direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer - Openbaar Vervoer
Plan: HOV om de Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHOVOMDEZUID-0601

Artikel 7 Verkeer - Openbaar Vervoer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Openbaar Vervoer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een hoogwaardige openbaarvervoerbaan (HOV-baan) in de vorm van een trambaan;
  • b. kruisingen met wegen, railverkeer, water en groenvoorzieningen;
  • c. fiets- en voetgangersoversteekplaatsen;
  • d. stationsvoorzieningen en halteplaatsen;
  • e. werkterreinen, onderhoudswegen, -paden en -stroken ten behoeve van openbaarvervoer en railverkeer;
  • f. calamiteitenverkeer;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens voor een spoorbaan ten behoeve van railverkeer;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone': tevens een ecologische verbindingszone onder de functies als genoemd onder a en b gelegen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang': tevens een onderdoorgang;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens een voetgangersbrug;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-berging': tevens voor bergingen onder de functie als genoemd onder a gelegen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'groen': voor groenvoorzieningen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-busbaan': tevens een busbaan;
  • n. overige kunstwerken, waaronder bruggen, faunapassages en (ecologische) duikers,
  • o. overige voorzieningen zoals stallingruimten voor fietsen, wandel-en fietspaden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, ontsluitingsweg voor naastgelegen spoorbaan, taluds en grondkerende voorzieningen ten behoeve van de naastgelegen spoorbaan, geluidswerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, bovenleidingsmasten, waterbeheer en waterberging.
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

7.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m2 ook buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b mag ter plaatse van de nadere aanduiding 'brug', een voetgangersbrug worden gerealiseerd, waarvan de hoogte niet meer dan 9 meter mag bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder b. mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-berging' de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 meter.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van kunstwerken als genoemd in lid 7.1 onder n en overige kunstwerken ten behoeve van de in lid 7.1 onder a genoemde HOV-baan, mag niet meer bedragen dan 7,5 meter;
  • b. de bouwhoogte van geluidswerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 1,8 meter, gemeten ten opzichte van de bovenkant van de rails van de HOV-baan;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ter geleiding, begeleiding en regeling van het openbaar vervoer en het verkeer, mag niet meer bedragen dan 3 meter, gemeten ten opzichte van de bovenkant van de rails van de HOV-baan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een afstand van minimaal 3,5 meter aangehouden te worden tussen de bovenkant wegdek en de onderkant van de HOV-baan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'groen' zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten dienste van groenvoorzieningen.
7.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wtehouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde genoemd onder 7.2.2. onder a voor het verhogen van de bouwhoogte van kunstwerken tot maximaal 10 meter.

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. het gebruik van de in lid 7.1 onder a genoemde trambaan is uitsluitend toegestaan overeenkomstig of minimaal gelijkwaardig aan de uitgangspunten die blijkens paragraaf 3.1 en bijlage 2 van het Geluidsonderzoek HOV Utrecht Tram om de Zuid van Movares Nederland B.V. d.d 14 december 2009, Kenmerk\R94037A2SVO – Versie 2.0, ten grondslag hebben gelegen aan het geluidsonderzoek en het besluit hogere waarde;
  • b. het bepaalde in lid a dient vóór reguliere ingebruikname te worden aangetoond door middel van een schriftelijke opleveringsrapportage aan het college van burgemeester en wethouders;
  • c. De in lid 7.1 onder k genoemde bergingen mogen uitsluitend worden gebruikt als berging behorend bij woningen;
  • d. een handelen in strijd met het bepaalde onder a en onder b. wordt aangemerkt als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1' bevoegd de bestemming te wijzigen en een kunstwerk in de vorm van een brug voor de HOV-baan toe te staan, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van het kunstwerk ten behoeve van de brug mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter geleiding, begeleiding en regeling van het openbaar vervoer mogen niet meer bedragen dan 7,5 meter, gemeten ten opzichte van de bovenkant van de rails van de HOV-baan;
  • c. door onderzoek is aangetoond dat er voldaan wordt aan de geldende milieuwetgeving en er sprake is van een goede ruimtelijke ordening, waarbij de volgende aspecten worden betrokken:
    • 1. verkeersveiligheid;
    • 2. milieu;
    • 3. geluid;
    • 4. bezonning;
    • 5. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
    • 6. sociale veiligheid;
    • 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.