Plan: | 't Spieghel - Buitenplaats |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.111-0401 |
Sinds 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.
De watertoets is een instrument dat er voor zorgt dat bij alle ruimtelijke plannen (landelijk én stedelijk gebied) aandacht is voor de kwaliteit en kwantiteit van water. De watertoets is verplicht voor alle overheden die waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten hebben. Maar ook als bijvoorbeeld een particulier of ondernemer een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig heeft, komt de watertoets aan de orde. In het kader van de Watertoets wordt contact opgenomen met de waterbeheerder. Dit is de overheid die verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het plangebied. Meestal het waterschap, soms Rijkswaterstaat of de provincie. In dit geval het Waterschap Vallei en Eem.
In het kader van de herontwikkeling van het gebied 't Spieghel heeft adviesbureau Van Roekel in juni 2007 een waterstructuurplan opgesteld (zie Bijlage 2). In dit waterstructuurplan wordt een advies gegeven met betrekking tot de waterhuishouding in het gebied. In het kader van dit waterstructuurplan is in juni en juli 2007 overleg gevoerd met het Waterschap Vallei en Eem.
In het Waterbeheersplan 2010 - 2015 heeft Waterschap Vallei & Eem zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd voor de periode 2010 tot en met 2015. De plannen zijn gebundeld in de drie programma's:
In het waterbeheersplan vertaalt het waterschap zijn taken in concrete doelen voor de planperiode, maatregelen om die doelen te realiseren en criteria waaraan de resultaten kunnen worden getoetst.
Bestaande waterhuishouding
Het gebied 't Spieghel is voor de afwatering nu grotendeels gericht op de Ursulineweg en vandaar in zuidwestelijke richting naar de Heiligenbergerbeek. Het bestaande werkgebied ten westen van het plangebied watert af in de richting van de rijksweg A28, eveneens naar de Heiligenbergerbeek. De waterafvoer van een smalle strook langs de Groene Zoom en de Randweg loopt in noordelijke richting via het stedelijk water in bedrijfsterrein De Horst naar het Valleikanaal.
Bestaande riolering
De afvoer van de nu aanwezige riolering in het gebied is gericht op een hoofdriool van het bedrijventerrein De Horst, dat langs de westzijde van de Groene Zoom ligt. Dat hoofdriool eindigt in het rioolgemaal 'De Horst', gelegen tegenover de Larikslaan. Het gemaal pompt het rioolwater over naar een hoofdriool door de wijken Princenhof en 't Ruige Veld. De nu aanwezige riolering in het plangebied bestaat uit verschillende stelseltypen. In de Ursulineweg ligt een drukrioleringssysteem voor het afvalwater. Het regenwater gaat er rechtstreeks naar de bestaande sloten.
Plan voor riolering en waterhuishouding
Er bestaat een sterke samenhang tussen het riolerings- en het watersysteem, vooral vanwege de afvoer van het regenwater. Als algemeen principe bij stedelijke uitbreidingen wordt de trits 'vasthouden - bergen - afvoeren' gehanteerd. Het regenwater en het grondwater worden pas afgevoerd buiten het plangebied wanneer er overlast dreigt te ontstaan. Belangrijke criteria daarbij zijn de gewenste drooglegging van het gebied en de genormeerde waterafvoer naar de hoofdafwateringen buiten het plangebied.
In het ontwerp zijn deze, in relatie met de bestaande maaiveld- en weghoogtes en het toekomstige verharde oppervlak, bepalend voor de uiteindelijke keuze van aanlegpeilen, waterpeilen en de omvang van waterbergende voorzieningen. Als vuistregel kan worden uitgegaan van een waterbergend oppervlak van maximaal 10%.
De riolering wordt in principe uitgevoerd als een gescheiden systeem. Het afvalwater wordt afgevoerd naar het bestaande rioolgemaal 'De Horst'. Het regenwater afkomstig van sterk vervuilde oppervlakken wordt ook afgevoerd naar het afvalwaterriool. Het overige regenwater gaat al dan niet via een bodempassage naar het oppervlaktewater.
Het karakter van de Ursulineweg verandert niet. Voor de strook van bestaande en nieuwe woon-werkkavels wordt het afwateringsstelsel langs de weg gehandhaafd. Hooguit worden de slootprofielen iets aangepast, mits dat het huidige karakter niet aantast. Dit gedeelte van het plangebied blijft voor de afwatering gericht op de Heiligenbergerbeek. Het afvoerende verharde oppervlak neemt niet toe. De vele kassen die nu nog in en buiten deze kavelstrook aanwezig zijn, worden gesloopt. Extra waterberging is voor dit deel van het plangebied niet noodzakelijk.
Voor het kantorenpark "De Buitenplaats" wordt de afwatering gericht op De Horst en het Valleikanaal. De bestaande afvoersloten langs de Groene Zoom en de Randweg worden aangepast. In de verkaveling wordt voldoende ruimte gemaakt voor de opvang en berging van regenwater. De uiteindelijke keuze van het waterpeil wordt hier sterk bepaald door het bestaande wegpeil van de aanliggende hoofdwegen en het bestaande waterpeil in De Horst.
Benodigde berging en oppervlak
Een berekening voor de benodigde berging is gemaakt volgens een statische waterbalans berekening. Hierbij is geen correctie toegepast voor berging op het verhard oppervlak zelf. Ook is geen correctie voor de toename van berging als gevolg van de aanwezigheid van taluds toegepast. Gezien de mate van nauwkeurigheid van de beschikbare gegevens wordt daarmede geen ernstige fout gemaakt en blijft het berekende wateroppervlak aan de veilige kant.
Uit de berekeningen blijkt dat voor het gehele plangebied een tijdelijke berging van 3.009 m3aanwezig dient te zijn. Bij een maximaal toegestane peilstijging van 0,4 m is daartoe een wateroppervlak van 7.523 m2 noodzakelijk.
In het Masterplan 't Spieghel is een hoeveelheid wateroppervlak van 11.000 m2 meegenomen. Deze oppervlakte is globaal bepaald vanuit de lengtes en breedtes op het Masterplan, gemeten op de waterlijn. Bij dit wateroppervlak zou een peilstijging van minder dan 0,30 m te verwachten zijn. Derhalve kan worden vastgesteld dat ruim voldoende wateroppervlak in het ontwerp is aangegeven. In het ontwerp van het kantorenpark "De Buitenplaats" heeft 4.904 m2 de bestemming water gekregen. Daarnaast is in de regels behorende bij dit bestemmingsplan de eis opgenomen dat nog eens minimaal 1.000 m2 aan wateroppervlak gerealiseerd moet worden. Uiteindelijk wordt binnen het kantorenpark circa 5.950 m2 wateroppervlak gerealiseerd. Wanneer deze bijna 6.000 m2 uit het kantorenpark "De Buitenplaats" gezamenlijk wordt genomen met het oppervlaktewater dat al bestemd is binnen in het bestemmingsplan 't Spieghel 2010 wordt ruim voldaan aan de eis van 7.523 m2.
Waterstructuurplan
De belangrijkste conclusies uit het Waterstructuurplan staan hieronder opgesomd: