direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Herziening geluidwering Zuidpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0317.BPgeluidweringZP-Va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 28 januari 2013 is het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' vastgesteld. Dit plan maakt de gewenste woningbouwontwikkeling in Zuidpolder en de geluidwerende voorziening langs de A27 mogelijk. Deze voorziening is noodzakelijk voor de geluidsreductie ten gevolge van het verkeer van de A27.

In overleg met Rijkswaterstaat is een nieuwe positie voor de geluidwerende voorziening bepaald, voor een betere afschermende werking van het geluid voor het woongebied Zuidpolder. De geluidwering zal dichter bij de A27 komen te liggen en langer worden. Door deze optimalisatieslag valt de nieuwe positie net buiten het bestemmingsplangebied van het vigerende bestemmingsplan Woongebied Zuidpolder. Het voorliggende bestemmingsplan maakt deze nieuwe positie van de voorziening mogelijk.

Doordat de geluidwering langer wordt dan was opgenomen in het vigerende bestemmingsplan zullen er enkele bomen extra moeten worden gekapt. Het betreft bomen die in het verlengde van de bomenrij staan die, ook voor de aanleg van de geluidwerende voorziening zoals die was opgenomen in het vigerende bestemmingsplan, gekapt moest worden .

Het voorliggende bestemmingsplan betreft een herziening van het bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder', waarvan alleen de geluidwerende voorziening wordt herzien en door de verschuiving ook een klein deel van het bestemmingsplan 'Buitenrand 2012' .

1.2 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding. Voorliggend document is de toelichting op de regels en de verbeelding. De toelichting is als volgt ingedeeld.

Het tweede hoofdstuk beschrijft de planbegrenzing. De nieuwe (ruimtelijke) beleidskaders die van toepassing zijn op het plangebied en de directe omgeving en de benodigde aanpassingen van de omgevingsaspecten worden in hoofdstuk drie behandeld. De voorziene stedenbouwkundige opzet wordt niet opnieuw uiteengezet. Hiervoor wordt verwezen naar het 'moederplan' Woongebied Zuidpolder. In het vierde hoofdstuk worden de aanpassingen van de herziening besproken en onderbouwd. In hoofdstuk vijf worden de juridische aspecten van het plan uiteengezet, waar onder meer wordt verwezen naar het moederplan. Hoofdstuk zes geeft een korte toelichting op de financiële aspecten van het plan. Hoofdstuk zeven tot slot bevat een beschrijving van de manier waarop omgegaan wordt met eventuele overlegreacties.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie plangebied

2.1 Planbegrenzing

Het plangebied van de voorliggende herziening ligt tussen het bedrijventerrein Zuidpolder en de Rijksweg A27 in. Het bedrijventerrein ligt ten oosten van het plangebied en de A27 is ten westen van het plangebied gelegen.

De geluidwerende voorziening dient ter reductie van het geluid van de A27 op de nieuwbouw wijk Zuidpolder, welke ten oosten van het plangebied en het bedrijventerrein is gelegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.BPgeluidweringZP-Va01_0001.jpg"

Figuur 2.1 Ligging plangebied geluidwerende voorziening

Hoofdstuk 3 Beleid en omgevingsaspecten

3.1 Nationaal ruimtelijk beleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

In maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De structuurvisie vervangt de Nota ruimte, Nota mobiliteit (gedeeltelijk), de structuurvisie Randstad en nog een aantal kleine plannen. In de SVIR zijn, uitgaande van de verantwoordelijkheden van het Rijk, de ambities uitgewerkt in rijksdoelen tot 2028, waarbij is aangegeven welke nationale belangen aan de orde zijn. Nederland moet concurreren en daarnaast bereikbaar, leefbaar en veilig zijn, dat is het streven van het Rijk. Het Rijk voorziet dit met een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. De ruimtelijke structuur van Nederland heeft zich ontwikkeld van steden in een landelijk gebied naar stedelijke regio's in interactie met landelijke en cultuurhistorische gebieden. Dit maakt Nederland sterk en onderscheidend in de wereld. Die samenhang van het internationale en regionale schaalniveau wil het Rijk behouden, laten groeien en versterken. Nederland heeft met zijn internationale oriëntatie en open economie een hoog welvaartsniveau opgebouwd. Een netwerk van hoogwaardige internationale verbindingen van weg, spoor, water en lucht, met daarbinnen de mainports als belangrijke knooppunten is de basis voor die internationale concurrentiepositie. De 3 hoofddoelen van de structuurvisie zijn:

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn;
  • Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat.

Deze 3 doelen zijn uitgewerkt in 13 nationale belangen. Het realiseren van de geluidwerende voorziening past binnen het nationaal belang ''verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's''. De geluidwerende voorziening dient ter reductie van geluidsoverlast van de A27 op het woongebied Zuidpolder.

Het nationaal belang 'zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten' uit de SVIR gaat over ruimtelijke ontwikkelingen. Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio's leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. Om beide te bereiken, is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dit houdt in dat bij ruimtelijke besluiten moet worden gemotiveerd hoe een zorgvuldige afweging is gemaakt van het ruimtegebruik. Een onderbouwing van de ladder is niet noodzakelijk omdat de voorliggende herziening de realisatie van een geluidwerende voorziening mogelijk maakt welke al was geborgd in het vigerende bestemmingsplan. De herziening is opgesteld omdat de locatie en de hoogte van de voorziening niet binnen het bestemmingsplangebied van het vigerende plan valt. Een nieuwe stedelijke ontwikkeling maakt de voorliggende herziening niet mogelijk.

Structuurvisies hebben op zichzelf geen bindende werking voor andere overheden dan de overheid die de visie heeft vastgesteld. De nationale belangen uit de structuurvisie die juridische borging vragen worden daarom geborgd in de AMvB Ruimte. Deze AMvB wordt aangeduid als het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Deze AMvB is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en helderheid van deze belangen vooraf. In het Barro zijn verschillende bepalingen opgenomen, o.a. ten aanzien van Rijksvaarwegen, hoofdwegen en - spoorwegen. Het plangebied is niet gelegen binnen een invloedssfeer van het Barro.

Conclusie

De ambities en richtlijnen die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zijn opgenomen zijn bedoeld voor het hogere schaalniveau, specifiek beleid is gedecentraliseerd naar provincie en gemeentes. Maar kijkend naar de locatie wordt in deze herziening wel voldaan aan de SVIR. Het realiseren van de geluidwerende voorziening sluit aan bij 1 van de nationale belangen uit de SVIR. Het plangebied is niet gelegen binnen een invloedssfeer van het Barro. Tot slot is een onderbouwing van de ladder voor duurzame verstedelijking niet benodigd, omdat de voorliggende herziening geen nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt.

Het rijksbeleid levert geen belemmeringen op voor het voorliggende plan.

3.2 Provinciaal ruimtelijk beleid

3.2.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Ruimtelijke Verordening

De Provinciale ruimtelijke structuurvisie (PRS) en Provinciale ruimtelijke verordening (PRV) zijn op 4 februari 2013 door de Provinciale Staten van Utrecht vastgesteld. De PRS en PRV vervangt het oude Streekplan Utrecht 2005 - 2015 en de oude Provinciale ruimtelijke verordening (september 2009).

De PRS en de PRV zijn sinds 2013 tweemaal herzien. In maart 2014 is de eerste partiële herziening van de PRS en PRV vastgesteld. De tweede partiële herziening van de PRV en PRS is op 3 november 2014 vastgesteld.

De PRS en PRV worden elke vier jaar opnieuw bekeken en eventueel aangepast, ofwel herijken. De herijking van de PRS en PRV zijn op 12 december 2016 integraal vastgesteld, dus met inbegrip van de 1e en 2e partiële herziening.

Provinciaal beleid, Herijking 2016

Bij het concretiseren van het ruimtelijk beleid binnen de hoofdlijnen van de Provinciale structuurvisie worden 2 prioritaire keuzes gemaakt: inzetten op binnenstedelijke ontwikkeling en versterken van de kwaliteit van het landelijk gebied. Vanuit deze hoofdlijnen zijn de vier volgende pijlers voor de ruimtelijke ontwikkeling opgesteld:

  • een duurzame leefomgeving;
  • beschermen van kwaliteiten;
  • vitale dorpen en steden;
  • dynamisch landelijk gebied met kwaliteit;

In deze paragraaf zijn de hoofdlijnen, doelstellingen en het van toepassing zijnde beleid uit de PRV en PRS beschreven.

Voor de voorliggende herziening wordt de pijler 'duurzame leefomgeving' nader uitgewerkt. Één van de provinciale belangen welke voor deze pijler is opgenomen is: 'Beschermen en realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving waarin ook stilte beleefd kan worden'.

De kwaliteit van milieu en leefomgeving is van (inter)nationaal belang. De Provincie heeft taken op het gebied van externe veiligheid, geluid en stilte, geur, lucht, bodem en water. Deze zijn van provinciaal belang vanwege de regionale, gemeentegrensoverschrijdende effecten hiervan.

Voor het realiseren van een gezonde en veilige leefomgeving is samenhang tussen ruimtelijke ordening en milieu belangrijk. Daarom zijn milieukwaliteiten als externe veiligheid, geluid, geur, lucht, evenals bodem en water voor de Provincie een integraal onderdeel van gebiedsontwikkelingen. De Provincie weegt dit mee bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en keuzen waarbij de provincie betrokken is. En de Provincie vraagt gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht te besteden aan de leefomgevingskwaliteit, waaronder gezondheid.

Het plaatsen van de geluidwerende voorziening is ten gunste van het woon- en leefklimaat in het woongebied Zuidpolder.

Uit de onderstaande afbeelding is op te maken dat de geluidwerende voorziening evenals het bedrijventerrein Zuidpolder en woongebied Zuidpolder binnen de actuele rode contour van de Provincie liggen. Er wordt voor de voorziening geen nieuwe grond buiten het stedelijk gebied aangewend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.BPgeluidweringZP-Va01_0002.jpg"

Figuur 3.1 Uitsnede kaart 'rode contour, Herijking Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie 2016

In de PVR zijn geen specifieke regels ten aanzien van geluid of geluidwerende voorzieningen opgenomen.

In artikel 4.1 van de Verordening zijn wel de regels ten aanzien van het stedelijk gebied vastgelegd. Een ruimtelijk besluit voor gronden die zijn aangewezen als ‘Stedelijk gebied’ kan bestemmingen en regels bevatten voor verstedelijking. Van verstedelijking is sprake als een ruimtelijk besluit ten opzichte van het vigerende planologische regime nieuwe mogelijkheden biedt voor vestiging of uitbreiding van stedelijke functies. Hiervan is geen sprake in de voorliggende herziening welke de realisatie van een geluidwerende voorziening mogelijk maakt. Deze voorziening was al geborgd in het vigerende bestemmingsplan.

Conclusie

Het realiseren van de geluidwerende voorziening sluit aan bij het Provinciaal belang 'een gezonde en veilige leefomgeving'. Door het plaatsen van deze voorziening wordt de geluidsoverlast van de A27 op het woongebied Zuidpolder zoveel mogelijk beperkt. Dit komt het woon- en leefklimaat van het woongebied ten goede.

De voorziening wordt geplaatst binnen stedelijk gebied en er is geen sprake van een stedelijke ontwikkeling.

Het provinciaal beleid levert geen belemmeringen op voor de voorliggende herziening.

3.3 Gemeentelijk ruimtelijk beleid

3.3.1 Partiële herziening Structuurvisie

Op 28 juni 2004 is het Structuurplan Eemnes 2015 "Behoud door ontwikkeling" vastgesteld. De actualisatie van een gedeelte van het structuurplan vindt plaats vanwege de nadere uitwerking van de ontwikkeling van de Zuidpolder. De actualisatie is verwerkt in een structuurvisie. In 2011 is een partiële herziening Structuurvisie opgesteld. In deze structuurvisie zijn de uitgangspunten van de ontwikkeling van de Zuidpolder nader aangevuld en aangepast.

In deze visie komt de geluidwerende voorziening waarop de voorliggende herziening betrekking aan bod. Dit wordt hieronder nader uitgewerkt.

In het gemeentelijke geluidbeleid zijn voorwaarden opgenomen op grond waarvan hogere grenswaarden kunnen worden vastgesteld. De gemeente Eemnes streeft ernaar om in de ontwikkeling van de Zuidpolder te voldoen aan de voorwaarden die voortvloeien uit het gemeentelijk geluidbeleid. Zo moet bij uitbreidingslocaties minstens 90% van de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarden.

Met het oog op de geluidsoverlast die de A27 voortbrengt voor de inwoners van Eemnes zullen er geluidwerende voorzieningen worden aangelegd. Met name voor de nieuwe woningbouwlocatie Zuidpolder die dichtbij de A27 is gesitueerd, is dit een onmisbare voorziening. Een dergelijke geluidwerende voorziening komt direct ten goede aan een goede woon- en leefomgeving en op grond hiervan is de aanleg van de voorziening gerechtvaardigd ten behoeve van het woon- en leefklimaat op de voornoemde woningbouwlocatie. De afmetingen van de geluidwerende voorzieningen zijn afhankelijk van de situering van deze voorziening.

