Plan: | Cuneraweg 384 Rhenen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0340.PBCuneraweg384-de01 |
WERV staat voor de intensieve samenwerking tussen de gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal. Doel is de kwaliteiten van de regio onder de toenemende schaarste aan ruimte te behouden en de potenties te benutten, dit in het besef dat de gemeenten voor ruimtelijke vraagstukken staan die hun afzonderlijke grondgebied en sturend vermogen overstijgen.
Het eerste product van de samenwerking is de Regionale Structuurvisie WERV (RSW), vastgesteld door de vier gemeenteraden in maart 2005. De RSW bevat de visie tot 2030 op de stedelijke ontwikkeling en op de ontwikkelingen ten aanzien van mobiliteit en bereikbaarheid van de WERV-regio.
Het WERV-gebied heeft een compacte stedelijke structuur met de belangrijkste kernen op de hoekpunten van een carré. Dit stedelijke carré, gekenmerkt door een hoge stedelijke dynamiek, ligt te midden van zeer waardevolle natuurgebieden en landschapsstructuren als de Veluwe, Utrechtse Heuvelrug. De ruimte die als groen hart binnen het carré ligt is het Binnenveld. De consequentie van deze combinatie van een compact stedelijk netwerk en een zeer waardevol landelijk gebied is dat een verdere stedelijke ontwikkeling uiterst zorgvuldig beleid vereist. Behalve de landelijke gebieden zelf, verdienen ook de overgangszones naar de stedelijke bebouwing bescherming, omdat die in het WERV-gebied vaak zeer kenmerkend zijn.
Voor wonen wordt door de visie ingezet op inbreiding en intensivering. Het opsouperen van landelijk gebied voor woningbouw en andere stedelijke functies kan daarmee worden beperkt. Positief in dat verband is dat er in alle stedelijke kernen relatief veel inbreidingsmogelijkheden voorhanden zijn. Toch blijven uitleglocaties noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte.
Tot de periode 2015 geldt in dit kader de afspraak dat ruimtelijke ontwikkelingen van wonen (en werken) plaats dienen te vinden binnen de in bestaand beleid vastgelegde locaties. Uit programmaberekeningen blijkt dat puur kwantitatief bezien de al geplande woningbouwlocaties in het WERV-gebied tot dan voldoende soelaas bieden. Kwalitatief is dat wellicht minder zeker, omdat met de plannen voor die locaties waarschijnlijk onvoldoende tegemoetgekomen kan worden aan de grote vraag naar ruim wonen in het groen
Op basis van bovenstaande beleidsstukken kan geconcludeerd worden dat het voorliggende plan past binnen de regionale structuurvisie. Het plan voorziet namelijk in zorgvuldig ruimtegebruik van bestaand stedelijk gebied door inbreiding en intensivering. Daarmee wordt voorkomen dat het landelijk gebied gebruikt wordt voor woningbouw of andere stedelijke functies.