4.2 Bedrijven en milieuzonering
Bij het realiseren van een nieuw gebruik wat afwijkt van het bestemmingsplan dient gekeken te worden naar de omgeving waarin de functie(s) gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol:
- past de nieuwe functie in de omgeving?
- laat de omgeving de nieuwe functie toe?
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof. Daarnaast is milieuzonering gericht op nieuwe ontwikkelingen. Milieuzonering is niet bedoeld voor het beoordelen van bestaande situaties waarbij gevestigde milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies op minder dan de richtafstand van elkaar staan.
Met de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering”[1] (het zogenaamde ‘groene boekje’) kan worden bepaald wat de gewenste richtafstand is tussen gevoelige functies en bedrijven in de omgeving. De maximale richtafstand is voor bedrijven met milieucategorie 6 en bedraagt 1.500 meter tot omgevingstype rustige woonwijk.
Bedrijventerrein Viaanse Molen
Aangezien de projectlocatie een bedrijventerrein is, waar kantoren en bedrijven gevestigd zijn, past het kantorencomplex met aanvullende functies horeca, kantoorgerelateerde detailhandel en sportaccommodatie in de omgeving. En aangezien er geen gevoelige bestemmingen zoals woningbouw in de nabije omgeving gelokaliseerd is, vormt het kantorencomplex geen belemmering voor de omgeving en laat de omgeving de nieuwe functie toe.
Conclusie
Milieuzonering vormt geen grond voor belemmering voor onderhavig project.
[1] VNG (16 april 2007) Bedrijven en Milieuzonering; handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspratijk.