direct naar inhoud van 5.8 Flora en fauna
Plan: Domplein schatkamer, Binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPDOMPLEINSCHATKAM-0601

5.8 Flora en fauna

5.8.1 Algemeen

De Flora en Faunawet legt een zorgplicht op ten aanzien van natuur, planten en dieren. Indien een initiatief mogelijk de bestaande natuur waarden kan verminderen moet de initiatiefnemer aangeven hoe dat beperkt en/of gecompenseerd gaat worden. Bij grote ingrepen of een behoorlijke aantasting waarbij beschermde planten of diersoorten in het geding zijn dient een ontheffing Flora Faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie NV.

Wanneer bij planvorming de bestemming in een gebied veranderd moet middels een flora-fauna inventarisatie de huidige waarde worden bekeken en moet er inzicht worden gegeven in het voorkomen van beschermde planten en diersoorten.

Ten behoeve van het plan is door Ecoquickscan, op 22 december een ecologische quickscan aangeleverd voor het plangebied. Deze is opgenomen in de bijlagen van dit plan. Hieronder worden de resultaten van het onderzoek weergegeven.

5.8.2 Gebiedsbescherming

In het kader van de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient er getoetst te worden of de beoogde ontwikkelingen een negatieve invloed hebben op beschermde gebieden. Het plangebied betreft het geheel verharde Domplein in het centrum van Utrecht.

Plansituatie
Op deze locatie is de realisatie van het ondergrondse publiekscentrum Schatkamer II beoogd. Het plangebied te Utrecht ligt niet in of nabij de EHS of een gebied dat is aangewezen als speciale beschermingszone als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. Gebiedsbescherming is op deze locatie niet aan de orde.

5.8.3 Soortenbescherming

In het kader van de Flora- en faunawet moet worden getoetst of er ter plaatse van de ruimtelijke ingrepen sprake is of kan zijn van negatieve effecten op beschermde planten en dieren. De beoogde ontwikkelingen kunnen biotoop verlies of verstoring (indirect biotoop verlies) tot gevolg hebben.

Op basis van de verspreidingsgegevens, de aanwezige habitattypen en biotoop eisen van de mogelijk in de omgeving voorkomende soorten worden er geen (meer strikt) beschermde planten- en/of diersoorten verwacht. Nader onderzoek naar eventueel binnen het plangebied voorkomende meer strikt beschermde soorten is dan ook niet nodig.

Nesten van vogels worden verstoord als in het broedseizoen wordt gestart met werkzaamheden.

Plansituatie
Door middel van een uitgevoerde quickscan flora en fauna zijn de verspreidingsgegevens, de aanwezige habitattypen en biotoop eisen van de mogelijk in de omgeving voorkomende soorten onderzocht. Op basis van die quickscan worden geen (meer strikt) beschermde planten- en/of diersoorten verwacht. Nader onderzoek naar eventueel binnen het plangebied voorkomende meer strikt beschermde soorten is dan ook niet nodig.

Om te voorkomen dat nesten van vogels (in het broedseizoen) worden verstoord, mag niet in het broedseizoen worden gestart met werkzaamheden. De Flora- en faunawet kent geen standaard periode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broed geval aanwezig is (actieve broedplaatsen). Sommige in een stedelijke omgeving broedende vogels beginnen al vroeg (eind februari) met het bouwen van een nest. Vanaf het moment dat een vogel gestart is met de bouw van het nest is de locatie en directe omgeving beschermd.

5.8.4 Bomen en groen

Het groenstructuurplan is in april 2007 vastgesteld en geldt sindsdien als vigerende groenbeleid. In het groenstructuurplan zijn de bestaande en wenselijke groenstructuren (ecologisch recreatief en cultuurhistorisch) vastgelegd. Aan het Groenstructuurplan is een uitvoeringsprogramma gekoppeld: het Meer jaren Groen Programma.

Het groenstructuurplan heeft drie belangrijke doelen; recreatiegebieden om de stad aanleggen, verbindingen aanleggen tussen groen in de stad en groen om de stad en de kwaliteit van het groen in de stad verbeteren. Voor een goed functioneren van het groen zijn de verbindingen tussen groene kern gebieden noodzakelijk.

Op stedelijk niveau is een goede stedelijke groenstructuur een gelijkwaardig belang naast andere stedelijke belangen. De bestaande elementen van de stedelijke groenstructuur worden beschermd. De menging van stedelijk groen met andere functies is in principe mogelijk. De randvoorwaarde is dat het groene karakter, de kwaliteit en het gebruik van het groen wordt behouden of verbeterd. Een eventuele aantasting van bestaand stedelijk groen wordt elders gecompenseerd. Verandering van functie kan alleen na een bestuurlijke afweging.

Plansituatie
De bomen bepalen voor een belangrijk deel de huidige identiteit van het Domplein. In positieve zin door het groene karakter. In negatieve zin door de vele schaduw, windhinder en donkere plekken bij nacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPDOMPLEINSCHATKAM-0601_0011.png"

Figuur 9. Sfeerbepalende bomen op het Domplein

De bomen op het plein en achter de dom zijn geplant als verwijzing naar de historische ruimten. De bomen op de plek van het verdwenen middenschip verbeelden de voormalige gebouwde massa. De solitaire bomen accentueren de ruimte rond de voormalige kerken. In de praktijk wordt dit echter nauwelijks beleefd. Daarnaast kan het plan niet worden gerealiseerd zonder verwijdering van een aantal bomen. Deze staan namelijk op een locatie waar het plan gerealiseerd moet worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPDOMPLEINSCHATKAM-0601_0012.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPDOMPLEINSCHATKAM-0601_0013.png"

Figuur 10. Bomen op het Domplein en hun betekenis (bron: programma van essenties OKRA

landschaps architecten).

Conclusie

De bomen hebben in de huidige situatie geen positief effect op de verblijfskwaliteit en missen overtuigingskracht in hun betekenis. Er dient gestreefd te worden naar een meer betekenisvolle inrichting van het plein. Daarbij wordt gedacht aan enkele goed geplaatste solitaire bomen. Het plangebied bevindt zich niet binnen de Hoofd groenstructuur. Wat dat betreft zijn er geen beperkingen.