Plan: | Galecopperbrug, Westraven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601 |
In de beleidsbrief Infrastructuur en Milieu (32 500 XII, nr. 55) heeft de minister van Infrastrucuur en Milieu bekend gemaakt voor de zomer van 2011 te komen met een concrete, bondige actualisatie van het mobiliteits- en ruimtelijke ordeningsbeleid. Dit nieuwe beleid zal in ieder geval de Nota Mobiliteit, de Nota Ruimte en de structuurvisie Randstad 2040 vervangen.
Volgens de beleidsbrief zal de rijksstructuurvisie beleidsverantwoordelijkheid van het rijk inzake de ruimtelijke ordening en mobiliteit definiëren. De structuurvisie zal betrekking hebben op:
Tevens zal de minister een selectieve Amvb Ruimte bijvoegen, waarmee de nationale belangen direct worden geborgd.
Het Rijk voert met de Nota Ruimte een integraal beleid voor ruimtelijke ordening. Daartoe zijn in de Nota Ruimte de verschillende fysieke beleidsthema's waarover het Rijk zeggenschap heeft, samengebracht in het nationaal ruimtelijk beleid. De Nota Ruimte fungeert als (ruimtelijke) basis voor een aantal sectorale beleidsuitwerkingen. Dat zijn de Nota Mobiliteit (voormalig ministerie van Verkeer en Waterstaat), de Agenda Vitaal Platteland (voormalig ministerie van landbouw, natuurbeheer en voedselveiligheid), de Gebiedsgerichte economische perspectieven (voormalig ministerie van economische zaken), het Actieprogramma Cultuur en Ruimte (ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen) en een aantal gebiedsspecifieke beleidsnota's zoals de PKB Derde Nota Waddenzee en de PKB Ruimte voor de Rivier.
Het Rijk hanteert in de Nota Ruimte vier doelen:
Om de doelstellingen uit de Nota Ruimte te bereiken, heeft het Rijk onder het motto 'de-centraal wat kan, centraal wat moet', de kernkwaliteiten van (inter)nationaal belang in de Nota Ruimte vastgelegd. Deze kernkwaliteiten vormen in de nota samen de 'Ruimtelijke Hoofdstructuur'. Deze vormt een set van kaders en randvoorwaarden waarbinnen lagere overheden en particulieren de ruimte hebben om zelf plek te vinden voor verschillende ruimte vragende functies als wonen, werken, recreëren en natuur.
Figuur 2: Nationale ruimtelijke hoofdstructuur (bron: Nota Ruimte)
Voor de provincie Utrecht zijn de volgende elementen uit de Nationale Hoofdstructuur van wezenlijk belang:
Nieuwe stedelijke ontwikkelingen (wonen, werken, recreëren) dienen zoveel mogelijk binnen de stedelijke netwerken en kerngebieden gesitueerd te worden, waarmee het Rijk de economische betekenis en de leefbaarheid van deze gebieden wil versterken.
Daarnaast zijn er specifieke economische motors met (inter)nationale betekenis aangewezen, waarvan het Rijk de ontwikkeling stimuleert.
Het plangebied vormt een schakel in de hoofdverbindingsas A12. De renovatie van de burg heeft tot doel de technische betrouwbaarheid van de brug en de beschikbaarheid van de brug voor het wegverkeer te verzekeren voor de komende decennia. De renovatie van de brug draagt daarmee bij aan het robuust maken van de rijksweg A12 als belangrijke hoofdverbindingsas.
Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van de Nota Ruimte.
De inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 heeft gevolgen voor de doorwerking van het nationale ruimtelijke beleid. Totdat de Wro in werking was getreden werd het geldende rijksbeleid vastgelegd in Planologische Kernbeslissingen (PKB's). Sinds 1 juli 2008 zijn deze documenten alleen nog bindend voor het Rijk en niet meer voor andere overheden. Het Rijk kiest ervoor om het deel van het ruimtelijk beleid dat bedoeld is bindend te zijn voor andere overheden, ook onder de Wro te borgen. De Wro geeft daarvoor het Rijk de beschikking over het instrument Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van de rijksoverheid waaraan bestemmingsplannen van gemeenten moeten voldoen. Dat betekent dat de AMvB regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden en zich primair richt tot de gemeente. Daarnaast kan de AMvB aan de gemeente opdragen om in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren. Deze algemene regels bewerkstelligen dat nationale ruimtelijke belangen doorwerken tot op lokaal niveau. Inhoudelijk kan het daarbij gaan om nationale belangen die samenhangen met het beschermen van ruimtelijke functies zoals natuur in de ecologische hoofdstructuur (EHS) of met het vrijwaren van functies, bijvoorbeeld kapitaalintensieve functies in gebieden waar rivierverruiming noodzakelijk is.
