4.6 Bodem
In het kader van de bestemmingsplanprocedure dient aangetoond te worden, dat de kwaliteit van de bodem het grondwater in overeenstemming is met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming (2009). De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Om te kunnen beoordelen of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen moet eerst naar de bodemkwaliteit van het plangebied worden gekeken.
Nabij het plangebied is tot nu toe een tweetal verkennende bodemonderzoeken uitgevoerd, namelijk op de adressen Stokweg 12 en 15. Hierbij is slechts een lichte overschrijding van de streefwaarde geconstateerd. Het plangebied is gezien de voorgeschiedenis als niet-verdacht te beschouwen (bron: Bestemmingsplan Buitengebied partiële herziening Stokweg). Nabij het plangebied is in het verleden een tweetal ondergrondse brandstoftanks (huisbrandolie) bij particulieren gesaneerd. Hierbij is geen bodemverontreiniging geconstateerd. De verwachting is dat in het gebied mogelijk nog meer tanks aanwezig zullen zijn, al dan niet nog in gebruik. Deze moeten voldoen aan het Besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT).
Conclusie
In het plangebied zijn geen ondergrondse tanks aanwezig. Daarnaast is de locatie aangemerkt als niet –verdacht. Bovendien verandert het gebruik van de recreatiewoning niet, waardoor een bodemonderzoek achterwege kan blijven.