Plan: | Windpark Nieuwegein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03 |
Inleiding
Bij functiewijzigingen wordt beoordeeld of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor bouwen, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie en geschikt is om te bebouwen.
In het Besluit ruimtelijke ordening is de watertoets opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening.
Waterbeheer en watertoets
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterkwantiteit in het gebied. Het waterbeheer van het Amsterdam Rijnkanaal en het Lekkanaal berust bij Rijkswaterstaat. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerders zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Het hemelwater afkomstig van de A27 wordt opgevangen in sloten evenwijdig aan de A27 en wordt gescheiden van het overige oppervlaktewater afgevoerd naar de poldergemaal van het Hoogheemraadschap. Het streefpeil van dit water is 0,5 -NAP. In droge tijden kan er water worden aangevoerd vanuit het gebied ten zuiden van de Achterweg.
De Schalkwijkse Wetering heeft een waterpeil van 0,45 m +NAP, hier wordt voor het peilbeheer water ingelaten door middel van een pomp vanuit het Lekkanaal.
Het overige oppervlaktewater heeft momenteel nog een tijdelijk peil van 0,5 m -NAP, na het aanleggen van een onderbemaling voor de waterhuishouding bij de Achterweg zal het definitieve peil van 0,8 m -NAP worden ingesteld.
Het oppervlaktewater in het gebied is nog niet compleet aangelegd, in de eindsituatie moet er volgens het Waterhuishoudingsplan circa 18% van het bruto gebiedsoppervlak uit oppervlaktewater bestaan.
Om voldoende drooglegging voor het bedrijventerrein te krijgen wordt het straatpeil in het gehele gebied 0,65 m +NAP.
De Schalkwijkse Wetering is een zogenaamde 'overige' waterkering. Binnen de beschermingszone mag niet zonder meer gebouwd worden. De kernzone van de waterkering strekt zich tot 12 m uit aan weerszijden van de kering, de totale beschermingszone bedraagt 20 m aan weerszijden. De afstand van de rand van de fundering van windturbine 3 (de meest nabijgelegen turbine) tot de uiterste rand van de beschermingszone bedraagt meer dan 20 m. Er wordt dus niet in de waterkering gebouwd.
Voor de aanleg van het windturbinepark als geheel is wel een watervergunning noodzakelijk van het Hoogheemraadschap. De vergunning wordt voorafgaand aan de bouw aangevraagd. Gezien de hiervoor genoemde constatering met betrekking tot de waterkering zijn er geen belemmeringen bekend die het verlenen van de vergunning in de weg staat.
Bij het ontwerp van de funderingen van de windturbines, kraanopstelplaatsen en toegangswegen (zie bijlage 25), is rekening gehouden met voldoende waterdoorstroomcapaciteit. De opstelplaatsen voor de windturbines zullen bereikbaar zijn via een aan te leggen verharde bouwweg, die tevens als recreatief fietspad gebruikt kan worden. Voor de bouwkranen zijn bij de turbine kraanopstelplaatsen gecreëerd. De grondwaterstand zal niet of nauwelijks worden beïnvloed door de verspreid te plaatsen windturbines en verhardingen. Het hemelwater zal direct naast de verharding in de bodem infiltreren. De grondwaterstromen zullen vanwege de zeer beperkte barrièrewerking van de heipalen niet verstoord worden.
Grondwater:
Bij een oppervlaktewaterstand van 0,8 m -NAP zal de gemiddelde grondwaterstand circa 0,7 m onder het toekomstige straatpeil komen te liggen.
De laagste grondwaterstand zal in droge periodes in de nabijheid van het oppervlaktewater ongeveer op 1,25 m onder het straatpeil liggen.
De bodem in het gebied bestaat uit klei op een dikke laag veen. Er zijn dus nog beperkte zettingen van de omgeving te verwachten.
In het naastgelegen gebied Het Klooster ligt een verbeterd gescheiden rioolstelsel.
Het regenwater afkomstig van de daken van de bedrijfsbebouwing wordt op het oppervlaktewater geloosd. Het afvalwater en het verontreinigde regenwater worden door middel van een rioolgemaal afgevoerd naar de rioolwaterzuivering aan de noordzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal. Er zijn geen knelpunten/raakvlakken met het plaatsen van de windturbines. Het hemelwater afkomstig van de molens bevat geen uitlogende materialen en kan op oppervlaktewater worden geloosd.
Boringsvrije zone
Aan de Achterweg ten oosten van de A27 is in Tull en 't Waal een waterwingebied en één pompstation van het Waterleidingbedrijf Midden Nederland (WMN) gevestigd. Dit bedrijf heeft een vergunning voor de onttrekking van 6 miljoen m³ grondwater per jaar. Ter plaatse van de verzorgingsplaatsen De Knoest en De Kroon is een boringsvrije zone ingesteld ter bescherming van dit waterwingebied. Op grond van provinciale milieuverordening is het hier niet toegestaan de watervasthoudende laag te doorboren. Deze laag ligt op een diepte van 40 m. De windturbines komen niet dieper dan deze laag.
Bodem
Voor de start van de bouw zal een nulmeting gedaan worden van de mate van bodemverontreiniging. Gezien het historisch gebruik van de grond (agrarisch) wordt geen bodemverontreiniging verwacht. Na afloop van de exploitatieperiode van het windpark wordt opnieuw een grondonderzoek gedaan om uit te sluiten dat het windpark bodemverontreiniging heeft veroorzaakt.
Ten behoeve van het ontwerp van de fundaties zullen sonderingen worden uitgevoerd om de mechanische eigenschappen van de bodem te bepalen.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het plan geen negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishoudkundige situatie. Er wordt aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer voldaan. Tevens is de bodem geschikt voor de beoogde functie. Bij het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt voor het verleggen van een duiker en het dempen en omleggen van slootjes een watervergunning aangevraagd. Deze aanvraag zal parallel lopen aan de aanvraag omgevingsvergunning.