direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Amsteleiland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.09B-VG03

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Bestemmingsplan

Vigerend bestemmingsplan is de herziening van het Uitbreidingsplan in onderdelen "Eiland in de Amstel" uit 1965 . Het is een gedetailleerd bestemmingsplan waarin de bedrijfsbebouwing de bestemming "bedrijfsbebouwing" heeft gekregen en ook de aanlegsteigers ten behoeve van de scheepswerf zijn als zodanig bestemd. Op de plankaart zijn 3 afzonderlijke woningen aangegeven die zijn bestemd als "eengezinswoningen". De omringende tuinen zijn bestemd als "tuinen en erven". De wegen zijn afzonderlijk bestemd evenals de bijbehorende bermen en groenstroken die de bestemming "plantsoen" hebben gekregen. Het overige gebied, dat zich met name aan de oostzijde van het eiland bevindt, is bestemd als "recreatieterrein". In de zuidwestpunt van het eiland is een deel van het terrein bestemd als "boomgaard" (zie afbeelding 4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0362.09B-VG03_0005.jpg"  afbeelding "i_NL.IMRO.0362.09B-VG03_0006.jpg"

Afbeelding 4: Plankaart Bestemmingsplan Eiland in de Amstel, 1965, Gemeente Amstelveen

Aangezien de nieuwe (woon)bebouwing niet zonder meer binnen de kaders van het vigerende bestemmingsplan kan worden gerealiseerd, maar wel past binnen de vigerende beleidskaders, is voor het eiland een nieuw bestemmingsplan opgesteld waarin de functie wijziging naar wonen wordt vastgelegd. De gemeente Amstelveen heeft – in nauw overleg met de gemeente Ouder-Amstel een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Aangezien dit het nieuwe (ruimtelijke) kader vormt voor ontwikkelingen wordt daar hierna nader op ingegaan en zal niet verder stil worden gestaan bij het bestemmingsplan als ruimtelijk kader.

2.3.2 Nota van Uitgangspunten

De Nota van Uitgangspunten (zie Bijlage 1) is de vertaling van het (ruimtelijk) beleid van verschillende schaalniveaus naar lokale schaal en vormt de basis en randvoorwaarden voor planvorming voor het Amsteleiland. Hoewel het Amsteleiland binnen het grondgebied ligt van de gemeente Amstelveen loopt de enige ontsluitingsweg van het eiland over grondgebied van de gemeente Ouder – Amstel. De Nota van Uitgangspunten is daarom in nauw overleg tussen beide gemeente opgesteld. De nota in onderwerp geweest van inspraak is op 26 september 2007 door de gemeenteraad vastgesteld.

De randvoorwaarden zijn ingedeeld in functionele en ruimtelijke thema's. Voor het thema "wonen" heeft dit geleid tot de volgende uitgangspunten:

  • op het Amsteleiland komen maximaal 12 losstaande grondgebonden woningen met een ruime tuin aan de oostelijke helft van het eiland;
  • aan de westzijde van het eiland komen maximaal 18 woningen langs de oever van de Amstel. Deze woningen kunnen inpandige parkeer en/of ligplaatsen aan de Amstel hebben;
  • de maximale bebouwing op het Amsteleiland bedraagt 4500m²;
  • de toewijzing van deze woningen gebeurt voor 50% door de Gemeente Ouder-Amstel en voor 50% door de gemeente Amstelveen.

Voor het thema "groen, landschap en ecologie" heeft dit geleid tot de volgende uitgangspunten:

  • de maximale bebouwing op het eiland bedraagt 4500m²;
  • het groene karakter van de polder "de Ronde Hoep" mag door nieuwe bebouwing van het Amsteleiland niet worden aangetast;
  • de oostzijde van het eiland dient een groen landelijk karakter te hebben;
  • de westzijde van het eiland mag een meer verstedelijkt karakter hebben;
  • de ecologische kwaliteit van de oostoever van het Amsteleiland dient beschermd te blijven. In dit gebied kunnen in ieder geval geen aanmeerplaatsen worden aangelegd.

Voor het thema "bebouwing" heeft dit geleid tot de volgende uitgangspunten:

  • de westzijde van het eiland richt zich op de Amstel. Een goed zichtbare bebouwingsstructuur met een herkenbaar gezicht. Refererend aan de oude industriële functie die het eiland lange tijd had;
  • op het eiland zelf zal een echt eiland karakter ontstaan, zoals dat op een omsloten erf ook aanwezig kan zijn;
  • de oostzijde van het eiland krijgt een karakter dat moet aansluiten bij de polder "de Ronde Hoep". hier zijn veel bomen en rietvelden aanwezig, waarin losstaande woonbebouwing met een ruime tuin een plek kan vinden.

