direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Galecopperbrug, Westraven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

2.2.1 Beleidslijn Nieuwe Wro en provinciaal belang (2008)

Het doel van de Beleidslijn is om na het ingaan van de Wro slagvaardig het Streekplan Utrecht 2005-2015 als beleidskader te blijven toepassen. Er zijn enkele wijzigingen ten opzichte van het Streekplan Utrecht 2005-2015 omdat er in de periode 2005 - 2008 nieuwe wetgeving en besluitvorming van provincie en Rijk van kracht is geworden.

Tot het verschijnen van de provinciale Structuurvisie 2013-2025 vormen de delen uit het streekplan Utrecht 2005-2015 die opgenomen zijn als provinciaal belang, de basis voor het dagelijks handelen van Gedeputeerde Staten.

2.2.2 Streekplan Utrecht 2005-2015 (structuurvisie)

Het primaire doel dat de provincie Utrecht voor ogen staat is een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. In dit streekplan wordt deze doelstelling uitgewerkt aan de hand van zeven criteria die het Rijk hiervoor heeft ontwikkeld. Op basis van deze criteria heeft de provincie in het Streekplan Utrecht 2005-2015 de hoofdbeleidslijnen voor het provinciaal ruimtelijk beleid geformuleerd.

  • Zorgvuldig ruimtegebruik. Voor ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het stedelijk als in het landelijk gebied, is zorgvuldig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt.
  • Water vormt een ordenend principe. Bij nieuwe ruimtelijke afwegingen vormt water een vertrekpunt.
  • Infrastructuur. De beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de (toekomstige) capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe verstedelijkingslocaties.
  • Verstedelijking. Er wordt gestreefd naar een gedifferentieerd aanbod van wonen, werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen worden vooral gerealiseerd in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Daarnaast vormen Veenendaal en Woerden regionale opvangkernen. Elders in de provincie wordt een terughoudend verstedelijkingsbeleid gevoerd.
  • Landelijk gebied. Het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid is gericht op het versterken van zowel de (cultuurhistorische) identiteit, de landschappelijke diversiteit als de vitaliteit van het landelijk gebied en op de kwaliteit van de natuur en de ecologische samenhang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601_0005.jpg"
Figuur 5: Streekplan Utrecht

De provincie Utrecht wil op reisbetrouwbaarheid op het hoofdwegennet verhogen en de kwetsbaarheid daarvan verminderen. De autosnelwegen die in de provincie een regionale functie vervullen, moeten daarvoor voldoende capaciteit hebben. Dit geldt volgens het streekplan niet alleen voor het hoofdwegennet: ook het onderliggend wegennet moet, vanuit de samenhangende netwerkgedachte, goed functioneren. Met name de wegen die haaks op de autosnelwegen staan zijn volgens de provincie sterk bepalend voor de samenhang in het totale wegennetwerk.

De noodzakelijke capaciteitsvergroting dient primair te worden bereikt door de bestaande infrastructuur beter te benutten.

De renovatie van de Galecopperbrug sluit een toekomstige capaciteitsvergroting van de autosnelweg A12 en het onderliggende wegennet niet uit. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van het Streekplan Utrecht 2005-2015.

2.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV 2009)

Op 21 september 2009 hebben Provinciale Staten van Utrecht de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) vastgesteld. Het doel van de verordening is provinciale belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. Het Streekplan 2005 – 2015 (structuurvisie) vormt de inhoudelijke basis voor provinciale belangen die zijn vastgegelegd in de verordening.

De provincie Utrecht wil met de PRV de gewenste ontwikkelingen in een gebied of regio veiligstellen, door bindende regels op te nemen voor de doorwerking van de provinciale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen.

Mobiliteitstoets

Het plangebied is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening aangewezen als stedelijk gebied. Volgens artikel 7.2 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening dient een bestemmingsplan in een gebied dat is aangeduid als ‘Mobiliteitstoets’ en waarin ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien, een beschrijving te bevatten van het aantal verplaatsingen die die ruimtelijke ontwikkelingen tot gevolg hebben.

Indien uit de beschrijving blijkt dat er sprake is van relatief grote verkeerseffecten, dient volgens artikel 7.2 lid 2 een mobiliteitstoets te worden opgesteld. De uitkomsten van de mobiliteitstoets moet inzicht geven of de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling (locatie) goed en tijdig is ontsloten.