Conclusie

Het realiseren van de geluidwerende voorziening past binnen het gemeentelijk beleid. Het plaatsen van deze voorziening zorgt voor een reductie van de geluidsoverlast in het woongebied, dit komt het woon-en leefklimaat ten goede. De positie en afmetingen van de voorzieningen worden vastgelegd in het voorliggende bestemmingsplan.

Het gemeentelijk beleid levert geen belemmeringen op voor het planvoornemen.

3.4 Omgevingsaspecten

3.4.1 Wegverkeerslawaai

Voor de tweede herziening van het bestemmingsplan Woongebied Zuidpolder is in juni 2017 een akoestisch onderzoek uitgevoerd door Royal Haskoning. In deze subparagraaf worden de onderzoeksresultaten met betrekking tot de geluidwerende voorziening toegelicht. Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage Bijlage 1.

Normstelling

Voor het bepalen van het wegverkeerslawaai geldt de Wet geluidhinder (Wgh). Volgens deze wet dienen nieuwe geluidsgevoelige functies, zoals woningen, voor zover gelegen binnen de in de wet geluidhinder gedefinieerde zones, aan de grenswaarden te voldoen. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB voor wegverkeerslawaai. Indien deze waarde wordt overschreden is het mogelijk om een ontheffing aan te vragen voor hogere grenswaarden. Hierbij geldt dat de uiterste grenswaarde van 63 dB voor stedelijke wegen (Zuidersingel) en 53 dB voor buitenstedelijke wegen (A27) niet mag worden overschreden.

Geluidbeleid gemeente Eemnes

De gemeente Eemnes heeft een beleid hogere waarden vastgesteld. Het beleid voor hogere grenswaarden voor wegverkeerslawaai is van toepassing op alle wegen, en de directe omgeving daaromheen, uitgezonderd zijn wegen die binnen een woonerf liggen of waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. De directe omgeving is in de Wgh en Bgh (Besluit geluidhinder) omschreven in de vorm van zones. In het beleid hogere waarden worden voorwaarden gesteld wanneer hogere grenswaarden binnen deze zones kunnen worden vastgesteld. Deze voorwaarden zijn als volgt:

  • Een hogere grenswaarde wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de mogelijkheden om binnen de voorkeursgrenswaarde te blijven, door het treffen van bron- en overdrachtsmaatregelen, zijn uitgeput;
  • Bij een uitbreidingslocatie moet minstens 90 % van de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde(n). Voor maximaal 10 % van de nieuwe woningen kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Voor het hele plan Zuidpolder resulteert dit in maximaal 50 woningen waarvoor een hogere waarde kan worden vastgesteld;
  • Iedere woning moet een geluidsluwe gevel hebben. Geluidsluw betekent een geluidsbelasting die kleiner is of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde, ook indien er rekening wordt gehouden met cumulatie;
  • Er is ten minste één te openen deel in de geluidsluwe gevel aanwezig.

Onderzoeksresultaten

Rijksweg A27

Zonder maatregelen is de nieuwe woningen sprake van een overschrijding van de voorkeurswaarde en wordt ook niet voldaan aan de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting. Er moeten maatregelen worden getroffen.


Met Rijkswaterstaat zijn afspraken gemaakt over het treffen van geluidbeperkende maatregelen aan en langs de A27. Dit zijn de volgende maatregelen (zie afbeelding 3.1):

  • Het toepassen van tweelaags ZOAB op de oostelijke rijbaan van de A27 tussen hm 98.9 en hm 100.1.
  • Plaatsen van een absorberend geluidscherm ten westen van Zuidpolder van 940 meter lang en 6,75 meter hoog ten opzichte van lokaal maaiveld.

