direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Woudenberg Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hoveniersbedrijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een opslagbedrijf behorende tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw': een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijfsverzamelgebouw Maarsbergseweg 69, atelierruimte en/of oefenruimte voor muziekbands;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf': een bouwbedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – elektrotechnisch- en schildersbedrijf': een elektrotechnisch- en schildersbedrijf;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - een houtbewerkingsbedrijf': een houtbewerkingsbedrijf;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – groothandel in hout- en bouwmaterialen': een groothandel in hout- en bouwmaterialen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – houthandel': een houthandel;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – interieurbouwbedrijf': een interieurbouwbedrijf;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – landbouwmechanisatiebedrijf': een landbouwmechanisatiebedrijf;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – loonwerkersbedrijf': een loonwerkersbedrijf;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – loonwerkers- en sloopbedrijf': een loonwerkers- en sloopbedrijf;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf': een metaalbewerkingsbedrijf;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showmodellen': detailhandel in kampeerhuisjes, carports, pergola's, veranda's, speeltoestellen, erfafscheidingen en daarmee vergelijkbare producten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – service- en installatiebedrijf': een service- en installatiebedrijf;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf': een transportbedrijf;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vogelasiel': een vogelasiel;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 1': een vrachtwagenstalling;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 2': een vrachtwagenstalling;

alsmede voor:

  • u. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, (natuurvriendelijke) oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Bedrijfsbebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak
  • a. binnen bouwvlakken mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd;
  • b. de maximale bebouwingsoppervlakte van gebouwen en overkappingen, waarbij de woning niet is inbegrepen, bedraagt per bouwvlak niet meer dan is aangegeven met de maatvoeringsaanduiding 'maximale oppervlakte (bbo)';
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan is aangegeven met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • d. showmodellen worden uitsluitend geplaatst op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showmodellen', de gezamenlijke oppervlakte van de showmodellen bedraagt niet meer dan 250 m² en de hoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt niet meer dan 6 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • f. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen bedraagt 2 meter.

7.2.2 Bedrijfswoning
  • a. per bouwvlak mag één bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, worden gebouwd, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander maximaal aantal wooneenheden is aangegeven, waarbij het aantal wooneenheden het aantal woningen aangeeft;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 600 m3;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 meter en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • e. de maximale oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bedraagt 80 m2 per bedrijfswoning, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' anders is bepaald;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter.

7.2.3 Buiten het bouwvlak

Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter.

7.3 Ontheffing van de bouwregels
7.3.1 Vergroten bebouwingsoppervlakte gebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.2.1onder b voor het vergroten van de bebouwingsoppervlakte van gebouwen en overkappingen met ten hoogste 15% mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • b. de bebouwing wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
  • d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 3' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is vergroting met 100 m2of meer slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

7.3.2 Vergroten bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het vergroten van de inhoudsmaat van een bedrijfswoning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting mag maximaal 25% bedragen tot maximaal 800 m3 inclusief aan- en uitbouwen;
  • b. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. het ontwerp van de woning sluit goed aan bij het karakter van het buitengebied en de omgeving;
  • d. de woning wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • e. de maatvoeringseisen voor woningen worden in acht genomen;
  • f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

7.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten, anders dan aangegeven met de functieaanduidingen, zijn niet toegestaan;
  • b. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan;
  • c. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
  • d. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
  • e. de opslag van goederen en materialen is ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw', 'opslag' en 'caravanstalling' buiten de bedrijfsbebouwing niet toegestaan;
  • f. het stallen van meer dan 5 vrachtwagens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 1' is niet toegestaan;
  • g. het stallen van meer dan 12 vrachtwagens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – vrachtwagenstalling 2' is niet toegestaan;
  • h. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfs- en bijgebouwen is niet toegestaan;
  • i. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
  • j. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of een bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.

7.5 Ontheffing van de gebruiksregels
7.5.1 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 7.4 onder j voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw of een tijdelijke unit, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van een bouwperceel waarop krachtens het plan een bedrijfswoning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend als een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt overgelegd voor Awbz-zorg thuis;
  • d. uit de indicatie van het CIZ moet blijken dat sprake is van mantelzorg voor minimaal zes maanden;
  • e. de indicatie moet na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn afgegeven voor minimaal zes maanden en geldig zijn op het moment van de aanvraag om bouwvergunning;
  • f. de oppervlakte in gebruik voor mantelzorg bedraagt maximaal 80 m²;
  • g. indien sprake is van een tijdelijke unit dient deze te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. een tijdelijke unit wordt geplaatst aan de achterzijde of zijgevel van de bestaande woning, waarbij plaatsing aan de zijgevel slechts is toegestaan als de afstand tot de voorgevelrooilijn ten minste 3 meter bedraagt;
    • 2. de afstand van een tijdelijke unit tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen bedraagt ten minste 2 meter;
  • h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • i. ontheffing wordt verleend voor de duur van de periode waarin mantelzorg wordt geboden.

7.6 Wijzigingsbevoegdheden
7.6.1 Wijzigen bestemming Bedrijf naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen en in combinatie daarmee tevens lid 32.2 onder a wijzigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond moet zijn dat het bedrijf is beëindigd;
  • b. de wijziging in de bestemming Wonen omvat het gehele bestemmingsvlak, waarbij het aantal woningen niet mag worden vergroot;
  • c. bij wijziging van de gronden met de aanduiding ´zonder bedrijfswoning´ mag ten hoogste één woning worden gebouwd, mits vooraf vaststaat dat binnen het betreffende bouwvlak alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van de bebouwing, die als bijgebouwen bij de woning kunnen, en gezien de maximale oppervlaktebepalingen, mogen worden aangemerkt;
  • d. de oppervlakte van de te slopen bedrijfsbebouwing als bedoeld onder c bedraagt ten minste 1.000 m², met inachtneming van hetgeen onder e is bepaald;
  • e. cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
  • f. wijziging van lid 32.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder d, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
  • g. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

7.6.2 Wijzigen bestemming Bedrijf naar andere vorm van bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de functieaanduiding behorende bij de bestemming Bedrijf wijzigen ten behoeve van een ander type bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. door de wijziging ontstaan in ruimtelijk en milieuhygiënisch opzicht geen blijvend minder gunstige gevolgen voor de omgeving van het betreffende bedrijf in vergelijking tot de gevolgen van het bedrijf waarvan de functieaanduiding wordt gewijzigd;
  • b. de wijziging omvat het gehele bestemmingsvlak, waarbij het bouwvlak niet wordt vergroot;
  • c. de oppervlakte, goothoogte en maximale hoogte van gebouwen zoals aangegeven met een maatvoeringsaanduiding mogen niet worden vergroot;
  • d. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.