direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd-1
Plan: NUON terrein Helderseweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00106-0401

Artikel 3 Gemengd-1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;
  • b. maatschappelijk, niet zijnde geluidgevoelige bestemmingen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

met de daarbij behorende:

  • c. bouwwerken;
  • d. wegen en paden;
  • e. laad- en losplaatsen;
  • f. parkeren op maaiveld;
  • g. bovengrondse parkeervoorzieningen daar waar dat op de verbeelding is aangegeven met de aanduiding 'parkeergarage';
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. ontsluitingswegen;
  • j. voet- en rijwielpaden;
  • k. verkeer- en verblijfsgebied;
  • l. water;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. ondergrondse afvalcontainers.
3.2 Bouwregels
  • 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
    • b. de bouwhoogte mag niet minder bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimale bouwhoogte' is aangegeven;
    • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • d. het bouwvlak mag niet meer worden bebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
    • e. het maximum bruto vloeroppervlak (bvo) voor kantoor en maatschappelijk mag gezamenlijk niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (bvo) (m²)' is aangegeven.
  • 2. De hoogte van perceel- en erfafscheidingen mag niet groter zijn dan 2 meter.
  • 3. De hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet groter zijn dan 3 meter.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;

  • a. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • b. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • d. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijkis in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. prostitutie.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door tevens ondergrondse parkeervoorzieningen toe te staan, op voorwaarde dat uit (geohydrologisch) onderzoek blijkt dat de effecten van de ondergrondse parkeergarage voor de waterhuishouding aanvaardbaar zijn, danwel dat negatieve effecten door middel van maatregelen kunnen worden voorkomen.