het maritieme varende erfgoed geen beschermende status heeft op grond van enige wet- en/of regelgeving. Dit doet geen afbreuk aan het gegeven dat het maritieme varende erfgoed wel degelijk erfgoed kan zijn en ook als zodanig beleefbaar is. Echter in het kader van het bestemmingsplan hebben ze geen wettelijk beschermde status en worden als zodanig ook niet opgenomen.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

  • 7. In de toelichting - artikel 8 - pagina 117 - ziet de inspreker graag duidelijk opgenomen dat vervanging van de bestaande steigers met steigers van hetzelfde danwel vergelijkbaar formaat mogelijk zal zijn en blijven, en dat voor de uitbreiding - zie eerder - toestemming voor aanleg van extra steigers in het uitgebreide voor Historische Schepen bestemde gebied toestemming verleend zal worden.

Gemeentelijke reactie
Op de verbeelding zijn de locaties van de bestaande steigers aangeduid en worden zij toegestaan in de planregels zowel ten aanzien van gebruik als bouwen. Naar onze mening kunnen de regels op dit punt niet duidelijker zijn.
Ten aanzien van nieuwe steigers wordt het verzoek niet gehonoreerd. Door de inspreker is geen aanvraag om omgevingsvergunningen hiertoe ingediend of zijn tekeningen bij ons bekend waarop een stedenbouwkundige beoordeling heeft kunnen plaatsvinden.
Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.