Plan: | Landelijk Gebied Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0362.09C-VG01 |
Hieronder volgt het beleid van de gemeente vanuit beleidsnota´s en besluiten. Met dit gemeentelijk beleid wordt rekening gehouden in dit bestemmingsplan.
De gemeenteraad van Amstelveen heeft op 21 september 2011 de Structuurvisie Amstelveen 2025+ vastgesteld. Het is op de eerste plaats een ruimtelijke visie, maar ondersteunt ook maatschappelijke ontwikkelingen. Het biedt daarmee helderheid aan inwoners, ondernemers, instellingen en andere overheden over de gewenste ontwikkeling van Amstelveen en de prioriteiten die het bestuur hierbij stelt. De wettelijk verplichte structuurvisie vormt de grondslag voor bindende bestemmingsplannen en exploitatieplannen.
Thema's uit de structuurvisie
Versterken bestaande kwaliteiten
Amstelveen wil dat allereerst doen door haar bestaande kwaliteiten te behouden en waar mogelijk te versterken. Dit zijn een uitstekend woonklimaat, een ondernemend werkklimaat en een meer dan gemiddelde bereikbaarheid. Dit laatste is het grootste punt van zorg, zowel de bereikbaarheid van de stad als binnen de stad zelf. Dit vergt grote investeringen in hoofdwegen en openbaar vervoerssystemen. Voor de stedelijke ontwikkeling van Amstelveen op langere termijn is dit thema van doorslaggevend belang.
In de structuurvisie worden een aantal thema's genoemd die een relatie hebben met het plangebied. Het behouden van het waardevol landschap door zorgvuldige ontwikkeling. In het agrarisch gebied wordt gesignaleerd dat er de agrarische functie in het buitengebied zorgt voor steeds minder tegendruk. Voor het boerenbedrijf zijn drie stromingen te constateren:
• een groep die zich richt op het oorspronkelijke productieproces en inzet op intensivering, specialisatie en schaalvergroting;
• een groep die zich, naast het oorspronkelijke productieproces, richt op andere bijverdiensten (verbredingsactiviteiten);
• een groep die stopt met de bedrijfsvoering.
Binnen de huidige bestemmingsplannen wordt aan boeren - onder voorwaarden - de mogelijkheid geboden tot verbreding van de agrarische bedrijfsvoering, aanvullend op de primaire inkomensbron. In de regels is een mogelijkheid tot nevenactiviteiten opgenomen.
Om de watertoevoer uit het stedelijk gebied naar het platteland te allen tijde goed op te kunnen vangen, heeft het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) een waterbergingsopgave van 30 hectare in de Bovenkerkerpolder. Daarvan is 5 hectare onlangs gerealiseerd ten zuiden van de Nesserlaan. De overige 25 hectare wordt uitgewerkt. In dit bestemmingsplan is de bestemming 'Natuur-waterbergingsopgave' opgenomen. Binnen de bestemming agrarisch zijn waterlopen en waterpartijen mogelijk gemaakt.
Door het niet doorgaan van het project Amstelgroen zal de structuurvisie worden aangepast (zie bijlage 4).
Op 15 december 2010 heeft de raad van de gemeente Amstelveen de Structuurvisie ‘Amstelveen Zuid’ vastgesteld. De structuurvisie Amstelveen Zuid is een visie op hoofdlijnen volgens de Wet ruimtelijke ordening. De visie brengt reeds vastgesteld beleid en geplande ontwikkelingen in kaart en met elkaar in verband; het biedt voor Amstelveen Zuid een totaalperspectief. In de structuurvisie Amstelveen Zuid wordt nader ingegaan op de verlegging van de N201, die ook voor een gedeelte in dit bestemmingsplan zit en het project Amstelgroen waarvan het doorgaan onzeker is.
In de 'Structuurvisie Amstelveen Zuid' wordt het project Amstelgroen genoemd als bijdragelokatie. De criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit gelden voor ruimtelijke ontwikkelingen alleen indirect. Door het niet doorgaan van Amstelgroen zal er ook geen sprake meer zijn van een bijdragelokatie.
In september 2008 is het geactualiseerde Groenstructuurplan 'Ruimte voor Groen' vastgesteld. Amstelveen is naast een stad met een rijke groentraditie een stad in ontwikkeling. Juist door het bijzonder groene karakter raken veranderingen in de stad al snel de stedelijke groenstructuur.
In het plan Ruimte voor Groen zijn de volgende zaken vastgelegd:
Het is de ambitie van Amstelveen om de hoofdgroenstructuur duurzaam in stand te houden en verder te ontwikkelen. De hoofdgroenstructuur geeft Amstelveen zijn karakteristiek groene parkachtige uitstraling en zorgt voor een bijzonder aantrekkelijke leefomgeving. Dat geldt niet alleen voor het stedelijk gebied maar ook voor het buitengebied. Ligt het accent van de kwaliteit van de hoofdgroenstructuur binnen de stad op fraaie lanen en rijk beplante parkstroken, in het buitengebied bepaalt de landschappelijke opbouw in belangrijke mate de kwaliteit. De landschappelijke elementen zoals dijken, waterlopen en de Bovenlanden vormen belangrijke dragers voor de verdere ontwikkeling van het buitengebied.
