Blok B1 Weverstede

Regels

Hoofdstuk 1 Regels

Artikel 1 Bestaande regels van toepassing

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Stationsgebied en Blok 1', zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0356.BPBI2019HER001-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen zijn onverkort van toepassing op het wijzigingsplan 'Blok B1 Weverstede' van de gemeente Nieuwegein.

Artikel 2 Gemengd

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1 geldt het volgende:

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. wonen met een maximum van 469 woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep, met dien verstande dat toegangen en trappenhuizen en bij de woningen behorende bergingen overal zijn toegestaan;
• b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - voorzieningen' tevens de volgende functies in de eerste bouwlaag:
  • 1. maatschappelijke voorzieningen;
  • 2. detailhandel
  • 3. ambachtelijke bedrijvigheid;
  • 4. dienstverlening;
  • 5. kantoren, al dan niet in combinatie met ondergeschikte dienstverlening.
  • 6. horeca, in de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten in bijlage 1;
  • 7. openbaar vervoersvoorzieningen, zoals wachtruimte en laadstation;
• c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - dienstverlening en horeca' tevens de volgende functies in de eerste bouwlaag:
  • 1. dienstverlening;
  • 2. horeca, in de categorieën 1 en 2 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Horeca-activiteiten in bijlage 1, in de eerste bouwlaag;
• d. gebouwde parkeervoorzieningen;
• e. wegen en straten, wandel- en fietspaden en trappen met een functie voornamelijk gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
• f. groenvoorzieningen;
• g. binnentuinen;
• h. waterhuishoudkundige voorzieningen en waterberging;
• i. nutsvoorzieningen.

2.2 Bouwregels

2.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

• a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
• b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' geldt de opgenomen maximale bouwhoogte.

2.2.2 Gebouwen in de vorm van viaducten ten behoeve van voetgangers en fietsers

Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van viaducten ten behoeve van voetgangers en fietsers geldt de volgende bepaling:

• a. de bouwhoogte van gebouwen in de vorm van viaducten ten behoeve van voetgangers en fietsers, mag maximaal 8 m bedragen.

2.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van gebouwen, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

• a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m mag bedragen;
• b. de bouwhoogte van masten, palen, kunstwerken en reclame-uitingen mag niet meer dan 12 m bedragen.
• c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.

2.3 Afwijken van de bouwregels

Het is toegestaan af te wijken van artikel 2.1 onder b, ten behoeve van:

• a. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen in de vorm van trappenhuizen, liftinstallaties, centrale verwarmingsinstallaties, schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, antenne-installaties, zendmasten ten behoeve van mobiele telefonie, hekwerken en andere technische installaties, waaronder begrepen installatie voor duurzame energie, mits de overschrijding van de maximaal toegestane bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;

2.4 Specifieke gebruiksregels

• a. horeca zoals benoemd in artikel 2.1 sub b en c bedraagt gezamenlijk maximaal 500 m² brutovloeroppervlakte (bvo) en het totale aantal horecabedrijven mag niet meer dan 3 bedragen;
• b. horeca en detailhandel zoals benoemd in artikel 2.1 sub b bedraagt gezamenlijk maximaal 225 m2 brutovloeroppervlakte (bvo).

2.4.1 Voorwaardelijke verplichting groene inpassing

Het gebruik zoals benoemd in artikel 2.1 onder a is uitsluitend toegestaan voor zover:

• a. de groene inpassing, zoals opgenomen in bijlage 2 binnen ten hoogste 2 jaar na het in gebruik nemen van de woningen is aangelegd en daarna in stand wordt gehouden.

Artikel 3 Algemene bouwregels

3.1 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

In aanvulling op Artikel 1 geldt dat artikel 9.4 uit het bestemmingsplan 'Stationsgebied & Blok B1' wordt vervangen door het onderstaande:

Ten aanzien van parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen gelden de volgende bepalingen:

• a. een bouwwerk waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat op het bouwperceel of in de omgeving daarvan voldoende parkeergelegenheid voor auto's is voorzien en in stand wordt gehouden. Van voldoende parkeergelegenheid is sprake indien deze parkeergelegenheden zijn aangelegd en in stand worden gehouden conform overeenkomstig de Nota Parkeernormen 2011-2015, of de opvolger daarvan, van de gemeente Nieuwegein.
• b. in afwijking van sub a geldt dat voor wonen, in afwijking van de Nota Parkeernormen 2011-2015, of de opvolger daarvan, het volgende:
  • 1. er wordt minimaal 0,5 parkeerplaats per woning gerealiseerd;
  • 2. meerdere parkeergelegenheden kunnen worden vervangen voor parkeergelegenheid voor deelauto's met een verhouding van 5:1 (reguliere parkeerplaats : deelauto) met een maximum van 25 deelauto's;
• c. indien in de onder sub a bedoelde parkeergelegenheid wordt voorzien op eigen terrein, moet de stallingsruimte per auto een afmeting hebben van minimaal 1,80 meter bij 5 meter met daarnaast voldoende in- en uitstapruimte;
• d. indien in de onder sub a bedoelde parkeergelegenheid wordt voorzien in het openbaar gebied, kan het college hieraan voorwaarden stellen voor wat betreft afmetingen en situering;
• e. gebouwde parkeervoorzieningen zijn uitsluitend overdekt toegestaan;
• f. een bouwwerk waarvan een behoefte aan ruimte voor laden of lossen van goederen wordt verwacht, is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat op het bouwperceel of in de omgeving daarvan aan voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt voorzien en in stand wordt gelaten;
• g. het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde onder sub a en onder e en toestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits:
• h. dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie of op andere wijze in de nodige parkeergelegenheid; of
• i. in laad- of losruimte wordt voorzien.

Artikel 4 Titel

Dit plan kan worden aangehaald als wijzigingsplan 'Blok B1 Weverstede' van de gemeente Nieuwegein.