direct naar inhoud van 7.4 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Watervogelenbuurt, Hoograven, Tolsteeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPWATERHOOGTOLSTEE-0401

7.4 Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen
In dit artikel wordt toegelicht wat onder een begrip uit het bestemmingsplan wordt volstaan. Waar nodig wordt de met de SVBP2008 voorgeschreven begripsbepaling gehanteerd. In andere gevallen heeft steeds een afstemming plaats op de begrippen in de andere Utrechtse bestemmingsplannen.

Artikel 2 Wijze van meten
Teneinde te voorkomen dat misverstanden bestaan over hoe en wat gemeten moet worden bij het bepalen van de in de regels genoemde maten, is in dit artikel uiteengezet hoe dat moet gebeuren. Ook hier is aangesloten bij de SVBP2008.

Artikel 3 Bedrijf
De verschillende bedrijven zijn in de bestemming Bedrijf opgenomen. Binnen het plangebied zijn uitsluitend de bedrijfsactiviteiten uit de milieucategorieën A, B1 en B2 toegelaten van de aan de regels toegevoegde Lijst van Bedrijven, functiemenging (een toelichting op deze lijst is als bijlage van de toelichting opgenomen). Een uitzondering hierop wordt gevormd door het bestaande bedrijf aan de Gansstraat 143 en de Lippe Biesterfeldstraat 13, die in milieucategorie C vallen. Deze bedrijven zijn daarom in de regels binnen deze bestemming nader aangeduid en daarmee specifiek bestemd. Burgemeester en wethouders kunnen overigens afwijken van de lijst, voor bedrijven die niet in de lijst voorkomen, maar die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn genoemd in de Lijst van Bedrijven. Dat geldt niet voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen. Verder zijn de bestaande bedrijfswoningen op de verbeelding aangeduid. Nieuwe bedrijfswoningen worden niet toegelaten.
De grotere nutsgebouwen, zoals gebouwen ten behoeve van elektriciteitsvoorzieningen, het gemaal en dergelijke zijn in de bestemming Bedrijf ondergebracht, inclusief de ontsluitingsverhardingen. Deze nutsgebouwen zijn groter dan de nutsgebouwtjes die op grond van de algemene afwijkingsregels kunnen worden toegelaten en zijn dan ook vanwege hun omvang apart aangeduid op de verbeelding.

Aan de Duurstedelaan is voor een bestaand cateringbedrijf een specifieke aanduiding voor een afhaalzaak opgenomen. Gelet op de beperkte omvang en de bijdrage die deze specifieke vorm van detailhandel kan hebben voor de wijk is deze functieverruiming aanvaardbaar.

Artikel 5 Bedrijventerrein
Het gebied aan de Vaartsche Rijn/Rotsoord en aan het Merwedekanaal zijn bestemd als bedrijventerrein. Binnen die bestemming zijn over het algemeen bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 3 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (waaronder categorie 3.1 en 3.2) toegelaten. Een uitzondering hierop wordt gevormd door het gebied aan het Merwedekanaal, aan de zuidwestkant van het plangebied, waar slechts bedrijven tot en met categorie 2 zijn toegelaten. Dit is op de verbeelding aangeduid. Daarnaast is de verkoop van motorbrandstoffen aangeduid op de verbeelding. Ook hier zijn uitsluitend de bestaande bedrijfswoningen toegelaten. Detailhandel is niet toegestaan. Een bestaande showroom op Rotsoord is aangeduid.

Bedrijven die zijn toegelaten op zogenaamde gezoneerde industrieterreinen zijn hier niet toegestaan.

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

Tivoli de Helling heeft de bestemming Cultuur en Ontspanning gekregen. Binnen deze bestemming zijn culturele voorzieningen mogelijk. Wat hieronder verstaan wordt is gedefinieerd in artikel 1.

