direct naar inhoud van Artikel 4 Sport - Golfbaan
Plan: Golfbaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09E-VG01

Artikel 4 Sport - Golfbaan

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een 9-holes golfbaan;
  • b. bouwwerken ten dienste van deze bestemming, zoals o.a. kleedruimtes, clubgebouwen, afslagplaatsen, toegangspoortjes;
  • c. daarbij behorende voorzieningen, waaronder horeca en detailhandel;
  • d. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';

met de daarbij behorende:

  • e. wegen en paden;
  • f. water en waterpartijen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. fietsenstallingen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • k. open terreinen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt 100% tenzij anders is aangeduid;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte" mogen niet worden overschreden.

4.2.2 Overdekte afslagplaatsen

Voor het bouwen van overdekte afslagplaatsen, gelden de volgende regels:

  • a. afslagplaatsen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het totaal aantal afslagplaatsen mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. de bouwhoogte van een afslagplaats mag ten hoogste 4 meter bedragen;
  • d. de oppervlakte van een afslagplaatsen mag niet meer bedragen dan 250 m2.

4.2.3 Schuilhutten

Voor het bouwen van schuilhutten, gelden de volgende regels:

  • a. schuilhutten mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het totaal aantal schuilhutten mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. de bouwhoogte van een schuilhut mag niet meer bedragen dan 3 meter (exclusief aarden wal);
  • d. de oppervlakte van een schuilhut mag maximaal 10 m2 bedragen.

4.2.4 Overkapping t.b.v. toegangscontrole

Voor het bouwen van overkappingen ten behoeve van toegangscontrole gelden de volgende regels:

  • a. de overkappingen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het totaal aantal overkappingen mag niet meer bedragen dan 2;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • d. de oppervlakte van een overkapping mag maximaal 16 m2 bedragen.

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  • b. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 12 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige palen en masten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden:

  • a. als staan- of ligplaats van onderkomens, alsmede kampeerterrein;
  • b. als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  • c. voor het aanwezig zijn of opgeslagen hebben van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen dan wel onderdelen daarvan, alsmede het plaatsen van al dan niet gerede motorvoertuigen;
  • d. voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model)vliegsport en voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  • e. voor landingsplaats, dagcamping;
  • f. het planten van houtgewas;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-ondergeschikte detailhandel.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verleggen of verharden van wegen, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de gronden;
  • c. het scheuren van grasland ten behoeve van graslandverbetering, tijdelijke andere teelt of permanente teelt;
  • d. het aanbrengen van bovengrondse transport-, energie- en/of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, dammen en aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • g. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciĆ«le doeleinden.

4.4.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod bedoeld als onder lid 4.4.1 is niet van toepassing ten aanzien van werken en werkzaamheden gericht op of dienstig aan de realisering van de bestemming dan wel voortvloeiend uit normaal onderhoud of beheer van deze gronden.

4.4.3 Voorwaarden voor omgevingsvergunning

De in lid 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het terrein.