direct naar inhoud van 5.6 Natuur en soorten
Plan: Jaagpad Midden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00005-0401

5.6 Natuur en soorten

Natuurbeschermingswet

Binnen een straal van vier kilometer van het plangebied bevinden zich geen Natura 2000-gebieden en/of Beschermde Natuurmonumenten. Ook buiten deze straal bevinden zich binnen de beïnvloedsfeer van het plangebied geen Natuurbeschermingswetgebieden. In dit kader treden dan ook geen negatieve effecten op.

Ecologische Hoofdstructuur

Het plangebied bevindt zich niet binnen de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS kent geen externe werking, in dit kader treden dan ook geen negatieve effecten op.

Planten

Bij Het Natuurloket, van het Ministerie van LNV, zijn drie waarnemingen bekend van beschermde plantensoorten binnen het kilometerhok waarin het plangebied is gelegen. Het gaat hierbij om één tabel 1 soort, dit zijn algemene soorten zoals zwanebloem en grote kaardenbol. Daarnaast zijn twee waarnemingen van tabel 2/3, dit zijn zwaar beschermde soorten zoals bijvoorbeeld rietorchis en tongvaren. Tijdens het gebiedsbezoek in november 2006 is de aanwezige plantengroei geïnventariseerd. Het terrein heeft een vegetatie met ruigtekruiden en grassen. Er zijn in totaal zo'n zestig plantensoorten gevonden. Dit zijn onder andere moerasandoorn, bijvoet, klein hoefblad, late gulderoede, gestreepte witbol, riet, grote weegbree en zuurbes. Langs de kade van het Noordhollands kanaal is speciaal gelet op de aanwezigheid van muurplanten. Deze zijn hier niet aangetroffen.

Zoogdieren

Bij het natuurloket zijn vier waarnemingen bekend van zoogdieren binnen het kilometerhok waarin het plangebied is gelegen. Het gaat hierbij om vier tabel 2/3 soorten, dit zijn waarschijnlijk vleermuizen. In tabel 1 zijn alle vleermuizen opgesomd welke in de regio Alkmaar voor kunnen komen. In deze tabel is tevens de functie van het plangebied weergegeven.

Tabel: Voorkomen vleermuizen in de regio Alkmaar

afbeelding "i_NL.IMRO.0361.BP00005-0401_0009.png"

Binnen het plangebied is geen bebouwing of bomen (met holtes) aanwezig waar vleermuizen in kunnen verblijven. Om deze reden kan het plangebied slechts functioneren als vliegroute en/of foerageergebied.

Een leefgebied van vleermuizen bestaat uit een netwerk van meerdere verblijfplaatsen met vliegroutes en foerageergebied. Vernietiging van leefgebied van vleermuizen is ontheffingplichtig. Tijdens de werkzaamheden en de gebruiksfase kan verstoring van licht en geluid optreden, dit heeft echter geen vernietiging van het leefgebied tot gevolg. Daarnaast is in de bestaande situatie in de directe omgeving reeds licht en geluidsverstoring aanwezig, het plangebied bevindt zich namelijk midden in het centrum van Alkmaar.

De voorgenomen werkzaamheden hebben geen vernietiging van het leefgebied tot gevolg, hiervoor hoeft dus geen ontheffing te worden aangevraagd. Er wordt wel aanbevolen om de werkzaamheden zoveel mogelijk overdag uit te voeren en de lichtverstrooiing op het kanaal zoveel mogelijk te voorkomen.

Vogels

Bij het natuurloket zijn geen waarnemingen bekend van broedvogels binnen het kilometerhok waarin het plangebied is gelegen. In de huidige situatie komt op het terrein geen boom- of struikbeplanting voor, behoudens enkele jonge wilgen, hierdoor ontbreekt broedgelegenheid voor vogels van struweel of bos. Aangezien bebouwing eveneens ontbreekt en het terrein niet geschikt is voor akker- en weidevogels is de betekenis van het terrein voor broedvogels minimaal. Desondanks kunnen vrij algemene vogels hier tot broeden komen. Alle vogels genieten bescherming onder Flora- en faunawet. Verstoring van broedende vogels en broedsel is niet toegestaan. Verstoring van broedvogels treedt op wanneer er tijdens de broedperiode (15 maart – 15 juli) werkzaamheden plaatsvinden, waardoor broedgevallen worden verstoord, zoals vergraven van terrein waar grondbroeders nestelen. Het verstoren van broedsel (inclusief broedende vogels, nesten en eieren) is niet toegestaan (Flora- en faunawet). Binnen het plangebied zijn geen jaarrond beschermde vogels aanwezig. Echter, buiten het broedseizoen is het ook mogelijk dat er broedvogels aanwezig zijn. Voor aanvang van de werkzaamheden dient daarom altijd te worden bekeken of er broedvogels aanwezig zijn. Door beplanting en gras laag te houden kan worden voorkomen dat vogels gaan broeden, dit betekent dat er tijdig moet worden gemaaid en gesnoeid.

Vissen

Bij het natuurloket zijn geen waarnemingen bekend van beschermde vissoorten binnen het desbetreffende kilometerhok. Binnen het plangebied zijn geen waterelementen aanwezig, in dit kader treden dan ook geen negatieve effecten op.

Amfibieën en reptielen

Bij het natuurloket zijn geen waarnemingen bekend van amfibieën en/of reptielen binnen het kilometerhok waarin het plangebied is gelegen. Binnen het plangebied zijn geen waterelementen aanwezig, om deze reden biedt dit geen optimaal leefgebied voor amfibieën. Binnen het plangebied kunnen wel zwervende exemplaren van bruine kikker, bastaardkikker, meerkikker en gewone pad voorkomen. Het plangebied ligt in de huidige situatie braak, wat geschikt leefgebied biedt voor de rugstreeppad. De rugstreeppad komt in Noord-Holland vrij algemeen voor en wordt vaak aangetroffen op bouwterreinen. Binnen het plangebied en in de directe omgeving hiervan zijn geen waarnemingen bekend van de rugstreeppad (bron: www.waarneming.nl). Daarnaast ontbreekt een geschikte voortplantingsbiotoop. Naar verwachting komt de rugstreeppad dan ook niet voor binnen het plangebied. Bij het natuurloket zijn geen waarnemingen bekend van reptielen binnen het desbetreffende kilometerhok. Gezien de inrichting van het terrein is de verwachting dat binnen het plangebied geen reptielen voorkomen.

Overige soorten

Bij het natuurloket zijn geen waarnemingen van overige beschermde diersoorten binnen het kilometerhok bekend. Gezien de inrichting van het terrein worden ook geen overige beschermde soorten verwacht.

Conclusie

In het kader van de Natuurbeschermingswet en de ecologische hoofdstructuur hoeven geen verdere procedures in gang te worden gezet. Verstorende werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (circa 15 maart- 15 juli) in het kader van de Flora-en faunawet. Aangezien buiten het broedseizoen ook broedvogels aanwezig kunnen zijn, wordt voor aanvang van de werkzaamheden altijd bekeken of er broedvogels aanwezig zijn. Aanbevolen wordt om de beplanting en gras laag te houden, de werkzaamheden zoveel mogelijk overdag uit te voeren en geen gebruik te maken van extra verlichting. Tijdens de werkzaamheden dient ten alle tijden de zogenaamde zorgplicht te worden nageleefd. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. In het geval van beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht voor dieren betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, met zo min mogelijk lijden gepaard gaat” (bron, Ministerie LNV, 2008).