Voor het thema "bereikbaarheid en parkeren" heeft dit geleid tot de volgende uitgangspunten:

  • de bebouwing op het Amsteleiland mag maximaal een verkeersdruk veroorzaken op de Ronde Hoep West van 200 autobewegingen van personenauto's per etmaal;
  • alle voertuigen van bewoners en bezoekers, dienen op het eiland zelf geparkeerd te worden;
  • Langs de polderdijkweg van de Ronde Hoep West is geen parkeergelegenheid beschikbaar. Omdat het eiland niet per openbaar vervoer bereikbaar is, is extra openbare parkeergelegenheid boven de standaardnorm voor bezoekers op het eiland derhalve gewenst.

Voor de thema's "economie, commerciële en maatschappelijke voorzieningen en milieutechnische aspecten" zijn geen uitgangspunten vastgesteld. Naast de uitgangspunten vermeld de Nota van Uitgangspunten tevens aandachtspunten. Voor de inhoud daarvan wordt verwezen naar de Nota van Uitgangspunten.

In de Nota van Uitgangspunten is een schets opgenomen van de toekomstige bebouwingsstructuur met duiding van de bijbehorende karakteristiek (zie afbeelding 5).

afbeelding "i_NL.IMRO.0362.09B-VG03_0007.jpg"

Afbeelding 5: Randvoorwaarden Nota van Uitgangspunten, Gemeente Amstelveen

Hoewel dit niet als expliciete randvoorwaarde is vastgesteld in de Nota van Uitgangspunten is van belang aanvullend te vermelden dat de gemeente als voorwaarde voor medewerking heeft geëist dat waarborgen worden gesteld voor de huidige bewoners van het eiland. De initiatiefnemers zijn in overleg met de huidige bewoners om hierover tot overeenstemming te komen.

2.3.3 Woonvisie Amstelveen - Wonen in een vitale stad

In de Woonvisie worden uitspraken gedaan over de woningvoorraad, de verschillende doelgroepen en de gewenste ontwikkelingen voor verschillende wijken. In de periode tot 2015 wordt een gematigde groei en een pluriforme bevolkingssamenstelling nagestreefd. Eén van de uitgangspunten hierbij is dat er ook voor kwaliteitsvragers gebouwd moet worden. Met de Woonvisie heeft de gemeente Amstelveen een kader om ontwikkelingen op het gebied van wonen te kunnen sturen en om prioriteiten te kunnen stellen. De Woonvisie is een uitwerking van de Toekomstvisie voor Amstelveen: Amstelveen 2020+; Samen leven in de vitale stad, die aangeeft wat de gemeente voor ogen heeft bij de toekomst van Amstelveen. De Woonvisie is in februari 2005 door de Raad vastgesteld en geeft richting aan de invulling van het woningbouwprogramma.

De kernpunten voor "de vitale stad" luiden volgens de Toekomstvisie:

  • Amstelveen profileert en ontwikkelt zich als een aantrekkelijke stad in een groene omgeving;
  • op het gebied van bevolking streeft Amstelveen naar een pluriforme samenstelling, waarin ruimte is voor alle bevolkingsgroepen en met een hoogwaardig voorzieningenaanbod op het gebied van welzijn en recreatie;
  • de woningvoorraad moet worden versterkt door middel van herstructurering van bestaand stedelijk gebied en het ontwikkelen van uitbreidingslocaties.

De te realiseren woonkwaliteit moet omhoog met een goede verhouding tussen goedkoop en duur. De woonmilieus moeten zodanig zijn dat alle typen huishoudens in de pluriforme bevolking een woon(-omgeving) naar wens kunnen vinden. Er is daarbij behoefte aan meer uitgesproken woonmilieus en meer variatie aan woningtypen. Een van de gestelde doelen daarvoor is het inspelen op wensen van kwaliteitsvragers, die toe zijn aan een volgende stap in de wooncarrière.