Deze maatregelen worden door Rijkswaterstaat in het Geluidregister opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.BPgeluidweringZP-Va01_0003.jpg"

Afbeelding 3.1 Geluidbelasting A27 met maatregelen

Met deze maatregelen is op 36 nieuwe woningen nog sprake van een overschrijding van de voorkeurswaarde van 48 dB. Conform het geluidbeleid van de gemeente mag voor 50 woningen een hogere grenswaarde worden vastgesteld. Voor 19 woningen is reeds een hogere waarde vastgesteld. Binnen het geluidbeleid is er nog ruimte om voor maximaal 31 woningen een hogere waarde vast te stellen. Dit houdt in dat de proefverkaveling moet worden geoptimaliseerd in de uitwerkingsplannen, door voor tenminste 5 woningen stedenbouwkundige oplossingen te treffen. Dit kan bijvoorbeeld een zogenaamde 'dove gevels' zijn of het uitsluitend toestaan van onbenoemde (niet geluidgevoelige) ruimtes op de zolderverdieping.

Conclusie

Door de realisatie van de geluidwerende voorziening, zoals mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan, kan (samen met het treffen van stedenbouwkundige oplossingen en het aanbrengen van tweelaags ZOAB op de A27) voor het woongebied Zuidpolder voldaan worden aan het geluidbeleid van de gemeente met betrekking tot hogere waarden. Hiermee wordt, voor wat betreft het aspect geluid, de realisatie van het woongebied mogelijk gemaakt.

3.4.2 Ecologie

Tauw heeft ten behoeve van het opstellen van de tweede herziening van het bestemmingsplan Woongebied Zuidpolder een natuurtoets (d.d. 5 juli 2017) uitgevoerd. In dit onderzoek is ook geluidwerende voorziening meegenomen. In deze subparagraaf worden alleen de onderzoeksresultaten die betrekking hebben op deze voorziening toegelicht.

Kader

Wet natuurbescherming

Sinds 1 juli 2017 is de Wet natuurbescherming (hierna te noemen “Wnb”) in werking. De Wnb is het nieuwe wettelijke stelsel voor natuurbescherming en vervangt drie tot dan bestaande wetten, namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.

Het beschermingsregime gaat uit van het “nee, tenzij-principe“. Dit betekent dat de genoemde verbodsbepalingen in de Wnb voor bescherming van gebieden, soorten en houtopstanden altijd gelden. Het afwijken hiervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Utrecht is het bevoegd gezag

In de Wnb zijn bepalingen opgenomen voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten. Het gaat onder meer om soorten die in Nederland, maar ook in Europa in hun voortbestaan worden bedreigd. De Wnb kent drie beschermingsregimes:

  • Vogels: het gaat hier om alle inheemse vogels in hun natuurlijk verspreidingsgebied. Ze zijn beschermd via de vogelrichtlijn
  • Dieren en planten: het gaat hier om alle inheemse dieren en planten. Ze zijn beschermd via de Habitatrichtlijn en de verdragen van Bern en Bonn
  • Nationale soorten: het gaat hier om de soorten, die niet onder de reikwijdte van de Vogel- of Habitatrichtlijn vallen. Deze soorten zijn wel nationaal beschermd

Per beschermingsregime is bepaald welke verboden er gelden en onder welke voorwaarden ontheffing, vergunning of vrijstelling kan worden verleend door het bevoegd gezag.

Natuurtoets

Vogels

De bomen tussen de Te Veenweg Zuid en de rijksweg A27 zijn te gering van omvang om te fungeren als broedlocatie van vogels waarvan het nest jaarrond beschermd zijn. Ook de verstoring van de rijksweg A27 belemmert deze soorten om hier te broeden. Deze bomen zijn bovendien in het voorjaar van 2016 gecontroleerd op nesten van jaarrond beschermde soorten.

Deze zijn niet aangetroffen. Het voorkomen van en negatieve effecten op nesten die jaarrond beschermd zijn op deze locatie, zijn zodoende uitgesloten.

Het plangebied biedt geschikt habitat voor algemene vogelsoorten. Het voornemen leidt tot potentiele aantasting van deze verblijfplaatsen en/of de functionele leefomgeving van deze verblijfplaatsen.

Door te werken buiten de broedperiode van vogels worden effecten op de vogels voorkomen. De broedperiode duurt globaal van maart tot half augustus, maar het is leidend of er sprake is van een broedgeval. Een ontheffing van de Wnb kan niet worden verkregen voor aantasting van broedende vogels.

