Plan: | HOV om de Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPHOVOMDEZUID-0601 |
Als uitzondering op de standaard peildefinitie wordt voor kunstwerken binnen het bestemmingsvlak Verkeer - Openbaar Vervoer de bovenkant van de rails van de Hoogwaardig Openbaar Vervoerbaan gezien als het peil. Voor de overige bestemmingen wordt de standaard definitie van peil gehanteerd.
Ter plaatse van de HOV-halte Vaartsche Rijn zijn de functies detailhandel, dienstverlening, horeca (categorie D) en een HOV baan toegestaan, met dien verstande dat de functies detailhandel en horeca onder de tramlijn worden gerealiseerd. Deze functies zijn gepland op de hoek bij de halte Vaartsche Rijn en zullen worden gerealiseerd achter een gevel met een hoogte van 6 m onder de tramlijn. De totale bouwhoogte van de halte Vaartsche Rijn bedraagt 9 m, waarbij een deel van het gebouw 11 m mag zijn (zie aanduiding op de plankaart). De maximale oppervlakte van de detailhandel, dienstverlening en horeca bedraagt in totaal 200 m². De essentie van het geluidrapport van het bestemmingsplan HOV om de Zuid is in de gebruiksregels van de bestemming Gemengd verankerd. Overtreding van die gebruiksregels wordt aangemerkt als een met het bestemmingsplan strijdig gebruik.
Ter hoogte van de Rijndijk, bij de forten Lunetten, is de bestemming Recreatie opgenomen. Deze gronden zullen worden gebruikt voor dagrecreatie ten behoeve van de forten en het gebied in de Maarschalkerweerd.
Onder andere ter plaatse van het Sportpark Koningsweg is de bestemming Sport opgenomen en is bedoeld voor sportvoorzieningen, parkeren en bijbehorende voorzieningen. Binnen de bestemming Sport mogen ten behoeve van de bestemming gebouwen worden opgericht binnen het aangegeven bouwvlak en met een bouwhoogte van maximaal 4,5 m. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen, bomendepot' is tevens een bomendepot toegestaan ten behoeve van de aanleg van de HOV-baan.
De bestemming Verkeer is toegekend aan de wegen. Deze wegen lopen direct langs de trambaan. Ten behoeve van werkzaamheden en onderhoud aan het openbaar vervoer is ook hier opgenomen dat werkterreinen, onderhoudspaden en -stroken zijn toegestaan. Ter plaatse van bruggen over water is de aanduiding brug geprojecteerd. Ten behoeve van een voetgangersbrug over de Laan van Maarschalkerweerd is opgenomen dat er één kunstwerk is toegestaan met een maximale hoogte van 9 m. Er is via een nadere aanduiding aangegeven in welke zone die zou kunnen komen. Tevens is een ecologische verbindingszone toegestaan. Het voorterrein bij de halte Vaartse Rijn is ook meegenomen in het plangebied. Voor eendeel van dit gebied is een wijzgingsbevoegdheid opgenomen voor de inrit van een parkeergaraage.
Artikel 7 Verkeer - Openbaar Vervoer
De trambaan zelf heeft de bestemming Verkeer - Openbaar vervoer. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, met Hoogwaardig Openbaar Vervoer, in de vorm van een tram, als voornaamste functie. Daarnaast behoren onder andere oversteekplaatsen, bovenleidingmasten, haltes, stallingruimten voor fietsen en groenvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen tot de mogelijkheden.Ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone, zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van de natuurlijke en ecologische waarden die deze gronden, gelegen onder de trambaan, eigen zijn. De aanduiding berging is geprojecteerd op dat deel van de trambaan waaronder bergingen zijn gepland ten behoeve van de bewoners van de Pelikaanstraat. Daar waar de tramlijn wegen niet gelijkvloers doorkruist, is de aanduiding onderdoorgang opgenomen; ter plaatse van bruggen over water is de aanduiding brug geprojecteerd. Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied' zijn burgemeester en wethouders bevoegd om de bestemming voor wat betreft de maximale bouwhoogte te wijzigen teneinde een ongelijkvloerse kruising mogelijk te maken indien de Oosterspoorbaan in de toekomst niet wordt opgeheven. Daar waar het spoor de HOV-baan kruist is de aanduiding railverkeer opgenomen.
De essentie van het geluidrapport van het bestemmingsplan HOV om de Zuid is in de gebruiksregels van de bestemming Gemengd verankerd. Overtreding van die gebruiksregels wordt aangemerkt als een met het bestemmingsplan strijdig gebruik.
Artikel 8 Verkeer - Railverkeer
Voor een deel van het spoor nabij halte Vaartse Rijn is de bestemming Verkeer-Railverkeer opgenomen. Dit deel is opgenomen vanwege het feot dat er een wijzigingsbevoegdheid geldt voor een parkeergarage onder het spoor en deels onder de HOV-baan.
Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
De wegen met de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied hebben een verkeers- en verblijfsfunctie. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, zoals parkeervoorzieningen, paden, groenvoorzieningen en water.
De gronden op de kaart aangewezen voor Water zijn bestemd voor de aldaar aanwezige watergang, het verkeer te water, de waterhuishouding, wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, enzovoort.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, passende binnen de bestemming worden gebouwd.
Artikel 11 Waarde - Archeologie
De archeologische waarde en verwachtingen in het plangebied zijn door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie en de specifieke gebruiksregel die verwijst naar de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg beschermd, terwijl overtreding van het bestemmingsplan een strafbaar feit is. Op deze manier houdt het bestemmingsplan rekening met de archeologische waarden en verwachtingen conform de Monumentenwet.
Artikel 12 Waterstaat - Waterkering
De aanwezige waterkering wordt beschermd middels de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Op die gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de waterkering met een maximale bouwhoogte van 2 m.
Artikel 13 Antidubbeltelbepaling
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat een stuk grond dat al eens was betrokken bij het verlenen van een bouwvergunning bij de beoordeling van latere bouwplannen nogmaals wordt betrokken.
Artikel 14 Algemene bouwregels
In de bouwverordening zijn ook voorschriften opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vóór deze bepalingen, maar in dit artikel is bepaald welke voorschriften uit de bouwverordening naast het bestemmingsplan van kracht blijven. Het gaat daarbij om voorschriften van stedenbouwkundige aard, zoals de bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer en brandblus-voorzieningen, bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten, de ruimte tussen bouwwerken en parkeergelegenheid bij gebouwen.
Daarnaast regelt dit artikel de mogelijkheid voor (beperkte) overschrijdingen van bebouwingsgrenzen die op de kaart zijn aangegeven.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Een algemeen gebruiksverbod hoeft derhalve niet meer in de planregels te worden opgenomen. Het is wel mogelijk om in het bestemmingsplan aan te geven wat onder verboden gebruik in ieder geval wordt verstaan. In dit artikel is opgenomen dat onder verboden gebruik wordt verstaan: onbebouwde gronden te gebruiken als staanplaats voor onderkomens als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan of als stortplaats voor puin en afvalstoffen.
Artikel 16 Algemene ontheffingsregels
Dit artikel regelt ontheffingsmogelijkheden voor het college van burgemeester wen wethouders. Dit heeft primair tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Ze kunnen worden toegepast als er niet op grond van de bestemmingsregelingen in hoofdstuk 2 al een ontheffing verleend kan worden. Het gaat dan om een afwijking van maten, afmetingen en percentages, het plaatsen van objecten van beeldende kunst, het realiseren van kleine nutsgebouwtjes.
Artikel 17 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel wordt geregeld dat de bestemmingsgrenzen kunnen worden gewijzigd, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 18 Algemene procedureregels
In dit artikel is de procedure beschreven die doorlopen dient te worden bij het gebruik maken van een ontheffing van de regels. De procedure voor wijziging of uitwerking van bestemmingen wordt sinds de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening geregeld in de wet (artikel 3.6 Wro). In het bestemmingsplan hoeft hiervoor derhalve geen aparte regeling meer voor te worden opgenomen.
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken en een strafbepaling. Deze hoeven daarom niet in het bestemmingsplan te worden opgenomen. Het handelen in strijd met aanlegregels of sloopregels valt hier echter niet onder. Overtreding hiervan dient nog steeds in het bestemmingsplan als strafbaar feit te worden aangemerkt.
De overgangs- en slotbepalingen van hoofdstuk 4 bevatten de onderstaande 3 bepalingen.
In het Besluit op de ruimtelijke ordening (in werking 1 juli 2008) is overgangsrecht opgenomen dat in elk bestemmingsplan moet worden overgenomen.
Indien de in het plan opgenomen regels. voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe regels plaatsvindt.
Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan.
Vergunningplichtige bouwwerken die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Woningwet die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.
Wel kan met een beroep op het overgangsrecht een aanvraag worden ingediend voor de verbouw van een illegaal bouwwerk. Om te voorkomen dat een dergelijke aanvraag moet worden gehonoreerd, is in de overgangsbepaling van dit plan opgenomen dat deze slechts van toepassing is op legale bouwwerken.
Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd, voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt.
Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, van het overgangsrecht is uitgesloten.
Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan. Dit laatste is uiteraard mede afhankelijk van andere aspecten, waaronder de vraag of het strijdige gebruik reeds zolang plaatsvindt dat de gemeente haar rechten heeft verwerkt.
In dit artikel is de naam van het bestemmingsplan, de citeertitel, omschreven.