Plan: | Nijverkamp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPNijverkamp-oh01 |
Bedrijven
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van industriƫle activiteiten met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Het beleid is er op gericht te voorkomen dat er te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.
Op basis van de vigerende regelgeving voor de betreffende activiteit kan de minimaal aan te houden afstand tussen de activiteit en het dichtstbijzijnde gevoelige object worden bepaald. Deze afstand dient minimaal in acht te worden genomen in bestemmingsplannen.
In 2006 is een onderzoek verricht naar de externe veiligheid op de bedrijventerrein Het Ambacht en Nijverkamp. Dit onderzoek is als bijlage gevoegd bij de plantoelichting.
Het bestemmingsplan laat rechtstreeks geen nieuwe activiteiten toe die onder het BEVI vallen. Binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour (veiligheidszone Bevi-3) laat het bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare objecten toe. Beperkt kwetsbare objecten zijn binnen de betreffende plaatsgebonden risicocontour niet bij voorbaat uitgesloten. Per geval vindt een beoordeling daarvan plaats.
Binnen het invloedsgebied (veiligheidszone Bevi-2) moet elke verhoging van de personendichtheid worden verantwoord. Hiervoor wordt advies gevraagd bij de regionale brandweer. De oriƫntatiewaarde mag in ieder geval niet worden overschreden.
Risicovol Transport
Sinds de openstelling van de aansluiting van de Rondweg-oost op de A12 wordt het doorgaande transport van gevaarlijke stoffen met bestemmingen in Veenendaal geleid via de Rondweg-Oost.
Het doorgaande verkeer rijdt via de A12 en de A50 en komt dus niet door de stad.
Aan beide zijden van de transportroute een invloedsgebied met beperkingen voor het realiseren van nieuwe gebouwen. Deze staat aangeduid op de kaart. Binnen het invloedsgebied moet elke verhoging van de personendichtheid worden verantwoord. Hiervoor wordt advies gevraagd bij de regionale brandweer.