In paragraaf 4.2 zijn de verkeerseffecten van de renovatie van de Galecopperburg. Uit de beschrijving blijkt dat de renovatie van de Galecopperbrug geen effecten heeft op de verkeersintensiteit van de A12 en het onderliggende wegennet.

Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de bindende kaders van artikel 7.2 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening.

2.2.4 Regionaal Structuurplan (RSP 2005)

De regio Utrecht bezit verschillende kwaliteiten die te danken zijn aan de fysieke omgeving: de centrale ligging en de diversiteit in (omgevings)milieus. Deze omgeving scoort hoog qua leefbaarheid en vormt een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor mensen en bedrijven. In die zin is er sprake van een dynamische omgeving.

In het kader van duurzaamheid, denkend aan de lange termijn, dient er volgens het RSP uitermate zorgvuldig met deze wervende omgeving te worden omgegaan. Via het principe “Beheerste dynamiek” moet sturing gegeven worden aan de verstedelijkingsdruk (in kwantitatieve en kwalitatieve zin) om te komen tot een evenwichtige ontwikkeling.

Eén van de meest kenmerkende en waardevolle elementen van de regio Utrecht is volgens het RSP de netwerkstructuur. De ruimtelijk-functionele relaties tussen de gemeenten zijn zeer intensief en zijn slechts ten dele op het centrum van de regio gericht. Dit wordt versterkt door een goede interne ontsluiting per auto tussen werk-, woon- en recreatiegebieden. Volgens het RSP maakt juist dit gegeven het mogelijk de kracht van de regio als samenhangende ruimtelijke structuur verder vorm te geven en uit te buiten.

Belang van bereikbaarheid

Ruimtelijke differentiatie van functies heeft volgens het RSP alleen een meerwaarde als de bereikbaarheid gegarandeerd is. Op de schaal van de regio is dit al duidelijk merkbaar. In diverse kernen, rond stations en langs de A2 en de A12 ontstaan nieuwe centra van activiteiten en voorzieningen. Deze zijn belangrijk geworden voor het ruimtelijk en economisch functioneren van de regio.

Door haar centrale ligging in Nederland, fungeert de regio tevens als de draaischijf tussen de Randstedelijke economie met haar beide mainports, en de economie van overig Nederland en het achterland. Twee van de drie belangrijkste Nederlandse wegverbindingen lopen door de regio: de A2 en A12. Dat betekent dat ook de negatieve effecten, zoals files en milieuvervuiling, hiervan merkbaar zijn in de regio Utrecht.

De renovatie van de Galecopperbrug sluit een toekomstige capaciteitsvergroting van de autosnelweg A12 en het onderliggende wegennet niet. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van het RSP.

2.2.5 Gebiedsgericht regionaal beleid: A12 Centraal

In 'A12 Centraal, ontwikkelingsperspectief 2040' is de ambitie voor een duurzame stedelijke ontwikkeling van dit gebied verder uitgewerkt. De samenwerkende partners hebben de ambitie voor het A12 gebied benoemd:

  • Het gebied biedt de mogelijkheid de stedelijke gebieden van Nieuwegein en Utrecht, die nu nog met de rug tegen elkaar liggen, beter met elkaar te verbinden.
  • Dankzij de snelweg en een sterke verbetering van het openbaar vervoer biedt de A12-zone tussen Oudenrijn en Lunetten straks niet alleen een uitstekende locatie voor grote publiekstrekkers zoals centra voor congressen, cultuur, onderwijs en innovatieve bedrijvigheid, maar ook voor wonen, sport en recreatie. In de A12-zone kan ruimte worden gevonden voor grootschalige voorzieningen als stadions en zwembaden wanneer de Olympische Spelen in 2028 naar de Randstad zouden komen.
  • Er kan meer groen in het stedelijk gebied komen door het maken van een groene verbinding tussen de
  • Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Groene Hart. De Nieuwe Hollandse Waterlinie kan in het oosten worden versterkt tot een aantrekkelijk landschap, goed bereikbaar voor de inwoners van de Utrechtse regio.

Het A12 perspectief is een ambitiedocument dat in ontwikkeling is en moet op vele punten nog nader worden ingevuld. In het document wordt rekening gehouden met een ontwikkeling van het gebied vanaf 2020. Bij de beleidsontwikkeling kan echter niet voorbij worden gegaan aan de bestaande functies in het gebied en het eerdere beleid dat daarvoor is vastgesteld.

De renovatie van de Galecopperbrug sluit toekomstige ontwikkelingen A12-zone niet uit. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van het A12 ontwikkelingsperspectief.