Plan: | Dijkstraat181 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.Dijkstraat181-oh01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Dijkstraat 181 e.o. met identificatienummer NL.IMRO.0345.Dijkstraat181-oh01 van de gemeente Veenendaal.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een van de weg of openbaar toegankelijk gebied afgekeerde gevel van een (hoofd)gebouw.
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
archeologisch vooronderzoek dat kan bestaan uit locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan. De verschillende vormen van onderzoek worden verricht door een erkende partij en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificaties in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De resultaten van het onderzoek worden weergegeven en geïnterpreteerd in een rapport. Op basis daarvan beoordeelt de gemeente of een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten in dat gebied.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.
het door bewoners bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
het door bewoners beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
werken en werkzaamheden, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
het deel van het dakvlak dat uitsteekt boven de gevel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven en/of personen, zoals administratie-, reclame-, advocaten-, makelaars-, notaris-, werkbemiddelings-, reis-, advies- en ingenieursbureaus, kappers, en medische praktijken.
een vorm van landbouw die past binnen een duurzame ontwikkeling. Dat wil zeggen dat gewassen op een natuurlijke manier worden verbouwd, gezond voor mens en milieu. Zonder gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen, kunstmest en genetische manipulatie.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
een dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
een binnen de natuurbestemming toegestaan agrarisch medegebruik in de vorm van extensief beheerd grasland en natuurakkers, waarbij de instandhouding en versterking van omliggende en ter plaatse aanwezige natuur- en landschapswaarden voorop staat;
een vorm van openluchtrecreatie waarbij vooral het landschap of bepaalde delen ervan sterk beleefd worden, waarbij weinig of geen gebouwde voorzieningen nodig zijn en waarbij tevens in het algemeen het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is, zoals wandelen, fietsen, verpozen en natuur- en landschapsbeleving; onder extensieve recreatie wordt in ieder geval niet begrepen lawaaisporten.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en op het perceel naar aard en omvang het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen drank- en etenswaren, en het bedrijfsmatig verstrekken van logies en/of zaalaccommodatie.
een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, hakhout, heesters en/of overige houtige gewassen, waaronder ook struiken en hagen.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
landschapselementen zoals houtwallen, poelen en bomenlanen.
een bedrijf gericht op de productie en/of distributie van een of meer dan één nutsvoorziening.
voorzieningen ten behoeve van (de aansluiting op) het openbare net van gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming, en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen.
vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen beneden peil.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
een landschap met grote open ruimten, dat wordt gekenmerkt door vergezichten en zichtlijnen en waarin het gezichtsveld niet wordt belemmerd door omheiningen en houtopstanden.
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en waarvan de steunconstructie uit ten hoogste één wand bestaat.
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
de grens van een perceel.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een bedrijf voor prostitutie zoals een bordeel.
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
de naar de openbaar toegankelijk gebied gekeerde gevel, erkers en luifels niet meegerekend.
de denkbeeldige lijn waarop de voorgevel(s) van een woning is/zijn geplaatst.
een niet-aaneengebouwde woning.
gronden (buitengebied) met een hoge archeologische verwachtingswaarde zoals vermeld op de gemeentelijke archeologische maatregelen/beleidskaart.
gronden (bebouwd gebied) met een hoge archeologische verwachtingswaarde en/of gronden (buitengebied) met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde zoals vermeld op de gemeentelijke archeologische maatregelen/beleidskaart.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor huisvesting in een zelfstandige woning van maximaal 1 huishouden.
een woning met eigen toegang, eigen keuken en toilet.
een gevel van een (hoofd)gebouw, niet zijnde een voor- en achtergevel.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die bouwwerken, horizontaal, dan wel verticaal gemeten.
de kortste afstand tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op het bouwperceel voorkomende of nog te bouwen gebouw;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale projectie van de ruimte tussen de harten van de vloeren of balklagen.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren).
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
voor het buitenwerks meten van maten geldt dat uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing blijven, zoals bij dakgoten, regenafvoerpijpen, rookgasafvoeren en kleine schoorstenen, en tot maximaal 0,8 meter buiten beschouwing blijven bij dakoverstekken;
De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | waarden: |
saw-cl | coulissenlandschap |
saw-kvp | karakteristiek verkavelingspatroon |
saw-ol | openlandschap |
lw | landschapswaarden |
Op en in de gronden als bedoeld in 3.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde in 3.2.2.