Onderzoek vleermuizen

Ten behoeve van de realisatie van de geluidwerende voorziening wordt één van de vier bomenrijen ter plaatse van het plangebied gekapt. Het betreft de bomenrij direct ten westen van de watergang. Voor dit voornemen is een toetsing uitgevoerd op de effecten op vleermuizen (Tauw, 2017) (zie bijlage 2).

afbeelding "i_NL.IMRO.0317.BPgeluidweringZP-Va01_0004.jpg"

Afbeelding 3.2 rood omcirkeld: de bomenrij welke wordt vervangen door een geluidscherm

De bomenrijen in het plangebied fungeren als geleiding voor een essentiële vliegroute van de gewone dwergvleermuis en zijn zodoende onderdeel van de functionele leefomgeving van een kraamkolonie gewone dwergvleermuis op het nabij gelegen industriegebied. Aantasting van het leefgebied of de essentiële onderdelen van het leefgebied van vleermuizen is krachtens de Wet natuurbescherming verboden.

Het voornemen heeft geen negatieve effecten op essentiële gebruiksfuncties van het leefgebied van de vleermuizen. Omdat er wel vleermuizen in het plangebied voorkomen dient hiermee tijdens de werkzaamheden rekening te worden gehouden. Tijdens de actieve periode van de gewone dwergvleermuis, die loopt van 1 april tot 1 december, mag geen gebruik gemaakt worden van bouwverlichting in de periode tussen zonsondergang en zonsopgang. Wanneer deze maatregel niet kan worden nageleefd, is een overtreding van de Wet natuurbescherming niet uitgesloten en dient een ontheffing te worden aangevraagd. Wanneer de werkzaamheden alleen overdag worden uitgevoerd dan is geen sprake van negatieve effecten op vleermuizen en zijn er geen vervolgstappen nodig.

In de periode van 1 december tot 1 april is het gebruik van verlichting wel toegestaan, omdat vleermuizen dan inactief zijn.

Uitvoerbaarheid van het voornemen

Effecten van het voornemen op vleermuizen zijn uitgesloten. De soortbescherming van de Wnb vormt daarom geen belemmering voor het uitvoeren van het planvoornemen met betrekking tot vleermuizen.

Aanbevelingen

Het te realiseren geluidscherm vormt een lijnvormig element in het landschap en kan zodoende gebruikt worden als echo-baken voor vleermuizen die op vliegroute zijn. Deze functie kan worden versterkt wanneer de oostelijke zijde van het geluidscherm te laten begroeien door een klimop. Deze betrooien trekt insecten aan, die kunnen fungeren als voedselbron voor passerend vleermuizen. Dit betreft een optionele aanvulling op de huidige situatie en is niet strikt noodzakelijk om de functie als vliegroute te waarborgen.

Conclusie natuurtoets en onderzoek vleermuizen

Het aspect ecologie levert geen belemmeringen op voor het voorliggende plan.

Hoofdstuk 4 Herziening

Voor de ontwikkeling van woningbouw is het noodzakelijk om een geluidwerende voorziening langs de A27 aan te leggen. Hiervoor is de strook langs de A27 opgenomen. De geluidwerende voorziening zal ervoor zorgen dat het geluidsniveau de wettelijke uiterste grenswaarden van 63 dB niet zal overschrijden. In paragraaf 3.4.1 is hier nader op ingegaan. Deze geluidwerende voorziening zal worden gerealiseerd in de vorm van een absorberend geluidscherm.

Bij de ruimtelijke inrichting aan de noord- en zuidzijde wordt aansluiting gezocht bij de bestaande watergang en de loop van de Te Veenweg Zuid.

Voor de locatie van de voorziening is een optimalisatieslag uitgevoerd. Hierdoor is de positie van de voorziening net buiten het bestemmingsplangebied van het vigerende bestemmingsplan 'Woongebied, Zuidpolder' komen te liggen. De nieuwe locatie is in overleg met Rijkswaterstaat nader bepaald. In bijlage 3 is een impressie opgenomen van de geluidwerende voorziening. In deze impressie zijn het dwarsprofiel, de ligging en de vormgeving van de voorziening opgenomen.

Om de geluidwerende voorziening op de afgesproken locatie te realiseren is de voorliggende herziening van het vigerende bestemmingsplan 'Woongebied Zuidpolder' opgesteld. Ten opzichte van het scherm dat eerder was berekend ligt het gemiddeld ca. 7 m dichter bij de rijbaan van de A27, is het bijna 1 m hoger en ca. 100 m langer. De geluidwerende voorziening is aan de noordzijde iets hoger dan rest van de voorziening. De hoogte van de voorziening past binnen de regels van het vigerende plan. De regels uit dit plan worden overgenomen in de voorliggende herziening. De nieuwe positie van de geluidwerende voorziening wordt ingetekend in de verbeelding toebehorend aan dit bestemmingsplan.

