| Plan: | 1e Herziening Amsterdamse Bos A9 - Fokkerweg |
|---|---|
| Status: | voorontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0362.04A-VO01 |
In het streekplan Noord-Holland Zuid is Amstelveen gesitueerd binnen de regio Amstel- en Meerlanden. Amstel- en Meerlanden is een gebied met een grote diversiteit. Amstelveen wordt met Aalsmeer, Uithoorn en Ouder-Amstel gekenmerkt door een kwalitatief hoogwaardige woonomgeving, centrumgebied van de glastuinbouw en delen met een hoge landschappelijke kwaliteit. Het woonmilieu in deze gemeenten is aantrekkelijk. Groen (Amsterdamse Bos, Amstelscheg) en 'blauw' (Westeinderplassen) zijn onder handbereik. De hoogwaardige dienstverlening in Amstelveen en het internationale sierteeltcomplex maakt deze regio een aantrekkelijk gebied voor economische ontwikkelingen.
Amstelveen kenmerkt zich door een veelzijdige productiestructuur, waarin internationaal management, financiële en zakelijke dienstverlening sterk vertegenwoordigd zijn.
In het streekplan is het Amsterdamse Bos opgenomen als recreatiegebied. Het Amsterdamse Bos is onderdeel van de provinciale ecologische hoofdstructuur. In de nota De Groene AS is de invulling van de verbindingszone tussen Amstelland en Spaarnwoude verder uitgewerkt. Het Amsterdamse Bos, en met name de Amstelveense en Kleine Poel en de oeverlanden aan de Nieuwe Meer zijn in deze verbindingszone belangrijke schakels.
De aansluiting van de Fokkerweg op de A9 past in het streekplan Noord-Holland Zuid.
Om doorwerking van het provinciale ruimtelijke beleid in gemeentelijke bestemmingsplannen te waarborgen heeft de Provincie Noord-Holland een Provinciale Ruimtelijke Verordening opgesteld.
De provinciale verordening schrijft voor waaraan de inhoud van (gemeentelijke) bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen. De regels komen voort uit de bestaande streekplannen Noord-Holland Zuid en Noord.
Er zijn geen regels opgenomen die van belang zijn voor dit bestemmingsplan.
In 2004 is door de Provincie Noord-Holland en de gemeenten Aalsmeer, De Ronde Venen, Haarlemmermeer en Uithoorn het Realisatiebesluit N201+ getekend. Hiermee is het tracé en de kostenverdeling vastgelegd. De voorbereiding van de nieuwe N201en aansluitende wegen is in handen van de Provincie Noord-Holland. De gemeenten hebben afgesproken dat zij planologische medewerking zullen verlenen aan het project binnen hun publiekrechtelijke bevoegdheden.
Op 3 december 2008 heeft de gemeente Amstelveen een samenwerkingsovereenkomst met de provincie Noord-Holland afgesloten.
Met het aangaan van deze overeenkomst werkt Amstelveen mee aan de uitvoering van de N201 conform het wegontwerp zoals opgenomen in de Realisatieovereenkomst d.d. 24 november 2004 en de wijzigingsovereenkomsten op deze Realisatieovereenkomst voor zover van toepassing op Amstelveens grondgebied, met dien verstande dat Amstelveen vasthoudt aan haar beleidsmatige uitgangspunten, zoals verwoord in de Visie Rijksweg A9, bij de verdere ontwikkeling van de N201.
De Intergemeentelijke Gebiedsvisie (IGGV) is opgesteld door de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Uithoorn, de Ronde Venen, de provincie Noord-Holland en het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA). In de IGGV wordt de verlegging van de N201 alsmede de gewenste ruimtelijke ontwikkeling rondom het nieuwe tracé (ontwikkeling bedrijventerrein, realisatie regionale groenstructuren, globale verstedelijkingsrichting) geschetst. Alle betrokken gemeenten hebben met de IGGV ingestemd en de IGGV aangeboden aan de provincie Noord-Holland als bouwsteen voor het streekplan NHZ.
Eind 2003 hebben Provinciale Staten het Ontwerp Verkeer- en vervoersplan Noord Holland (genoemd Ruimte voor mobiliteit) vastgesteld. Het plan bestaat uit een beleidsdeel waarin doelstellingen en visie zijn vastgelegd en een daaruit afgeleid uitvoeringsprogramma waarin tevens het meerjarenprogramma infrastructuur (PMI) is opgenomen. Beleidsuitgangspunt is een vrije keuze in mobiliteit. Mensen wordt de vrije keuze geboden om die vervoerwijze te kiezen die hem of haar het meest aantrekkelijk voorkomt. De provincie stelt zich niet bevoogdend op maar zorgt ervoor dat de burger zelf alternatieven van vervoer kan afwegen door te faciliteren in een goede doorstroming, veiligheid, goede overstapmogelijkheden van auto en fiets op openbaar vervoer en openbaar vervoer onderling, stallingvoorzieningen, transferpunten en een betere benutting van de infrastructuur. Nieuwe auto-infrastructuur zal (in de omgeving van Amstelveen) de komende jaren beperkt zijn tot de N201.