Artikel 7 Gemengd - 1
Een aantal panden in woonblokken wordt ook voor andere functies gebruikt, zoals reisbureaus, bakkers en kleinschalige kantoortjes. Door een dergelijke menging van functies blijft het gemengde karakter van de straten behouden. In het bestemmingsplan hebben deze panden dan ook een bestemming gekregen die menging van functies mogelijk maakt. Naast wonen zijn bijvoorbeeld ook kantoren en dienstverlening (kappers, reisbureaus) toegelaten op de begane grond. Op de verdiepingen mag uitsluitend worden gewoond. Alle panden met de bestemming Gemengd-1 mogen op de begane grond als woning worden gebruikt. Voor wat betreft de bouwregels gelden dezelfde regels als bij de bestemming Wonen (bijvoorbeeld voor wat betreft dakterassen en bijzondere bouwlagen). Binnen Gemengd zijn de bestaande detailhandelsvestigingen apart aangeduid.
In de woonbuurten is verspreid in de wijk beperkt detailhandel aanwezig. Het beleid met betrekking tot detailhandel voorziet in een clustering van detailhandel langs de 't Goylaan en de bestaande winkelconcentraties. Binnen woonbuurten dient de vestiging van nieuwe detailhandel te worden voorkomen. Daarom is voor detailhandel geen uitwisseling mogelijk binnen de bestemming Gemengd.
In het plangebied komen verschillende snackbars en eetgelegenheden voor. Ook deze zijn in de bestemming Gemengd-1 opgenomen. De betreffende panden zijn apart op de verbeelding aangeven, omdat wisselingen van horeca naar andere functies wel zijn toegelaten, maar functieveranderingen van winkel naar horeca niet. Het is niet de bedoeling om in het gebied nieuwe cafés en dergelijke toe te laten. Binnen de bestemming is alleen de zogenaamde laagdrempelige ofwel zachte horeca toegelaten. Het gaat daarbij om snackbars, restaurants en andere eetgelegenheden (categorie C en D van de Lijst van Horeca-activiteiten). De in het plangebied bestaande categorie B horecabedrijven zijn via een aanduiding op de verbeelding
Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening is, in verband met de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen, in het bestemmingsplan een onderscheid gemaakt in vier categorieën horecabedrijven. De categorie-indeling is opgenomen in de "Lijst van Horeca-inrichtingen" en is tot stand gekomen aan de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard en omvang van het bedrijf en de parkeerdruk. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogt de nadelige invloeden van de vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen. Zie ook bijlage 2, waarin een toelichting op de lijst van horeca-inrichtingen is opgenomen.

Artikel 8 Gemengd - 2
Gemengd-2 is gericht op de combinatie van detailhandel en dienstverlening (op de eerste bouwlaag) met wonen daarboven. Verder zijn op de begane grond tevens bestaande horeca toegelaten; de betreffende horecavoorzieningen zijn aangeduid op de verbeelding. Kantoren, bedrijven en maatschappelijke voorzieningen zijn alleen toegelaten daar waar dat op de verbeelding is aangeduid. Voor het overige geldt hetzelfde als voor de bestemming 'Gemengd-1.

Artikel 10 Groen
De verschillende soorten groenvoorzieningen (met uitzondering van het snippergroen) zijn opgenomen in één bestemming. Een groot deel van het groen heeft alleen een functie als plantsoen of als speelplek.
Binnen de bestemming Groen is ook waterbeheer, waterberging en sierwater toegestaan. De kleinere watergangen zijn dan ook niet apart bestemd. Daarnaast mogen er binnen deze bestemming ook voet- en fietspaden worden gerealiseerd.

Artikel 11 Kantoor
In het plangebied zijn verschillende kantoorgebouwen aanwezig. Deze hebben een passende kantoorbestemming gekregen.

Artikel 12 Maatschappelijk
Binnen deze bestemming zijn verschillende instellingen en voorzieningen ondergebracht. Het gaat daarbij om uiteenlopende maatschappelijke voorzieningen, zoals educatieve en religieuze instellingen, medische, sociaal-culturele voorzieningen, jeugdopvang, begraafplaatsen, een huis van bewaring en voorzieningen ten behoeve van forensisch psychiatrisch onderzoek en dergelijke. Wat precies onder maatschappelijke voorzieningen wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 1. Een specifieke aanduiding is opgenomen voor een dierenasiel, de begraafplaatsen en een justitiële inrichting. Hierdoor zijn deze voorzieningen door middel van een aanduiding plaatsvast gemaakt, maar er is daarnaast wel een zekere uitwisseling van functies mogelijk gemaakt. De bestaande bouwmassa's zijn in grote lijnen door middel van bebouwingspercentages en hoogtescheidingslijnen op de verbeelding vastgelegd. Beperkte uitbreidingen zijn in de meeste gevallen wel mogelijk.