Voor de realisatie van het beoogde geluidsscherm wordt de bomenrij direct ten westen van de watergang gekapt. Het realiseren van de geluidwerende voorziening op de nieuwe locatie gaat niet ten koste van de kap van een extra bomenrij. De langere lengte van de geluidwerende voorziening zal wel ten koste gaan van een aantal extra bomen, uit dezelfde bomenrij direct ten westen van de watergang. Dit is nader toegelicht in 3.4.2.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt in het kort ingegaan op de opbouw en inhoud van de regels van het bestemmingsplan 'Herziening geluidwering Zuidpolder'. In de voorgaande hoofdstukken is de inhoud van de herziening besproken. De regels in dit bestemmingsplan zijn niets meer en niets minder dan de juridische vertaling van de gemaakte keuzes voor dit plangebied.

5.2 Planvorm

In deze herziening van het bestemmingsplan "Woongebied Zuidpolder" is gebruikgemaakt van de landelijke richtlijn Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. Hierin zijn verplichtingen opgenomen ten aanzien van de opbouw en presentatie van het bestemmingsplan. De landelijke richtlijn SVBP is opgenomen in de Wro. Daarnaast geldt per 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze wet introduceert nieuwe begrippen voor bestaande instrumenten, zonder deze (ingrijpend) inhoudelijk te wijzigen. Het bestemmingsplan is hiermee in lijn gebracht

5.3 Systematiek bestemmingen

De planregels zijn opgedeeld in hoofdstukken. Op het plan zijn de regels behorende bij het bestemmingsplan Woongebied Zuidpolder van toepassing, met dien verstande dat de volgende wijzigingen zijn doorgevoerd:

  • de locatie van de geluidwerende voorziening is gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan en wordt derhalve aangepast in de verbeelding, aan de westzijde en de noordzijde.

De aangepaste hoogte van de voorziening past binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan. Deze regels worden overgenomen in de voorliggende herziening. Op deze wijze worden de aangepaste afmetingen van de voorziening vast gelegd.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

Bij ontwikkelingen die middels het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, is het noodzakelijk aan te tonen in hoeverre de beoogde plannen financieel haalbaar zijn en wie de risicodragende partij is. In dit kader is in afdeling 6.4 Wro bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen, indien een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Hiervan kan worden afgeweken indien de plankosten anderzijds zijn verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst.

De gemeente Eemnes voert de ruimtelijke ontwikkeling zoals die in het bestemmingsplan mogelijk is gemaakt samen met de overige grondeigenaren in het plangebied uit. Hiertoe is een samenwerkingsovereenkomst getekend op 22 augustus 2013 die dient als anterieure overeenkomst in het kader van de Wro. De kosten die met de ruimtelijke ontwikkeling samenhangen worden gedekt door de opbrengsten die voortkomen uit de uitgifte van bouwrijpe kavels. Doordat in de samenwerkingsovereenkomst alle afspraken vast zijn gelegd, waarmee het kostenverhaal zeker is gesteld, is het dus niet nodig om een exploitatieplan vast te stellen.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten verwerkt van het bestuurlijke vooroverleg (conform artikel 3.1.1 Bro). Overleg vindt plaats met de besturen van de betrokken gemeenten, waterschappen en met die diensten van de provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het genoemde overleg zal plaatsvinden aan de hand van het concept ontwerpbestemmingsplan. De resultaten van dit overleg zal in dit hoofdstuk worden opgenomen.

Het ontwerp wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd zodat door belanghebbenden zienswijzen kunnen worden ingediend. Eventuele zienswijzen zullen worden betrokken in het planproces.

7.2 Overleg en ter inzage legging

Het ontwerpbestemmingsplan Herziening geluidwering Zuidpolder heeft gedurende zes weken, vanaf vrijdag 14 juli 2017 tot en met 24 augustus 2017, ter inzage gelegen. Gedurende deze periode was het voor een ieder mogelijk om een zienswijze in te dienen.

Gedurende de ter inzage termijn zijn er drie zienswijzen ontvangen. Deze hebben niet geleid tot aanpassingen in het bestemmingsplan. De Nota zienswijzen en overleg is opgenomen in Bijlage 4.

Het bestemmingsplan is op 30 oktober 2017 vastgesteld door de raad van de gemeente Eemnes.