direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd-1
Plan: Green Park Aalsmeer Middenweg en deelgebieden 3, 5 en 7
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0358.BPGPAMIDWEGDG357-VA02

Artikel 6 Gemengd-1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen als bedoeld in artikel 8 van deze regels;
  • b. water als bedoeld in artikel 12 van deze regels;
  • c. tuinen en erven behorende bij de woonfuncties op de aangrenzende percelen aan de Aalsmeerderweg of Hornweg.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de in lid 6.1 genoemde gronden mogen slechts bouwwerken, geen gebouwen zijde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schoorsteen' zijn schoorstenen met een maximum bouwhoogte van 20 meter toegestaan;
  • b. ten aanzien van de bouwhoogte van erfafscheidingen geldt een maximum bouwhoogte van 1 meter;
  • c. ten aanzien van de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximum bouwhoogte van 6 meter;
  • d. het maximum te bebouwen grondoppervlak binnen de bestemmingsvlakken bedraagt gezamenlijk 1.300 m².

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Bijgebouwen

Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om in afwijking van lid 6.2.1 een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van bijgebouwen van naastgelegen woningen, met dien verstande dat:

  • a. bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de gronden die worden gebruikt als tuinen en erven van aangrenzende woonpercelen;
  • b. het maximum te bebouwen grondoppervlak binnen de bestemmingsvlakken gezamenlijk 2.500 m² bedraagt, met een maximum van 60 m² per bijgebouw;
  • c. de maximum goothoogte van een bijgebouw 3 meter bedraagt;
  • d. de maximum nokhoogte van een bijgebouw 4,5 meter bedraagt;
  • e. de minimum afstand van een bijgebouw tot water 1 meter bedraagt.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Verboden gebruik

Als verboden gebruik in artikel 16 van deze regels wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de in lid 6.1 genoemde gronden:

  • a. voor parkeren van motorvoertuigen;
  • b. als opslag-, stort- of bergplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden dan wel puin en/of afvalstoffen die verband houden met de verwerkelijking van de bestemming;
  • c. als ligplaats voor een woonschip voor permanente bewoning, woonschip voor niet-permanente bewoning, bedrijfsvaartuig, passagiersvaartuig, pleziervaartuig en/of stationerend vaartuig.

6.4.2 Water

Binnen de bestemmingsvlakken 'Gemengd-1' dient minimaal 8.110 m² water te worden gerealiseerd, waarbij het water in verbinding staat met waterlopen die buiten het betreffende bestemmingsvlak of het plan zijn gelegen.