Artikel 13 Recreatie - uit te werken

De bestemming Recreatie-uit te werken betreft een terrein van 32.000m² (bij benadering). Hiervan mag 5% worden bebouwd met gebouwen, te weten ongeveer 1600m². De bestemming is rechtstreeks overgenomen uit het oude bestemmingsplan Hoograven-Tolsteeg. De uitwerking heeft als doel de verplaatsing van de scoutingvereniging de Baracudas.

Artikel 14 Recreatie - Volkstuinen
Deze bestemming is gelegd op het volkstuinencomplex bij Rotsoord. Er is een bouwvlak opgenomen waar een gebouw kan worden gebouwd.

Artikel 15 Sport
Binnen deze bestemming worden de verschillende sporthallen en sportvelden geregeld. De bouwmogelijkheden zijn afgestemd op de bestaande situatie. De met deze bestemming samenhangende ondergeschikte detailhandel en horeca zijn toegelaten. Ook binnen deze bestemming worden evenementen toegelaten (zie hiervoor onder Recreatie - Volkstuinen).

Artikel 16 Sport - Sportschool
Binnen deze bestemming is een bestaande sportschool aan de Hoogravenseweg vervat. De bouwmogelijkheden zijn afgestemd op de bestaande situatie en de woningen eromheen.

Artikel 17 Tuin
Deze bestemming is gehanteerd voor enkele percelen aan de Barnsteenlaan en de Briljantlaan. Er mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder schuttingen worden gerealiseerd.

Artikel 18 Verkeer
Deze bestemming is van toepassing op de wegen waar de nadruk ligt op de afwikkeling van het doorgaande verkeer. Dit betreft de 't Goylaan, Hoofdgraaflandstraat-W.A.Vultostraat-Briljantlaan, Musketierlaan, Diamantweg-Smaragdplein, Baden Powellweg, Albatrosstraat, Gansstraat, Venuslaan, Catharijnesingel en de Bleekstraat. Er zijn binnen deze bestemming kleine gebouwtjes toegestaan bijvoorbeeld voor het realiseren van fietsenstallingen.

Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
De spoorlijn heeft de bestemming 'Verkeer - Railverkeer'. In deze bestemming zijn de spoorbaan en de daarbij behorende voorzieningen toegestaan en ook geluidwerende voorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. Onderdoorgangen ten behoeve van het wegverkeer zijn via een aanduiding op de verbeelding aangegeven.

Het Tracébesluit Utrecht Centraal-Houten is één op één vertaald in dit bestemmingsplan. Dit betekent dat ook het gedeelte van het station dat in HOV om de Zuid is meegenomen nu in dit bestemmingsplan wordt meegenomen. Het station zou anders in twee verschillende bestemmingsplannen vallen. Dit is niet wenselijk. De parkeergarage onder het spoor is ook meegenomen in dit bestemmingsplan. De voorzieningen voor de trambaan vallen nog steeds in het bestemmingsplan HOV om de Zuid. Een aantal begrippen uit het Tracébesluit zijn overgenomen in dit bestemmingsplan.

Artikel 20 Verkeer - Verblijfsgebied
De meeste wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer- Verblijfsgebied'. Dit zijn de wegen met hoofdzakelijk een functie voor het bestemmingsverkeer. Ook de pleinen, de bermen van wegen en het snippergroen maken hier deel van uit. Er zijn kleine gebouwtjes toegestaan bijvoorbeeld voor het realiseren van fietsenstallingen.

Artikel 21 Water
Water is in het plangebied een structurerend element. De grotere watergangen zijn in de bestemming 'Water' opgenomen. De regeling uit de keur blijft onverkort naast het bestemmingsplan van kracht. Bij de bestemmingsomschrijving van Verkeer, Verkeer-Verblijfsgebied en Verkeer-Railverkeer, staat onder andere de bestemming 'water'.
Langs het Merwedekanaal en de Vaartsche Rijn ligt een aantal woonboten in het water. Deze zijn door middel van een nadere aanduiding 'woonschepenligplaats' op de verbeelding opgenomen. Daarbij is bepaald dat per aanduiding maximaal één ligplaats voor één woonschip toegelaten is. Voor die woonschepen worden tevens mogelijkheden voor de uitoefening van aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf geboden, vergelijkbaar met andere woningen. De bergingen bij de woonschepen zijn geregeld in de bestemmingsregeling van de aangrenzende gronden, binnen de bestemming Groen. Gemalen en dergelijke zijn nutsvoorzieningen die binnen de bedrijvenbestemming geregeld.