Ontwerp AMvB
Het ontwerp voor de AMvB (Ontwerpbesluit algemene regels ruimtelijke ordening) is op 2 juni 2009 aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden. Dit ontwerp bevat een vertaling van het geldende planologische beleid dat bedoeld was om op lokaal niveau: in bestemmingsplannen, te worden verwerkt. Het betreft een beperkt aantal van de beslissingen van wezenlijk belang (en evt. concrete beleidsbeslissingen) uit de Nota Ruimte, alsmede uit de PKB, Ruimte voor de Rivier, PKB Derde Nota Waddenzee, de PKB Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) en de PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR).
Het plangebied ligt niet in een zone (Nationaal landschap, Rijksbufferzone, etc.) waarvoor in de AMvB Ruimte bindende kaders zijn opgenomen die van toepassing zijn op dit bestemmingsplan.
AMvB Controversieel verklaard
Tengevolge van de val van het kabinet Balkenende-IV heeft de Tweede Kamer de AMvB Ruimte controversieel verklaard. De ontwerp-AMvB is tijdens het kabinet Rutte nog niet behandeld in de tweede kamer, daardoor heeft de AMvB Ruimte nog niet de werking van een structuurvisie.
In de beleidsbrief Infrastructuur en Milieu (32 500 XII, nr. 55) heeft de minister van Infrastrucuur en Milieu aangekondigd dat zij een selectieve Amvb Ruimte bij de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Milieu zal vaststellen, waarmee de nationale belangen direct worden geborgd.
Het controversieel verklaren van de AMvB Ruimte heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.
In oktober 2008 heeft het kabinet de structuurvisie Randstad 2040 vastgesteld. De structuurvisie Randstad 2040 is een onderdeel van het kabinetsbrede Programma Randstad Urgent. Dit programma bestaat uit een aantal projecten dat op korte termijn om besluitvorming vraagt. Het kabinet wil met de structuurvisie Randstad 2040 aangeven dat ook het werken aan de lange termijn nú urgentie heeft.
In de structuurvisie Randstad 2040 geeft het kabinet aan welke ambities zij heeft met de Randstad en welke ruimtelijke keuzes zij maakt om die ambitie gestalte te geven. Centraal in de structuurvisie Randstad 2040 staat de wens van het kabinet om van de Randstad een topregio te maken van internationale betekenis die aantrekkelijk, bereikbaar en veilig is om te wonen en te werken.
De keuzes die gemaakt zijn om de Randstad tot een duurzame en internationaal concurrerende topregio te kunnen ontwikkelen, liggen voor een groot deel in het verlengde van de Nota Ruimte (2006). Daarnaast hanteert het Kabinet vier leidende principes die ten grondslag liggen aan de ruimtelijke keuzes in de structuurvisie Randstad 2040:
Figuur 3: Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief (bron: structuurvisie Randstad 2040).
Het Rijk kiest in de structuurvisie Randstad 20404 in het kader van de internationale positie en de bereikbaarheid te investeren in robuuste nationale en internationale verbindingen met een focus op de corridors naar het zuiden (A2), oosten (A1, A12) en zuidoosten (A15).
De Galecopperbrug is een belangrijke schakel in de Rijksweg A12. De renovatie van de burg heeft tot doel de technische betrouwbaarheid van de brug en de beschikbaarheid van de brug voor het wegverkeer te verzekeren voor de komende decennia. De renovatie van de brug draagt daarmee bij aan het robuust maken van de rijksweg A12 als belangrijke oost-west corridor.
Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van de structuurvisie Randstad 2040.
