vastgesteld |
NL.IMRO.0362.OIAVHB09xH-VG01 |
De bodemkwaliteit vormt een belangrijk aspect bij ruimtelijke ontwikkelingen. Indien bodemverontreiniging aanwezig is dient deze gesaneerd te worden alvorens de bouw kan worden opgestart.
In 2005 (zie Bijlage 1) , 2007 (zie Bijlage 2) en 2012 (zie Bijlage 3) zijn een drietal verkennende en nadere onderzoeken uitgevoerd naar de bodemgesteldheid en de mogelijke aanwezigheid van asbest op de planlocatie.
Uitkomsten onderzoeken
Op basis van de beschikbare gegevens uit de onderzoeken blijkt het volgende:
Conclusie bodemgeschiktheid
De locatie is geschikt voor de bestemming wonen met tuin. Bij het uitvoeren van werkzaamheden in de sterk verontreinigde grond (onder het voormalige schoolplein) is een melding op grond van art. 28 Wbb bij het bevoegd gezag (provincie Noord-Holland) noodzakelijk.
Voor de verwijdering van de asbestbeschoeiing is een omgevingsvergunning noodzakelijk.
Financiƫle aspecten
Er zijn geen maatregelen nodig om de bodemkwaliteit te optimaliseren voor de functie wonen met tuin. De extra kosten bij werkzaamheden in de sterk verontreinigde grond worden met name veroorzaakt door milieukundige begeleiding, veiligheidskosten en aan en - afvoerkosten van grond. De kosten zijn afhankelijk van het oppervlak respectievelijk de hoeveelheid te verwerken verontreinigde grond.