In afwijking van het bepaalde in 3.2.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 1,50, met uitzondering van erfafscheidingen langs de Dijkstraat, waarvan de maximale bouwhoogte 1 m is;
b. ter plaatse van de "specifieke bouwaanduiding -hek" een maximale bouwhoogte van 2,25 m;
c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van Cultuur en Ontspanning - kunstwerk" een kunstwerk met een maximale oppervlakte van 16 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het bouwen van zonnepanelen met een maximale hoogte van 1 m, mits:
a. de landschaps- en natuurwaarden als bedoeld in artikel 3.1, niet onevenredig worden aangetast;
b. de zonnepanelen niet gelegen zijn binnen een gebied met de aanduiding "openlandschap";
c. de zonnepanelen gelegen zijn binnen het bestemmingsvlak "Agrarisch met waarden" dat grenst aan de gronden met de bestemming "Wonen;
c. niet meer dan 250 m2 zonnepanelen wordt gerealiseerd en
d. de zonnepanelen goed landschappelijk worden ingepast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning binnen de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden" af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 voor het bouwen van maximaal twee niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals een schuilgelegenheid en/of berging, op voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 teneinde paardenbakken toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is in ieder geval ook:
het gebruik van gronden voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 teneinde paardenbakken toe te staan mits de paardenbak wordt opgericht in overeenstemming met artikel 3.3.3.
Artikel 16.1 "Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden", is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodanig, dat de gronden als bedoeld in artikel 3.1, worden gewijzigd in de bestemmingen als bedoeld in: artikel 4 "Bos", artikel 5 "Natuur" en artikel 6 "Water",
één en ander met dien verstande dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening, hetgeen wordt aangetoond in een ruimtelijke onderbouwing, waarbij in ieder geval wordt aangetoond dat het wijzigen uitsluitend geschiedt ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouw zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,5 m¹ mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning binnen de gronden met de bestemming "Bos" af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2, voor het bouwen van maximaal één niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van de bestemming, zoals een schuilgelegenheid of berging op voorwaarde dat:
Artikel 16.1 "Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 5.1, mag, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, niet worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde in 5.2.2.
In afwijking van het bepaalde in 5.2.1. mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal 1,50 m;
b. vlonders met een breedte van maximaal 1 m en een lengte van maximaal 150 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken met een omgevingsvergunning binnen de gronden met de bestemming "Natuur" van het bepaalde in artikel 5.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet voor bewoning bestemd gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals een schuilgelegenheid en/of berging op voorwaarde dat
b. de landschaps- en natuurwaarden als bedoeld in artikel 3.1 niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 16.1 "Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in artikel 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen en de steigers maximaal 2 m2 groot mogen zijn.
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde die ten dienste staan van deze bestemming en tevens voldoen aan de voorwaarden in artikel 7.4.2 ten behoeve van parkeren.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende bepalingen:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen van de gebouwen indien bij de indiening van de aanvraag omgevingsvergunning is aangetoond dat de opstallen zoals aangegeven op de tekening in bijlage 1 zijn gesloopt.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen van de gebouwen, met inachtneming van het de voor het gebied ten tijde van de indiening van de aanvraag geldende parkeernormenbeleid, indien:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen van de gebouwen indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2', aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming van en onderzoek naar de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 7 prevaleert de (dubbel)bestemming 'Waarde - Archeologie - 2'.
Op en in de gronden als bedoeld in 8.1 mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de in 8.1 omschreven doeleinden.