Amstelveen streeft naar een gematigde groei van het aantal inwoners. Om deze groei te kunnen waarmaken is een uitbreiding van de woningvoorraad nodig met circa 4.000 woningen in de periode tot 2010. Deze groei is nodig om Amstelveen een vitale stad te laten blijven. Bij nieuwbouw wordt niet alleen gekozen voor uitbreiding maar worden ook alle binnen stedelijke locaties benut. De invulling van het woningprogramma moet aansluiten bij de omschreven ambities. Diversiteit is daarin het credo, niet alleen vanwege de verschillende doelgroepen, maar ook vanwege de wens gebieden te creëren met een eigen identiteit. Daarin worden structuur, architectuur, omgeving en voorzieningen betrokken. Voorliggende plannen sluiten aan bij het beleid van de gemeente om meer keuze te kunnen bieden aan kwaliteitsvragers.

2.3.4 Evaluatie Woonvisie 2004: Wonen in een Vitale Stad

Begin 2010 is de Woonvisie geëvalueerd en geactualiseerd. De resultaten zijn opgenomen in de nota "Evaluatie Woonvisie 2004: Wonen in een Vitale Stad". Het nieuwe en/of geactualiseerde beleid zal naar verwachting eind 2010 worden vastgesteld. Uit de evaluatie komt naar voren dat het subdoel ‘opvoeren van de nieuwbouwproductie’ tot 2015 wordt behaald. In die periode worden meer woningen opgeleverd dan in de Woonvisie was voorzien. Wat betreft de sociale huursector wordt tot 2015 minder gebouwd in vergelijking met het programma opgenomen in de Woonvisie. Dit wordt gecompenseerd in de jaren vanaf 2015. Er worden meer dure huurwoningen en meer koopwoningen opgeleverd ten opzichte van het programma in de Woonvisie. Er zijn zo’n 1.800 appartementen meer opgenomen in het woningbouwprogramma van de gemeente in vergelijking met het programma zoals opgenomen in de Woonvisie. Aanbevolen wordt verder het aantal opleveringen per jaar de komende jaren in de gaten te houden en indien nodig te sturen op enige balans hierin in het woningbouwprogramma.

Voor het Amsteleiland is voorts relevant dat de gemeente in haar nieuwbouwprogramma voldoende rekening houdt met de bouw van dure huur- en dure koopwoningen, waarmee wordt ingespeeld op de wensen van kwaliteitsvragers. In de Woonvisie is opgenomen dat er in de periode tot 2015 550 dure koopwoningen moeten worden gebouwd. In de woningbouwmonitor zijn voor die periode 773 dure koopwoningen opgenomen, en vanaf 2015 komen daar nog eens 295 bij. Dat maakt dat in totaal 1.068 dure koopwoningen worden gerealiseerd, bijna twee maal zoveel als in de Woonvisie is opgenomen.

Hiermee kan worden geconstateerd dat de gemeente in haar nieuwbouwprogramma rekening houdt met kwaliteitsvragers in de koopsector, aldus het Evaluatierapport.

2.3.5 Welstandsnota

Het ruimtelijke kwaliteitsbeleid is in de eerste plaats vastgelegd in de toekomstvisie "Amstelveen 2020+" en in de bestemmingsplannen voor te onderscheiden gebieden. In de Welstandsnota zijn de criteria geformuleerd waar bouwplannen aan zullen worden getoetst. Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven en versterken van een algemeen gewaardeerde woon-, werk- en leefomgeving, met een open oog voor veranderde omstandigheden en het onderkennen van nieuwe ontwikkelingen. Buiten de Welstandsnota om mogen geen andere welstandscriteria worden gehanteerd. De Welstandsnota is door de gemeente vastgesteld op 23 april 2004.

De gemeente Amstelveen heeft gekozen voor een gebiedsgerichte benadering. Per gebied wordt duidelijk gemaakt welke waarden in het geding zijn en welke ontwikkelingsrichting van toepassing is (conservering, consolidering, versterking/vernieuwing, transformatie of reconstructie e.d.). Ook de in een gebied voorkomende cultuurhistorische waarden zijn in de gebiedsbeschrijvingen verwerkt, die deel uitmaken van de Monumentennota. Aanvullingen en wijzigingen van de Welstandsnota moeten eveneens door de gemeenteraad worden vastgesteld.

