direct naar inhoud van 5.3 Externe veiligheid
Plan: Galecopperbrug, Westraven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601

5.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid rondom opslag, gebruik, productie en transport van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's dienen aanvaardbaar te blijven.

5.3.1 Beleid, wet- en regelgeving

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

In het bijlagenrapport worden deze begrippen verder toegelicht.

Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI)

De inrichtingen die onder de Wet milieubeheer vallen, hebben volgens het BEVI een plaatsgebonden risicocontour (PR-contour) van een bepaalde afstand. Kwetsbare objecten (zoals woningen, scholen en ziekenhuizen) dienen buiten deze veiligheidszone te staan.

Inrichtingen die onder het BEVI vallen hebben behalve een PR-contour ook een zogenaamd invloedsgebied (het groepsrisico). Het groepsrisico is afhankelijk aan personendichtheid binnen het invloedsgebied van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico wordt getoetst aan een oriëntatiewaarde. De gemeente mag als bevoegd gezag van deze norm afwijken als daar belangrijke redenen (motivatiebeginsel) voor zijn.

Vervoer gevaarlijke stoffen (VGS)

Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is op dit moment gebaseerd op Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (nota RNVGS, 1996). Met de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen Staatsblad 2004, 147, wordt dit beleid verder verduidelijkt.

Voor nieuwe situaties is de grenswaarde van het PR voor het vervoer gevaarlijke stoffen gesteld op het niveau van 10-6/jaar. Voor bestaande situaties is dit de streefwaarde. De waarde voor het groepsrisico wordt per km-route of -tracé bepaald.

Landelijk Basisnet

Landelijk Basisnet: In de nieuwe Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen heeft de overheid het zogenaamde Landelijke Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Dit basisnet met daaraan gekoppeld gebruiksruimtes en veiligheidszones, moet de spanning verminderen tussen vervoersbelangen en ruimtelijke ordening. Het Basisnet beoogt een netwerk te zijn van bestaande spoor-, weg- en vaarwegverbindingen. De Nota is in januari 2006 in de Tweede Kamer behandeld, maar nog niet goedgekeurd.

Als gevolg van het toekomstige Landelijk Basisnet gaan veiligheidszones gelden voor een aantal belangrijke transportassen. Het Landelijk Basisnet wordt wettelijk verankerd middels het komende Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (Btev). Naar verwachting zal dit Besluit medio 2012 van kracht worden.

AMvB Buisleidingen (BEVB)

Het Rijk wil veiligheidsafstanden creëren voor ondergrondse buisleidingen voor gevaarlijke stoffen. Dit is geregeld in de AMvB Buisleidingen (Besluit externe veiligheid buisleidingen) die per 1 januari in 2011 in werking is getreden

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen regelt vanaf 2011 onder meer:

  • risico's van en veiligheidszones langs buisleidingen;
  • buisleidingen in bestemmingsplannen;
  • technische eisen;
  • toezicht;
  • melding van incidenten en noodplannen.

Alle buisleidingen voor gevaarlijke stoffen en het BEVB geldt, zijn opgenomen op de provinciale risicokaarten.

Daarnaast wil het Rijk locaties aanwijzen voor nieuwe leidingen. Dit moet op termijn geregeld worden in een Structuurvisie Buisleidingen.

5.3.2 Inrichtingen

De Galecopperbrug wordt niet beschouwd als inrichting of als beperkt (kwetsbaar) object in de zin van het BEVI.

5.3.3 Vervoer gevaarlijke stoffen

De Rijksweg A12 is aangewezen als route voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit vervoer brengt risico's met zich mee voor de omgeving. De Galecopperbrug zelf is geen kwetsbaar object voor vervoer van gevaarlijke stoffen, in de omgeving van de brug bevinden zich echter wel (beperkt)kwetsbare objecten. Daarom is in dit bestemmingsplan inzichtelijk gemaakt of de renovatie van de Galecopperbrug leidt tot verandering van het GR en het PR voor vervoer van gevaarlijke stoffen.

Het GR is niet berekend voor zowel de huidig als de autonome en toekomstige situatie, omdat renovatie van renovatie van de Galecopperbrug niet leidt tot verandering van de personendichtheid in de omgeving van de brug.

Het PR voor de huidige en toekomstige situatie is wel inzichtelijk gemaakt, omdat een aanpassing van de brug in principe zou kunnen leiden tot verandering van het PR voor vervoer van gevaarlijke stoffen over de Galecopperbrug (de berekening is opgenomen in bijlage 2). Uit de berekeningen blijkt dat de renovatie van de Galecopperbrug geen effecten heeft op het PR voor vervoer van gevaarlijke stoffen, omdat de toekomstige (hulp)constructie van de brug niets wijzigt aan de ligging van de rijstroken en geen invloed heeft op de verkeersintensiteit van de A12.

5.3.4 Buisleidingen

In het plangebied liggen geen buisleidingen met een relevante contour voor het PR of het GR.

Ten zuiden ligt een defensiepijplijn. De relevante PR-contour van deze buisleiding ligt volgens de provinciale risicokaart op 0 m. Daarnaast ligt het bestemmingsplan niet binnen de effectafstand van 31 m. die dient te worden aangehouden voor het GR van de defensiepijplijn.

5.3.5 Conclusie

De renovatie van de Galecopperbrug heeft geen invloed op de externe veiligheidssituatie in het plangebied.