Plan: | 't Spieghel - Buitenplaats |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0327.111-0401 |
Om het Streekplan 2005-2015 na 1 juli 2008 slagvaardig te kunnen blijven toepassen hebben gedeputeerde staten van de provincie Utrecht op 23 juni 2008 het Streekplan 2005-2015 beleidsneutraal omgezet in een structuurvisie. Wanneer gesproken wordt over de structuurvisie worden de volgende streekplannnen bedoeld: het Streekplan 2005-2015, de streekplanuitwerkingen Hart van de Heuvelrug I en II, en de Streekplanuitwerking Nationale Landschappen. Samen met de handleiding bestemmingsplannen 2006 vormt het Streekplan het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen in brede zin.
De Beleidslijn maakt daarbij duidelijk wat onder de nieuwe Wro van de provincie verwacht mag worden: het provinciaal belang wordt gemarkeerd en de inzet van de nieuwe Wro-instrumenten wordt vastgelegd. Omdat de inhoud van het streekplan niet verandert, heeft deze beleidslijn geen consequenties voor het bestemmingsplan.
In het kader van de (nieuwe) Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), is op 1 juli 2008 het Streekplan omgezet naar een provinciale structuurvisie. De structuurvisie zet in op zorgvuldig ruimtegebruik voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Daarnaast wordt veel belang gehecht aan water. Water vormt een ordenend principe en bij nieuwe ruimtelijke afwegingen vormt water een vertrekpunt. Ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan milieuregelgeving.
Ruimtelijke ontwikkelingen Leusden
Uitgegaan wordt van een woningbouwprogramma van in totaal 1500 woningen voor de hele gemeente. Doordat de grenzen van Leusden duidelijk worden bepaald door de aanwezige waarden en door beperkende omstandigheden in het omringende gebied zijn nieuwe uitleglocaties minder gewenst. Het accent van de woningbouwontwikkeling zal daarom liggen op het benutten van restcapaciteit, inbreiden en transformeren. De locatie Tabakssteeg is de belangrijkste.
De open zone tussen Leusden en Amersfoort functioneert als een groene geleding en ecologische verbinding en is zowel voor Leusden als voor Amersfoort een groene tegenpool voor het stedelijk gebied. Deze functie moet worden versterkt om te voorkomen dat beide stedelijke gebieden naar elkaar toe groeien. In Leusden wordt deze zone begrensd door de ontsluitingsweg De Groene Zoom. Er zijn ambities voor een betere beeldkwaliteit door het toevoegen van enkele stedelijke elementen.
Onderdeel van de geledingszone is het gebied 't Spieghel. Het is van belang dat bij de herstructurering van dit gebied sterk wordt ingezet op substantiƫle kwaliteitsverbetering, met het respecteren van het groen als randvoorwaarde. De insteek is om hier in beperkte mate nieuwe stedelijke elementen in te voegen als daarmee een kwaliteitsverbetering wordt bereikt. Het westelijk deel zal bij de herstructurering van het gebied nadrukkelijk een groene ontwikkeling worden meegegeven. Het oostelijk deel van 't Spieghel zal worden herontwikkeld als bedrijventerrein dat past bij de Leusdense maat en schaal als ook bij de ligging van het gebied als overgang van de groene geledingszone naar bebouwd gebied. Een beperkte toevoeging met kleinschalige en hoogwaardige bedrijvigheid, gecombineerd met wonen en met een nadrukkelijke groene uitstraling die de overgang naar het volledige groene coulisselandschap van de groene geledingszone recht doet. Het is van belang dat deze ontwikkeling nadrukkelijk gericht is op Leusdense behoefte.
De inrichting van 't Spieghel moet gebaseerd zijn op een beeldkwaliteitsplan met in acht name van de genoemde uitgangspunten, waarbij de samenhang tussen stedelijke ontwikkelingen en de verbetering van de groene waarden en de ruimtelijke kwaliteit inzichtelijk moet worden gemaakt. Ten slotte moet ook op de ontsluiting van het gebied worden ingegaan.
