direct naar inhoud van Artikel 9 Cultuur en Ontspanning
Plan: Woudenberg Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01

Artikel 9 Cultuur en Ontspanning

9.1 Bestemmingsomschrijving

De Cultuur en Ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning en op cultuur(beleving), waaronder begrepen tentoonstellingen en concerten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden': tevens voor behoud en herstel van de aanwezige natuur- en landschapswaarden;

alsmede voor:

  • d. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, natuurvriendelijke oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zitbanken, informatieborden, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Bedrijfsgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak
  • a. binnen bouwvlakken mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd;
  • b. de bebouwingsoppervlakte van gebouwen en overkappingen, waarbij de bedrijfswoning is niet inbegrepen, bedraagt per bouwvlak niet meer dan is aangegeven met de maatvoeringsaanduiding 'maximale oppervlakte (bbo)';
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven;
  • d. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt 12 meter, met uitzonderingen van erf- en terreinafscheidingen;
  • e. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter.

9.2.2 Bedrijfswoning
  • a. per bouwvlak mag één bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, worden gebouwd, tenzij met de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een ander maximaal aantal wooneenheden is aangegeven, waarbij het aantal wooneenheden het aantal woningen aangeeft;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van een bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen bedraagt maximaal 600 m3;
  • d. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 en de bouwhoogte maximaal 10 meter;
  • e. de maximale oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt 80 m2 per bedrijfswoning;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter.

9.2.3 Buiten het bouwvlak

Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter.

9.3 Ontheffing van de bouwregels
9.3.1 Vergroten bebouwingsoppervlakte gebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.2.1onder b voor het vergroten van de bebouwingsoppervlakte van gebouwen en overkappingen met ten hoogste 15% mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • b. de bebouwing wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
  • d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 3' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is vergroting met 100 m2of meer slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

9.3.2 Vergroten bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vergroting van de inhoudsmaat van een bedrijfswoning, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de vergroting mag maximaal 25% bedragen tot maximaal 800 m3 inclusief aan- en uitbouwen;
  • b. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. het ontwerp van de woning sluit goed aan bij het karakter van het buitengebied en de omgeving;
  • d. de woning wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • e. de maatvoeringseisen voor woningen worden in acht genomen;
  • f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

9.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel is niet toegestaan;
  • b. de opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen is niet toegestaan;
  • c. de opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
  • d. het aanbieden van meer dan 3 kamers ten behoeve van bed & breakfast per bedrijfswoning is niet toegestaan;
  • e. bed & breakfast is niet toegestaan in een bijgebouw;
  • f. bed & breakfast is niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied';
  • g. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, is niet toegestaan;
  • h. bewoning anders dan door één afzonderlijk huishouden is niet toegestaan;
  • i. het gebruiken van een bedrijfsgebouw of een bijgebouw bij de woning, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.

9.5 Ontheffing van de gebruiksregels
9.5.1 Ontheffing ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 9.4 onder i voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw of een tijdelijke unit, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van een bouwperceel waarop krachtens het plan een bedrijfswoning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend als een zorgindicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) wordt overgelegd voor Awbz-zorg thuis;
  • d. uit de indicatie van het CIZ moet blijken dat sprake is van mantelzorg voor minimaal zes maanden;
  • e. de indicatie moet na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn afgegeven voor minimaal zes maanden en geldig zijn op het moment van de aanvraag om bouwvergunning;
  • f. de oppervlakte in gebruik voor mantelzorg bedraagt maximaal 80 m²;
  • g. indien sprake is van een tijdelijke unit dient deze te voldoen aan de volgende voorwaarden:
    • 1. een tijdelijke unit wordt geplaatst aan de achterzijde of zijgevel van de bestaande woning, waarbij plaatsing aan de zijgevel slechts is toegestaan als de afstand tot de voorgevelrooilijn ten minste 3 meter bedraagt;
    • 2. de afstand van een tijdelijke unit tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen bedraagt ten minste 2 meter;
  • h. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • i. ontheffing wordt verleend voor de duur van de periode waarin mantelzorg wordt geboden.

9.6 Aanlegvergunning
9.6.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, vergraven, verruimen, uitdiepen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren;
  • b. het planten, verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting;
  • c. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen.
  • d. uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

9.6.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 9.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer waaronder begrepen worden de normale recreatieve exploitatie ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

9.6.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 9.1 onder c genoemde waarden van de gronden of de aanwezige landschapselementen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

9.6.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 9.6.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de natuur- en landschapsdeskundige, omtrent de voorwaarde zoals genoemd in lid 9.6.3.

9.6.5 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 9.6.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.