direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Galecopperbrug, Westraven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPGALECOPPERBRUG-0601

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Structuurvisie Utrecht 2015-2030 (2004)

De structuurvisie Utrecht beschrijft de gewenste ruimtelijke invulling van de stad Utrecht op middellange en lange termijn. De gemeente Utrecht beschouwt de structuurvisie als een middel om grip te krijgen op de stedelijke ontwikkeling. Lopende programma's en projecten zijn daartoe in de structuurvisie met elkaar en met de gewenste stedelijke ontwikkeling in verband gebracht.

In de structuurvisie Utrecht 2015-2030 zijn de drie kernkwaliteiten van de stad uitgewerkt in de drie perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuin.

De A12 vormt in de structuurvisie onderdeel van het ontwikkelingsperspectief “De Markt”. Dit perspectief sluit aan bij de kernkwaliteit: Utrecht als Randstedelijk centrum in een economisch dynamische en hoog stedelijke omgeving. Doelstellingen binnen het ontwikkelingsperspectief de Markt zijn:

  • stimuleren van de economische vitaliteit in Utrecht in stedelijke, regionale en landelijke context '
  • vergroten van de herkenbaarheid van de kernkwaliteit door o.a. het ontwikkelen van een (bijbehorend) hoog stedelijk milieu;


Om deze doelstellingen te bereiken wil de gemeente Utrecht de centrale zone langs de A2 en een deel van de A12 herontwikkelen.

De renovatie van de Galecopperbrug sluit toekomstige ontwikkelingen in de centrale zone langs de A12 niet uit. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van de Structuurvisie Utrecht 2015-2030.

2.3.2 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP 2005)

De gemeente Utrecht streeft naar een goede balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en leefmilieu. Om deze balans te bereiken, kiest de gemeente in het Gemeentelijk Verkeers- en vervoerplan (GVVP) voor een selectieve bereikbaarheid. Deze beleidskeuze is in het GVVP vertaald naar uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van netwerken voor auto, openbaar vervoer en goederenvervoer.

In paragraaf 4.2 zijn de verkeerseffecten van de renovatie van de Galecopperburg beschreven. Uit de beschrijving blijkt dat de renovatie van de Galecopperbrug geen effecten heeft op de verkeersintensiteit van de A12 en het onderliggende wegennet.

Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de uitgangspunten van het GVVP.

2.3.3 Groenstructuurplan (2007)

Het Groenstructuurplan is in april 2007 vastgesteld. Het Groenstructuurplan beschrijft de stedelijke groenstructuur, de belangrijke groene 'hotspots' en de gewenste verbindingen. Deze verbindingen zijn soms aanwezig en moeten soms nog worden gerealiseerd. Benoeming van een gebied als element in de stedelijke groenstructuur heeft de volgende consequenties:

  • Op stedelijk niveau is het groen een gelijkwaardig belang naast andere stedelijke belangen;
  • Bestaande elementen van de stedelijke groenstructuur worden beschermd. De menging van het stedelijk groen met andere stedelijke functies is in principe mogelijk. De randvoorwaarde is dat het groene karakter, de kwaliteiten en het gebruik van groen wordt behouden of verbeterd;
  • Eventuele aantasting van bestaand stedelijk groen wordt elders in de groenstructuur gecompenseerd.

De zone langs het Amsterdam-Rijnkanaal ten oosten van de Galecopperbrug is onderdeel van deze stedelijke groenstructuur. De renovatie van de Galecopperbrug heeft geen gevolgen voor deze groenstructuur, omdat het ruimtebeslag van de nieuwe hulpconstructie zeer beperkt is en niet ten koste gaat van het groene karakter.

2.3.4 Welstandsnota (2004)

In de Welstandsnota Utrecht, getiteld "De schoonheid van Utrecht", is geformuleerd op welke wijze het welstandsbeleid van de gemeente Utrecht uitgevoerd zal worden. In de welstandsnota Utrecht wordt een onderscheid gemaakt in een drietal beleidsniveaus met een verschillende vrijheid in de omgang met de bestaande stedenbouwkundige structuur en architectuur.

Voor de oever van het Amsterdam-Rijnkanaal staat samenhang en structuur van het stedelijke beeld voorop. Nieuwe interpretaties, veranderingen en transformaties zijn mogelijk. Het markante karakter van het kanaal en de oever vraagt in het kader van welstand extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld.

2.3.5 Visie ARK (in ontwikkeling)

Met de ontwikkeling van Leidsche Rijn komt het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK) midden in de stad te liggen. Hierdoor ontstaan kansen om het kanaal en haar oevers meer betekenis te geven en om te vormen tot een bijzondere stedelijke ruimte. Een visie voor het gehele kanaal is in bewerking.

Voor het deel ter hoogte van Kanaleneiland is een eerste aanzet gemaakt voor de inrichting: het ARK-park met als uitgangspunten:

  • een nieuwe stedelijke ruimte van formaat als bindend element tussen Leidsche Rijn en de bestaande stad;
  • continuïteit in een voor het ARK karakteristieke inrichting met veel parallelle elementen met een lineair karakter zoals routes en bomenrijen;
  • afwisseling door ruimte voor lokaal (recreatief) gebruik.

De renovatie van de Galecopperbrug sluit toekomstige ontwikkelingen in langs de oevers van het Amsterdam-Rijnkanaal niet uit. Het voorliggende bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van de visie ARK.

2.3.6 Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (2008)

Het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht beoogt een gezonde ontwikkeling van de stad en zorgt ervoor dat de gemeente Utrecht in 2010 kan voldoen aan de Europese normen voor fijn stof en in 2015 aan de normen voor stikstofdioxide.

De gemeente Utrecht wil met dit plan bijdragen aan een bereikbare stad en aantrekkelijke stad met een fors investeringsprogramma in openbaar vervoer, P+R voorzieningen en fiets mogelijkheden.

In paragraaf 5.4 zijn de verkeerseffecten van de renovatie van de Galecopperburg op de luchtkwaliteit beschreven. Uit de beschrijving blijkt dat de verhoging van het brugdek een beperkt positief effect heeft op de luchtkwaliteit. Voorliggend bestemmingsplan past daarmee binnen de kaders van de Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht.

2.3.7 Nota externe veiligheid (2007)

De nota omvat het beleid van de gemeente Utrecht voor de risicobeheersing als gevolg van inrichtingen die met gevaarlijke stoffen werken en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De gemeente Utrecht kiest daarbij om geen stringentere veiligheidseisen op te leggen dan die vermeld staan in de risiconormering van de Rijksoverheid.

De beleidskeuzen hebben betrekking op nieuwe situaties, waarin een risicobron zich vestigt of uitbreidt of een risico-ontvanger, zoals een woning, wordt gebouwd.

Het plangebied ligt binnen de invloedssfeer van de A12 en het Amsterdam-Rijnkanaal voor bepaalde ongevallen. Dit aspect wordt verder toegelicht in paragraaf 5.3.