direct naar inhoud van Artikel 8 Bos
Plan: Woudenberg Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke en/of ecologische waarden;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': tevens een nutsvoorziening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – houtopslag': een houtopslagloods;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduct': tevens een ecoduct;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een zend- en ontvangstinstallatie;

alsmede voor:

  • h. ondergeschikt agrarisch medegebruik;
  • i. extensief dagrecreatief medegebruik en ondergeschikt educatief medegebruik;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals wegen en paden, zitbanken , informatieborden en nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, en observatieposten worden gebouwd;
  • b. de hoogte van een zend-/ontvangstinstallatie als bedoeld in lid 8.1 onder g bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • c. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en observatieposten bedraagt 2 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c bedraagt de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduct' maximaal 20 meter.

8.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden en observatieposten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte van het gebouw bedraagt maximaal 30 m2;
  • b. de goothoogte van het gebouw bedraagt maximaal 2,5 meter;
  • c. de bouwhoogte van observatieposten bedraagt maximaal 15 meter.

8.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens is niet toegestaan;
  • b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen is niet toegestaan, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

8.5 Aanlegvergunning
8.5.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Bos zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting.

8.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 8.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

8.5.3 Voorwaarde voor een aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-en/of landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

8.5.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 8.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.