Kruisingen met verkeerswegen zijn toegestaan in de bestemmingsomschrijving. In de meeste andere bestemmingen zijn water, waterbeheer, waterberging en sierwater eveneens toegestaan, in het belang van waterbeheer en waterberging.

Artikel 22 Wonen
In het bestemmingsplan is de woonfunctie de overwegende functie. Een belangrijk onderdeel van het bestemmingsplan is dan ook de bestemmingsregeling van de woonbebouwing. Allereerst is van belang dat in de bestemmingsregeling onderscheid wordt gemaakt tussen hoofd- en bijgebouwen. In de begripsbepalingen van artikel 1 wordt het onderscheid tussen een hoofdgebouw en een bijgebouw gedefinieerd.
De basis voor de regeling van de woonfunctie is de regeling in één bestemming: Wonen. In deze bestemming zijn ook de daarbij behorende tuinen geregeld en is bepaald in welke mate aanbouwen en bijgebouwen zijn toegestaan. In deze bestemming is ook onder bepaalde voorwaarden de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan. Een specifieke regeling is opgenomen voor de bestaande woonwagenstandplaatsen aan de Musketierlaan, waar zich vier standplaatsen bevinden en voor de drie woonwagenstandplaatsen aan de Broeder Alarmstraat.

Hoofdgebouwen
Met betrekking tot de hoofdgebouwen op de gronden met de bestemming Wonen geldt dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft omtrent de daarbij in acht te nemen (verticale en horizontale) maten. De bouwgrenzen geven de horizontale begrenzing aan van de hoofdgebouwen. In het algemeen is de hoogte van de woonbebouwing aangegeven door het aantal bouwlagen of maximale (bouw)hoogte. Daarmee wordt in het kader van de afstemming tussen de ruimtelijke kwaliteit en de gebruikerswensen voor het gehele gebied eenheid gecreëerd tot een bepaalde maximale hoogte en wordt tegelijkertijd ten aanzien van de verscheidenheid in dakvormen enige flexibiliteit geboden.
Bij het bepalen van de maximale (bouw)hoogte is gekeken naar de huidige bouwhoogten van de woningen en de omliggende bebouwing. Daarbij is rekening gehouden met de breedte van de wegen en de hoogten van omliggende woningen, zodat de daglichttoetreding gegarandeerd blijft. De regels bieden de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden - via een afwijking - een kap of een bijzondere bouwlaag aan de woningen toe te voegen.
In het plangebied komt een verscheidenheid aan dakvormen voor. Voorbeelden hiervan zijn kappen, terugliggende bouwlagen en bouwlagen die aan één zijde een dakhelling hebben. Om de flexibiliteit met betrekking tot dakvormen te kunnen regelen is de bijzondere bouwlaag geïntroduceerd. Een bijzondere bouwlaag is een bouwlaag met in ieder geval aan één zijde een dakhelling of een bouwlaag die ten opzichte van de voorgevel en/of achtergevel terugligt. In de regels en op de verbeelding is aangegeven waar een bijzondere bouwlaag mogelijk is. In paragraaf 4.2.1zijn deze bijzondere bouwlagen uiteengezet.

Aanbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
In de bestemming Wonen is onderscheid gemaakt in voortuin en achtertuin. Voor de voorgevel mogen in principe geen gebouwen worden opgericht. Uitgezonderd hiervan zijn de erkers, toegangsportalen en dergelijke op de begane grond. Hierop is het gemeentelijke erkerbeleid van toepassing. Een andere uitzondering is opgenomen voor bestaande aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen in deze strook om te voorkomen dat deze anders onder het overgangsrecht zouden vallen. Deze bestaande bebouwing in de voortuin mag wel worden gehandhaafd en vernieuwd, maar mag niet worden vergroot.

Op het gedeelte van het perceel dat is gelegen achter de voorgevel van de woning mogen aanbouwen en bijgebouwen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50% van die gronden met een maximum van 45 m². Indien de oppervlakte van dat deel van het perceel groter is dan 250 m², gelden daarvoor normen van respectievelijk 20% en 100 m². Specifiek voor een gebied rondom de Albatrosstraat is een 'specifieke bouwaanduiding - aanbouw' opgenomen. Hier is een aanbouw toegestaan waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m², om te voorkomen dat te grote aanbouwen ontstaan. Zie ook paragraaf 4.2.1.

Voor aanbouwen is de maximale goothoogte gesteld op het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw plus 0,3 m, zodat een dak gerealiseerd kan worden waarbij aan de binnenzijde van de woning het plafond doorloopt. Dit sluit aan bij de hoogte zoals die is genoemd in het Besluit omgevingsrecht, Bijlage II (BOR). Voor vrijstaande bijgebouwen is een maximale goothoogte van 3 m en een maximale nokhoogte van 4,5 m geregeld.
Erfafscheidingen in de voortuin mogen niet hoger zijn dan 1 m. Erfafscheidingen op het gedeelte achter de voortuin bij de woning mogen een hoogte van 2 m niet overtreffen. Andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, op dit gedeelte van het perceel bij de woning mogen niet hoger zijn dan 3 m en vlaggenmasten mogen niet hoger zijn dan 6 m.

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en Bed&Breakfast
Een ander belangrijk onderdeel van de bestemming Wonen is de regeling van de aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven als ondergeschikte functie bij het wonen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het bij een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf om een beroeps- of bedrijfsuitoefening in combinatie met wonen en dus door één van de bewoners van de woning. De maximale oppervlakte die daarvoor is toegestaan is 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 40 m². Wanneer een woning een vloeroppervlak van 150 m2 of meer heeft dan mag een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf een oppervlakte van 60 m2 hebben. Het beroep of bedrijf mag zowel in de woning als in de aanbouwen en bijgebouwen worden uitgeoefend. Via een aantal nadere voorwaarden is bepaald dat geen hinder (milieucategorie A van de LvB als maximum) en geen verkeersaantrekkende werking of parkeerdruk mogen ontstaan voor de omgeving. Ook mag bij een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijf geen sprake zijn van detailhandel, horeca, afhaalzaken of belhuizen.
Daarnaast is de uitoefening van een Bed&Breakfast in samenhang met wonen toegestaan. Die activiteit dient ondergeschikt te zijn. Om die reden wordt bepaald dat de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik dient te houden voor wonen.

Dakkapellen
Het is mogelijk dakkapellen te realiseren. De toelaatbaarheid van de (vorm, afmetingen van) dakkapellen is geregeld in de welstandsnota. In het bestemmingsplan zijn hiervoor dan ook geen regels opgenomen.

Garageboxen
In het plangebied zijn op enkele plaatsen complexen van garageboxen/bergingen aanwezig. Omdat deze niet op een erf bij een woning staan, hebben deze de aanduiding 'Garage' gekregen. De garages mogen uitsluitend voor de stalling van motorvoertuigen, caravans, boten en dergelijke worden gebruikt en als bergruimte. De opslag van huishoudelijke artikelen is toegestaan. Opslag van goederen ten behoeve van bedrijven is aangemerkt als strijdig gebruik. Dit is mede gedaan in verband met eventueel gevaar en milieuhinder.

Artikel 23 Leiding - Brandstof(dubbelbestemming)
De aanwezige brandstofleiding (aardgas) aan de Verlengde Hoogravenseweg, ten zuiden van de A12, wordt binnen deze dubbelbestemming beschermd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het bouwen, mits advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Artikel 24 Waarde - Archeologie(dubbelbestemming)
De archeologische waarden en verwachtingen in het plangebied zijn door de dubbelbestemming Waarde-Archeologie en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg beschermd. Overtreding van het bestemmingsplan is een strafbaar feit. Op deze manier houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische waarden en verwachtingen conform de Monumentenwet.

Artikel 25 Waarde - Cultuurhistorie (dubbelbestemming)

Door middel van deze bestemming worden de betreffende gronden in het plangebied bestemd voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd stadsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden. Voor de gronden die in een beschermd stadsgezicht vallen zijn extra regels opgenomen die waarborgen dat de karakteristiek van het straat- en stadsbeeld niet in onevenredige mate wordt aangetast en aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied geen afbreuk wordt gedaan. Het betreft een zeer klein deel van het plangebied ter plaatse van de Catharijnesingel, met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' en 'Water'.