In afwijking van het bepaalde in 8.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, de fundering en de afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van de betreffende waardevolle terreinen, maar ook omdat de exacte begrenzingen van archeologische terreinen niet in alle gevallen vaststaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.2.1 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de voor deze gronden geldende andere bestemmingen mits uit archeologisch vooronderzoek blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 8.4 de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een beslissing te nemen over een omgevingsvergunning als bedoeld in 8.4 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Behoudens het bepaalde in 8.5.1 is het in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op of in de gronden als bedoeld in 8.1 de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren op een diepte van meer dan 0.50 m onder het peil en over een oppervlakte van meer dan 1.000 m²:
Het in 8.5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De bepaling in 8.5 op grond waarvan géén omgevingsvergunning is vereist voor werken en werkzaamheden over een oppervlakte van 1.000 m2 of minder geldt niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden deze bepaling van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Werken en werkzaamheden als bedoeld in 8.5, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in 8.5 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen terzake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan zodanig te wijzigen dat:
Over de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in 8.6.1 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen deskundige.
De voor 'Waarde - Archeologie - 3', aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming van en onderzoek naar de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden als bedoeld in 9.1 en het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 7 prevaleert de (dubbel)bestemming 'Waarde - Archeologie - 3'.
Op en in de gronden als bedoeld in 9.1 mogen uitsluitend gebouwen en overige bouwwerken worden opgericht ten dienste van de in 9.1 omschreven doeleinden.
In afwijking van het bepaalde in 9.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemmingen, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, de fundering en de afmetingen van gebouwen en overige bouwwerken zulks ter voorkoming van onevenredige aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van de betreffende waardevolle terreinen, maar ook omdat de exacte begrenzingen van archeologische terreinen niet in alle gevallen vaststaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 9.2.1 voor gebouwen en overige bouwwerken ten dienste van de voor deze gronden geldende andere bestemmingen mits uit archeologisch vooronderzoek blijkt dat de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.4 de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens een beslissing te nemen over een omgevingsvergunning als bedoeld in 9.4 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Behoudens het bepaalde in 9.5.1 is het in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in 9.1 de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren op een diepte van meer dan 0,5 meter onder het peil en over een oppervlakte van meer dan 5.000 m²:
Het in 9.5 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De bepaling in 9.5 op grond waarvan géén omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is vereist voor werken en werkzaamheden over een oppervlakte van 5.000 m² of minder geldt niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden deze bepaling van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Werken en werkzaamheden als bedoeld in 9.5, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Alvorens een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen als bedoeld in 9.5 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen terzake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan zodanig te wijzigen dat:
Over de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in 9.6.1 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen deskundige.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen dat deze uitsluitend toegestaan zijn onder de gebouwen, hiervan uitgezonderd zijn ondergeschikte bouwdelen, zoals de inritten, deze zijn tevens naast de gebouwen toegestaan mits gesitueerd binnen de bouwvlakken.
Als gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt in ieder geval:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - stiltegebied' zijn de gronden mede bedoeld voor het voorkomen of beperken van geluidhinder conform de regels zoals opgenomen in de, ten tijde van de indiening van de aanvraag omgevingsvergunning geldende, Provinciale Milieuverordening Utrecht.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De in 14.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen ten aanzien van:
Behoudens het bepaalde in artikel 16.1.1, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:
werken en werkzaamheden* | |||||||||||||||
Gronden met aanduiding: | a | b | c | d | e | f | g | ||||||||
sa-ol | open landschap | + | + | + | + | ||||||||||
sa-cl | coulissenlandschap | + | + | + | + | + | |||||||||
sa-kvp | karakteristiek verkavelingspatroon | + | + | + | + | + |
lw | landschapswaarde | + | + | + | + | + | |||||||||
Gronden als bedoeld in artikel: | |||||||||||||||
4 | Bos | + | + | + | + | + | |||||||||
5 | Natuur | + | + | + | + | + | + | + |
* de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist |
||||||||||||||||
a | aanleggen van verharde wegen en paden, het verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; | |||||||||||||||
b | verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden; | |||||||||||||||
c | aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; | |||||||||||||||
d | aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; | |||||||||||||||
e | vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben; | |||||||||||||||
f | diepploegen, zijnde het extra diep circa 0,5 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd; | |||||||||||||||
g | bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden. |
Het in artikel 16.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
Werken en werkzaamheden, als bedoeld in artikel 16.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor, danwel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 16.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake natuur- en landschapdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 17.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 17.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Dijkstraat181
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Veenendaal
d.d. tot vaststelling van het bestemmingsplan Dijkstraat181
Mij bekend,
de griffier.