De Bovenkerkerpolder wordt gecategoriseerd in het groenstructuurplan als landelijk gebied met bijzondere landschappelijke waarde en recreatieve potenties. De groenkwaliteit hangt sterk samen met het weidse open karakter en het nauwelijks aangetaste ontginningspatroon. Dankzij de populatie weidevogels heeft de polder een ecologische betekenis.
Het energiebeleidsplan (27 mei 2009) geeft het energiebeleid van Amstelveen nieuwe impulsen.
Amstelveen heeft de ambitie met regiogemeenten in 2040 een energieneutrale regio gerealiseerd te hebben, door integraal en maximaal in te zetten op alle gerelateerde onderwerpen die binnen haar invloedssfeer liggen.
Hiertoe zet zij gedurende de periode 2009-2012 en verder, waar mogelijk, maximaal in op het terugdringen van het energiegebruik en de CO2-uitstoot. Tegelijk stimuleert de gemeente het opwekken en benutten van duurzame energie, wil ze een voorbeeldfunctie vervullen en een nauwe samenwerking met regiogemeenten, inwoners, bedrijven en andere organisaties aangaan op het bereiken van de doelen.
Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd. Na een overgangsperiode is de wet op 1 april in werking getreden. Een belangrijke wijziging in de nieuwe wet is dat de gemeente zelf de bevoegdheid krijgt om, in afwijking van de wettelijke voorkeursgrenswaarde, Hogere Waarden vast te stellen (artikel 110a Wgh, lid 1). Deze bevoegdheid blijft alleen bij de provincie in geval van een regionaal industrieterrein en bij de aanleg of reconstructie van hoofdspoorwegen, rijks-wegen en provinciale wegen.
In regionaal verband wordt sinds 2006 gewerkt aan regionaal geluidbeleid. Vooruitlopend op de hiervoor genoemde wetswijziging is besloten om ook de implementatie van Hogere Waarden in regionaal verband invulling te geven. In de “Deelnota Hogere Waarden” is de procedure uitgewerkt om de hogere waardenprocedure te doorlopen.
In het hogere waarden beleid is een aantal aspecten opgenomen die bij de afweging van een hogere waarde een rol spelen.
Deze aspecten zijn:
1. Heersende geluidsniveau
Het heersende geluidsniveau is de basis voor de geluidsbeoordeling. Dit niveau wordt afgeleid van de geluidsbelastingskaarten die zijn opgesteld in het kader van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai.
Een Hogere Waarde wordt door een gemeente aangevraagd als de geluidsbelasting vanwege een bron (industrie, weg, spoor) hoger is dan de voorkeursgrenswaarde (industrie 50 dB(A), weg 48 dB, spoor 55 dB). Per bron en situatie zijn in de wet normen gesteld die niet overschreden mogen worden. Een voorbeeld hiervan is de geluidsbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai. Deze mag in een stedelijke situatie niet uitkomen boven de norm van 63 dB. Bij de ruimtelijke procedure voor de N201 zijn Hogere Waarden verleend.
Met name in het buitengebied komt het houden van paarden zowel bedrijfsmatig als hobbymatig veel voor. Ten behoeve van het houden van paarden wordt vaak gebruik gemaakt van een buitenbak (een niet overdekte paardenbak).
In deze nota wordt nader ingegaan op de diverse vormen van houden van paarden en is een toetsingskader geformuleerd voor het oprichten van paardenbakken. De paardenbakken worden middels een binnenplanse afwijking van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
n de nota Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB), maart 2005 is een specifiek beleid voor het buitengebied van Amstelveen ontwikkeld, waardoor negatieve gevolgen van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing worden weggenomen. De nota biedt een toetsingskader voor nieuwe neven- of vervolgactiviteiten.
In het agrarisch buitengebied van Amstelveen wordt de gemeente steeds vaker geconfronteerd met nieuwe bedrijfsmatige activiteiten. Deze veelal niet-agrarische activiteiten vinden dikwijls plaats in voormalige agrarische bedrijfspanden, hetgeen veelal volgens de geldende bestemmingsplannen in strijd is met de bestemming ter plaatse.
Aangezien de agrariërs (ook) in Amstelveen moeite hebben om ´economisch het hoofd boven water te houden´, worden steeds vaker nevenactiviteiten ontwikkeld om een aanvulling op het inkomen te genereren.
De provincie Noord-Holland heeft in de notitie ´Nieuwe kansen voor vrijkomende agrarische bebouwing in Noord-Holland´ globaal een aanzet gegeven voor versoepeling van beleid en regelgeving. In de beleidsnota ´Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB) is een nadere uitwerking voor de gemeente Amstelveen gemaakt, met als doel om een duidelijk toetsingskader te bieden voor nieuwe neven- of vervolgactiviteiten in vrijkomende agrarische bebouwing. De in deze nota opgenomen ´positieve lijst´ van functies die kunnen worden toegestaan is opgenomen in de planregels van dit bestemmingsplan.