De structuurvisie Zicht op mooi Nederland is bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit van de snelwegomgeving te verbeteren en de herkenbare en kenmerkende landschapskwaliteiten in de snelwegomgeving veilig te stellen voor de toekomst. Deze visie is bindend voor het rijk en geldt als uitgangspunt voor het eigen ruimtelijke en ruimtelijk relevante beleid. Provincies en gemeenten wordt gevraagd rekening te houden met deze visie in de vertaling van eigen beleid.
De snelwegen fungeren volgens de structuurvisie vaak als katalysator voor verstedelijkingsprocessen. De omgeving van de snelweg wordt door veel Nederlanders en buitenlandse bezoekers ervaren en zij maken zich volgens het Rijk zorgen over de afname van de kwaliteit hiervan. Daarom wil het Rijk zich sterk maken voor meer ruimtelijke kwaliteit in de gebieden rond snelwegen.
Uitgangspunt in het rijksbeleid is dat landschappelijk goed ingepaste bundeling van verstedelijking wenselijk blijft om te behouden wat mooi is, verrommeling tegen te gaan en de variatie tussen stad en land te behouden.
Om dat te bereiken stimuleert het rijk provincies om als kader voor integrale gebiedsontwikkelingen een ruimtelijke visie op de snelwegomgeving vast te stellen. In deze provinciale structuurvisie dienen duidelijke keuzes te worden gemaakt waar wel en waar niet gebouwd mag worden en welke voorwaarden gelden wanneer wel gebouwd mag worden. Voor de open en waardevolle gebieden langs de snelwegen vraagt het rijk extra aandacht vanwege de kwetsbaarheid van de openheid.
Snelwegpanorama's
Het rijk selecteert negen Nationale Snelwegpanorama's in de Nationale Landschappen binnen de nationale ruimtelijke hoofdstructuur, waarvoor zij een resultaatsverantwoordelijkheid neemt. Ontwikkelingen binnen deze panorama's zijn mogelijk, mits de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de landschaps- en cultuurhistorische gebiedskwaliteiten vanaf de snelweg worden behouden of versterkt. Hierbij gaat het om openheid en zichtlijnen, over herkenbare gebiedsidentiteiten en over de gaafheid van het gebied.
Het rijk ziet er op toe dat deze uitwerking daadwerkelijk plaats vindt.
De Galecopperbrug ligt niet binnen een van de negen Nationale Snelwegpanorama's uit de structuurvisie Zicht op mooi Nederland.
Het Rijk vindt dat de Randstad een duurzame en concurrerende Europese topregio moet worden. Daarom heeft het kabinet op 22 juni 2007 het Urgentieprogramma Randstad gepresenteerd (UPR). Daarin zijn urgente projecten opgenomen die de Randstad versterken door bij te dragen aan een aangenamer en duurzamer woon-, werk- en leefklimaat en een betere bereikbaarheid.
Met het UPR wordt door het Rijk een nieuwe werkwijze geïntroduceerd waarbij bestuurlijke duo's verantwoordelijk zijn voor het organiseren van effectieve besluitvorming waarover vooraf afspraken worden gemaakt. De duo's worden gevormd door een bewindspersoon en een regionale bestuurder. Ondertekening van het UPR heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2007.
Het UPR bouwt voort op bestaand beleid - zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en Pieken in de Delta - en onderscheidt een drietal kernopgaven
Figuur 4: Projectenkaart UPR (bron: Urgentieprogramma Randstad)
Voor de economische versterking van de Randstad zijn onder andere projecten geselecteerd die in extra ruimte voor werklocaties voorzien. In het UPR zijn de volgende projecten opgenomen die van belang zijn voor het voorliggende bestemmingsplan:
Binnen het project Draaischijf Nederland werkt het Rijk aan de multimodale verbetering van de bereikbaarheid, op het hoofdwegennet, het onderliggend wegennet, per OV én op de fiets. Binnen het project 'Flessenhalzen A4 en A12' werkt het rijk aan capaciteitsvergroting van de autosnelweg A12.
De renovatie van de Galecopperbrug sluit een toekomstige capaciteitsvergroting van de autosnelweg A12 en het onderliggende wegennet niet uit. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van het UPR.