Het Amsteleiland valt onder het gebied G2b (Wester Amstelland – Zuid). Dit gebied betreft het 'open' poldergebied en bovenland ten oosten van de kom van Amstelveen tussen de stadsrand en de Amstel, in het noorden begrensd door de Kruitmolen en in het zuiden door de Nesserlaan. Qua ruimtelijke en functionele structuur is onderscheid te maken in twee gedeelten:

  • a. het restant-poldergebied "Bovenkerkerpolder" tot aan de ringdijk en -sloot;
  • b. het bovenland-gebied tussen ringsloot en Amstel, inclusief het Amsteleiland.

Het bovenland is in feiten een restant van het oude veenweidegebied, dat weliswaar onder het niveau van de Amstel ligt, maar tevens ruim boven het niveau van de Bovenkerkerpolder. De ontsluiting van het gebied vindt uitsluitend plaats vanaf de Amsteldijk. De stedenbouwkundige structuur kenmerkt zich door open weidegronden met een eenduidig patroon van kavelsloten, alsmede gespreide bebouwing aan en gericht op de Amsteldijk.

De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven en kassencomplexen, afgewisseld met burgerwoningen, zowel in de – al dan niet verbouwde – voormalige landarbeidershuisjes, als in de nieuwbouw. De waterstructuur van het gebied wordt gevormd door de eerder genoemde ringsloot, en de daarop in dwarsrichting aansluitende kavelsloten. De groenstructuur bestaat uit vlakke, open weidegronden en opgaand groen bij de woningen en agrarische complexen.

Ten aanzien van het Amsteleiland wordt expliciet vermeld dat deze een bijzondere positie inneemt. De scheepswerf c.a. op het Amsteleiland is slechts ontsloten via Ouderkerk aan de Amstel en behoort fysiek en planologisch feitelijk tot het gebied van de Ronde Hoep. Het gebied ontleent zijn waarde aan de op de Amstel gerichte pluriforme bebouwing, afgewisseld met de open ruimten en doorzichten naar het weidegebied en het polderlandschap, alsmede aan de nog aanwezige karakteristieke agrarische bedrijven. Het welstandsbeleid is gericht op behoud en versterking van het aanwezige landschap, behoud van de nog aanwezige karakteristieken in de stedenbouwkundige lintstructuur in het algemeen en behoud van de kenmerkende agrarische complexen daarin in het bijzonder.

De bebouwing in het bovenlandse gebied is overwegend op de Amstel gericht en kent een grote variatie aan bouwvormen. Ten aanzien van individuele nieuwbouw-burgerwoningen wordt opgemerkt dat deze worden gekenmerkt door een individueel sterk verschillende verschijningsvorm, zowel van een gemiddelde als zeer grote omvang, maar minder pompeus dan in het gebied van Wester–Amstel - Noord. Over het algemeen zijn de typologie, omvang, detaillering, plaats op de kavel en erfinrichting geheel afwijkend van de oorspronkelijke landelijke karakteristiek. Opvallend zijn daarbij de 'opgetilde' typen (woonniveau op dijkniveau of iets daarboven) met een bruggetje of dam naar de dijkweg.

Voor dit kwetsbare gebied met de landschappelijk waardevolle elementen wordt een bijzonder welstandsregime noodzakelijk geacht. Behalve de algemene welstandscriteria, zijn onder meer de volgende gebiedsgerichte welstandscriteria van toepassing:

  • burgerwoningen en woningen of woongedeelten bij boerderijen presenteren zich aan de ontsluitingszijde, respectievelijk naar de dijk;
  • gestreefd dient te worden naar een logische samenhang tussen (het karakter van) de gebouwen en de inrichting van het bijbehorende terrein en/of de directe omgeving;
  • in principe is de bebouwing in de polder sober vormgegeven; in het bovenlandse gebied kan sprake zijn van een uitbundiger verschijningsvorm;
  • bergingen en bedrijfsgebouwen zijn qua ordening en representativiteit ondergeschikt aan de woongebouwen en worden in principe achter de voorgevelrooilijn van de woning, respectievelijk het woongedeelte gesitueerd;
  • zowel woningen als bedrijfsgebouwen zijn voorzien van een kap;
  • burgerwoningen kenmerken zich door een grote variatie in bouwstijl;
  • het materiaal en kleurgebruik bij de burgerwoningen kan zeer divers zijn, maar dient afgestemd te worden op de landelijke karakteristiek van de omgeving;
  • als ongewenst materiaalgebruik worden in ieder geval aangemerkt: kunststoffen gevelbekleding, kozijnen en dakbedekking, grote vlakken volkernplaten, spiegelende glasvlakken en dakbedekking met asfalt-shingles.