Water
Bij in- en uitbreidingen moet voldoende ruimte worden aangehouden voor wateropvang en waterberging. Hiervoor is meer ruimte nodig dan waar men in het verleden vanuit is gegaan. Door klimaatverandering (meer neerslag in de winter) is de grondwaterstand gestegen; als gevolg hiervan moet er anders gebouwd worden. Dit is overigens vooral een ontwerptechnische randvoorwaarde. Er geldt een inspanningsverplichting voor gemeenten om duurzaam stedelijk waterbeheer zoveel mogelijk te integreren in de ruimtelijke plannen
Relatie Ruimtelijke Structuurvisie-Reconstructieplan
Het hele deelgebied van de Ruimtelijke Structuurvisie is onderdeel van het Reconstructieplan Gelderse Vallei en Utrecht-Oost. Het provinciale ruimtelijk beleid voor het landelijk gebied komt deels tot uiting in het Reconstructieplan. Overigens zijn de Structuurvisie en het Reconstructieplan op elkaar afgestemd.
afbeelding - uitsnede structuurvisie
Op 21 september 2009 hebben gedeputeerde staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke verordening vastgesteld. In de verordening is opgenomen hoe wordt omgegaan met provinciaal belang in bestemmingsplannen. De verordening bevat veel instructienormen.
Gelet op de ligging van het plangebied zijn de volgende onderwerpen uit de verordening relevant:
Het plangebied is conform de Provinciale Ruimtelijke Verordening gelegen in het stedelijk gebied. De verordening schrijft voor dat bij de ontwikkeling van een gebied dat is aangeduid als 'Stedelijk gebied' regels zijn opgenomen waarmee de omvang van de ontwikkeling is vastgelegd. In dit bestemmingsplan is in de regels het maximale aantal vierkantemeters brutovloeroppervlakte voor de kantoren vastgelegd. Daarnaast zijn de minimale en maximale perceel oppervlakten voor de woon-werkkavels in de regels opgenomen. Met het opnemen van beide oppervlaktematen worden wordt aangesloten bij de provinciale eis.
In een Natuurgebiedsplan worden gebieden begrensd met een huidige hoofdfunctie 'natuur' (bestaande natuur) en landbouwgronden waar op termijn natuur wordt ontwikkeld (nieuwe natuur). In deze laatstgenoemde gebieden kan op vrijwillige basis particulier natuurbeheer of grondverwerving door de overheid plaatsvinden. In het Natuurgebiedsplan wordt aangegeven welke natuurdoelen in de begrensde natuurgebieden ontwikkeld kunnen worden. Door de begrenzing biedt het plan de subsidiemogelijkheden van de Subsidieregeling Natuurbeheer. De Vereniging Natuurmonumenten (NM), Stichting Het Utrechts Landschap (HUL) en particulieren kunnen op basis van de SN subsidie krijgen voor de ontwikkeling, de omvorming en het beheer van de natuurgebieden. Staatsbosbeheer maakt op basis van de Natuurgebiedsplannen afspraken met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) over de te realiseren doelstellingen.
In het plangebied zijn de in het noorden gelegen groenstroken langs de Randweg aangewezen als bestaande natuur. In gebieden die zijn aangewezen als bestaande natuur is sprake van actuele natuurwaarden. De meeste gebieden die aangewezen zijn als bestaande natuur zijn veiliggesteld via de Boswet, Natuurschoonwet.
Het beleid voor waterveiligheid, waterbeheer en gebruik en beleving van water in de provincie Utrecht is vastgelegd in het Waterplan 2010-2015. Op 23 november 2009 is het plan vastgesteld. Het nieuwe waterplan vervangt het Waterhuishoudingsplan 2005-2010.
In het Waterplan wordt de essentie van het provinciaal waterbeleid uiteengezet. Dit op basis van een toekomstverkenning naar de ontwikkelingen en trends waarmee rekening gehouden moet worden en een beschrijving van het speelveld van partijen die bij het waterbeleid betrokken zijn. Gestreefd wordt, vanuit de kernwaarden duurzaamheid, kwaliteit en samenwerking, naar de ontwikkeling van duurzame, robuuste watersystemen en het borgen van bestaande kwaliteiten, waarbij het gaat om het bieden van zo veel mogelijk toegevoegde waarde. Van belang is een gebiedsgerichte aanpak, gericht op de lange termijn. De inzet van de provincie daarin bestaat uit initiƫren, coproduceren of volgen.
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 5.2. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.