Artikel 27 Waterstaat - Waterkering

De Kromme Rijn, de Stadsbuitengracht en de Vaartsche Rijn zijn voorzien van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Hierbinnen wordt de instandhouding van de waterkering beschermd.

Artikel 28 Antidubbeltelbepaling
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een bouwvergunning/omgevingsvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.

Artikel 29 Algemene bouwregels
Een algemene bouwregel is opgenomen om kleine overschrijdingen, tot een maximum van 1,5 m, mogelijk te maken. Daarbij dient gedacht te worden aan ondergeschikte bouwdelen, zoals stoeptreden, trappenhuizen, hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken.

Artikel 30 Algemene gebruiksregels
Deze bepaling geeft aan dat het verboden is om een bouwwerk te gebruiken, te doen of te laten gebruiken in strijd met de bestemmingen. Dat betreft onder meer het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning en onbebouwde gronden voor opslag, voor staan- of ligplaats voor onderkomens of als kampeerterrein.
In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen prostitutiebedrijven gevestigd met een vergunning op basis van de APV. Gezien het in Utrecht gehanteerde maximumstelsel zijn nieuwe prostitutiebedrijven niet toegestaan en zijn prostitutiebedrijven uitgesloten in de gebruiksbepaling en in de begripsbepaling "aan huis verbonden beroep en bedrijf". Gelet op het binnen de gemeente gehanteerde maximumstelsel betekent de regeling in dit bestemmingsplan geen algeheel verbod, maar wel een verbod op seksinrichtingen binnen dit plangebied.

Artikel 32 Algemene afwijkingsregels
Hierin zijn afwijkingsregelingen opgenomen, die kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al afgeweken kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes.

Artikel 33 Algemene wijzigingsregels
In een aantal gevallen kan de bestemmingsgrens worden overschreden met een wijzigingsbevoegdheid als dat van belang is voor bijvoorbeeld een technisch betere realisering van een bestemming.
Het aantal wijzigingsbevoegdheden is beperkt gehouden, om te voorkomen dat bij herhaling bijzondere procedures moeten worden gevoerd met het daarbij behorende capaciteitsbeslag op zowel het gemeentelijk apparaat als het bestuur.

Verder is er een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het vestigen van een kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving heeft, in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor de realisatie van het kinderdagverblijf geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieuaspecten luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering en verkeerslawaai.

Artikel 34 Overgangsrecht
Deze regeling heeft tot doel een regeling te creëren voor bebouwing die afwijkt van het plan. In principe mag die bebouwing worden gehandhaafd en zelfs gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. Alleen als deze bebouwing door een calamiteit verloren gaan, is algehele herbouw mogelijk. Voorwaarde daarbij is wel, dat de aanvraag om bouwvergunning binnen 2 jaar na het teniet gaan van het bouwwerk wordt ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor een eenmalige vergroting van de inhoud van een bestaand bouwwerk dat afwijkt van het plan. Deze vergroting is echter beperkt tot maximaal 10 % van de inhoud.
Van de overgangsbepaling zijn die bouwwerken uitgezonderd die bestaan op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan maar die zijn gebouwd in strijd met het voorgaande bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden. Het overgangsrecht is dus niet van toepassing op illegale bebouwing.

Daarnaast heeft deze bepaling tot doel een regeling te creëren voor gebruik dat afwijkt van het plan. Het tijdstip waarop gebruik als bestaand gebruik in de zin van deze bepaling wordt aangemerkt is, op grond van vaste jurisprudentie, de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. In principe mag het afwijkende gebruik worden gehandhaafd en mag er zelfs een wijziging in worden aangebracht. Die wijziging moet dan wel leiden tot een vermindering van de gebruiksafwijking, zowel naar aard als naar omvang. Dit betekent, dat in gevallen van afwijkend gebruik een intensivering van dat afwijkende gebruik niet is toegestaan.
Ook hier is een uitzondering op. Het gebruik dat al in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan en waartegen nog wordt of kan worden opgetreden, valt niet onder deze overgangsregeling.

Artikel 35 Slotregel
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.