Detailhandel is niet wenselijk in het landelijk gebied. De vestiging van bedrijven in het landelijk gebied kan ten koste gaan van de uitgifte van een bedrijventerrein, indien bedrijven worden toegelaten die naar aard en omvang bij voorkeur op een bedrijventerrein gevestigd dienen te worden. Bij vestiging in het landelijk gebied, weliswaar in VAB, is mede daarom het kleinschalige karakter van de nieuwe functie een belangrijk criterium. Op het moment dat dergelijke bedrijven willen groeien, zal verplaatsing naar een bedrijventerrein noodzakelijk zijn. Bij besluit van 4 september 2007 heeft het college besloten de nota VAB te verruimen in die zin dat de mogelijkheid wordt geboden sloop en vervangende nieuwbouw te plegen. In geval van nieuwbouw wordt slechts medewerking verleend aan herbouw van het op dat moment aanwezige oppervlak van de bedrijfsbebouwing met een marge van maximaal 10%
De Amstelveense Verkeers- en Vervoersvisie (oktober 2008) telt acht ambities voor de mate van bereikbaarheid, kwaliteit van de leefbaarheid en gewenste verkeersveiligheid. De gemeente werkt er aan om deze ambities tussen nu en 2025 gestalte te geven.
Voor het plangebied zijn deze twee ambities uit de Amstelveense Verkeers- en Vervoersvisie het meest relevant.
Comfortabele en veilige fietsroutes
In Amstelveen ben je in 2025 met de fiets net zo snel op je bestemming als met de auto en het openbaar vervoer. Uitgangspunt is dat je altijd door kunt rijden. Dit kan door de fiets zoveel mogelijk voorrang te geven. Door kruispunten ongelijkvloers te maken hoef je niet meer te stoppen voor een verkeerslicht. Ook zijn de fietspaden zoveel mogelijk beschut tegen weer en wind en zijn ze sociaal veilig.
Doorgaand verkeer
De Amstelveense wegen zijn bedoeld voor de Amstelveense samenleving. Verkeer dat niet in Amstelveen moet zijn hoort zo veel mogelijk gebruik te maken van de provinciale en rijkswegen. Om dit te bereiken moeten er voor automobilisten goede alternatieven zijn. Dit is dan ook één van de redenen voor het verbreden en ondertunnelen van de A9. De gemeente zet zich ook in voor een verbreding van de provinciale weg N201 tussen Uithoorn en Vinkenveen. Want hierdoor verbetert de bereikbaar en de leefbaarheid van Amstelveen.
Het doel van het Amstelveense actieplan Luchtkwaliteit is om door kosteneffectieve maatregelen de huidige overschrijding terug te brengen onder het niveau van de grenswaarden. Voor fijn stof gelden de normen sinds 2011 en voor stikstofdioxide zullen de normen in 2015 van kracht worden. Via de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage wordt gemonitord of deze doelstellingen worden behaald. Uit de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage zal blijken of de overschrijding van de gestelde grenswaarden tot het acceptabele normniveau zijn teruggebracht, waardoor er een beter leefklimaat ontstaat en bouwprojecten binnen Amstelveen doorgang kunnen vinden.
De gemeente Amstelveen heeft vanuit gezondheidsoogpunt en vanwege het veiligstellen van haar ruimtelijke plannen reeds in augustus 2005 het besluit genomen om een actieplan luchtkwaliteit op te stellen. Inmiddels blijkt uit de uitgevoerde luchtkwaliteitsrapportage over het jaar 2005 dat er overschrijdingen voorkomen van de grenswaarden voor fijn stof en de plandrempeloverschrijdingen voor de stikstofdioxide. Hierdoor is de gemeente wettelijk verplicht om een actieplan op te stellen.
Van belang is dat de gemeente maatregelen neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren. De provincie heeft de bevoegdheid om bestemmingsplanwijzigingen af te keuren, indien er in het plangebied zich wegen bevinden waar overschrijdingen van verontreinigende stoffen voorkomen.
Het doel van het Amstelveense actieplan is om door kosteneffectieve maatregelen de huidige overschrijdingen terug te brengen onder het niveau van de grenswaarden. Voor zowel fijn stof als stikstofdioxide wordt nagestreefd om in 2010 aan de geldende normen te voldoen. Ook voor het jaar 2015 stelt de gemeente zich ten doel om aan de geldende normen te voldoen. Via de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage wordt gemonitord of deze doelstellingen worden behaald.
De Wet milieubeheer is het wettelijk kader voor de luchtkwaliteit. De gemeente neemt door het opstellen van het actieplan haar verantwoordelijkheid om datgene te doen dat binnen haar eigen mogelijkheden ligt. Ook in andere plannen, waaronder de gebiedsontwikkeling van de A9 en het Amstelveense Verkeers- en Vervoersplan, zal aandacht besteed worden aan de luchtkwaliteit in de gemeente.
Uit de jaarlijkse luchtkwaliteitsrapportage zal blijken of de overschrijdingen van de gestelde grenswaarden tot het acceptabele normniveau zijn teruggebracht, waardoor er een beter leefklimaat ontstaat en bouwprojecten binnen Amstelveen doorgang kunnen vinden.