direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie - uit te werken
Plan: Watervogelenbuurt, Hoograven, Tolsteeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPWATERHOOGTOLSTEE-0401

Artikel 13 Recreatie - uit te werken

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. verenigingsleven;
  • c. speel- en schooltuinen;
  • d. sportvelden;
  • e. en bij de bestemming behorende parken, groenstroken, fiets- en voetpaden, nutsvoorzieningen en water.
13.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 13.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening en de volgende uitwerkingsregels:

  • a. de bebouwing van de gronden en de inrichting van de terreinen, dienen gericht te zijn op de recreatieve belangen van de wijk;
  • b. maximaal 5% van de totale oppervlakte van het gebied van de in het eerste lid genoemde bestemming mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van enig gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. minimaal 50% van de gronden moet worden bestemd voor groenvoorziening met speelveld of speelplaats;
  • e. maximaal 1 hectare mag worden bestemd voor schooltuinen;
  • f. van de gronden mogen maximaal 50 parkeerplaatsen worden gereserveerd voor de nabij gelegen roeivereniging.
13.3 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in een zodanig plan bepaalde.

13.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken voordat de bestemming overeenkomstig lid 13.2 is uitgewerkt en onherroepelijk is geworden mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de op te richten bebouwing in overeenstemming is met een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of met een daarvoor gemaakt ontwerp, ofwel met een document zoals een concept-uitwerkingsplan, waaruit de inpasbaarheid in de integrale uitwerking redelijkerwijs voorzienbaar is;
  • b. belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan dan wel het bouwplan mondeling en/of schriftelijk kenbaar te maken.