Plan: | Haarbrug Zuid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0313.HaarbrugZuid1200-0201 |
Wet luchtkwaliteit
De wet luchtkwaliteit is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het 'Besluit Luchtkwaliteit 2005'.
De kern van de "Wet luchtkwaliteit" bestaat uit (Europese) luchtkwaliteitseisen. Verder bevat zij basisverplichtingen op grond van de richtlijnen, namelijk plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage.
De kern van de Wet luchtkwaliteit bestaat uit luchtkwaliteitseisen voor de buitenlucht die in bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn vastgelegd. Uit de Wet luchtkwaliteit volgt dat een voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is indien in ieder geval aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onderstaande tabel vat de meest relevante grenswaarden voor de luchtkwaliteit samen. Het betreft grenswaarden voor de concentraties van stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10), benzeen, zwaveldioxide (SO2), lood (Pb) en koolmonoxide (CO) in de buitenlucht.
Tabel 1 Meest relevante grenswaarden uit de Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (Wet luchtkwaliteit)
Stof | Criterium | Grenswaarde |
NO2 | Jaargemiddelde concentratie 1)
Aantal overschrijdingen van uurgemiddeldegrenswaarde van 200 ìg/m3 |
40 ìg/m3
18 keer per jaar |
PM10 | Jaargemiddelde concentratie Aantal overschrijdingen van 24 - uurs gemiddelde grenswaarde van 50 ìg/m3 |
40 ìg/m3
35 keer per jaar |
CO | 8 uurgemiddelde concentratie | 10.000 ìg/m3 |
Benzeen | Jaargemiddelde concentratie | 5 ìg/m3 |
SO2 | Aantal overschrijdingen van uurgemiddeldegrenswaarde van 350 ìg/m3
Aantal overschrijdingen van 24 – uurs gemiddelde grenswaarde van 125 ìg/m3 |
24 keer per jaar 3 keer per jaar |
Pb | Jaargemiddelde concentratie | 0,5 ìg/m3 |
1) De jaargemiddelde grenswaarde voor NO2 wordt pas in 2010 van kracht.
Luchtkwaliteit Haarbrug-Zuid
Om te beoordelen of het ontwikkelen van het bedrijventerrein Haarbrug-Zuid ruimtelijk inpasbaar is dient in het kader van de Wet luchtkwaliteit te worden aangetoond of de voorgenomen ontwikkeling kan voldoen aan één van de hierboven genoemde voorwaarden. Gekozen is om de geplande ontwikkeling te toetsen aan voorwaarde 1 (grenswaarden voor de luchtkwaliteit mogen niet worden overschreden) omdat er meerdere aspecten (verkeer en industrie ) als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit. De resultaten van de toetsing aan voorwaarde 1 zijn vastgelegd in rapport CDJ/319596.
Inventarisatie bronnen
Doordat het om een nieuw bedrijventerrein gaat is nog niet exact bekend welke bedrijven er zich zullen vestigen. Polynorm-Voestalpine is ook het enige bedrijf in de directe omgeving die stoffen emitteert die van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit. De emissiebronnen (lucht) van Polynorm-Voestalpine zijn dan ook meegenomen in dit luchtkwaliteitonderzoek.
Verkeer
Het realiseren van een nieuw bedrijventerrein heeft een verkeersaantrekkende werking tot gevolg. Het is daarom met name van belang om de ontsluitingswegen te toetsen aan de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit.
Het aantal vervoersbewegingen op de Amersfoortseweg (N199) is het grootst en daarmee maatgevend voor de luchtkwaliteit.
Industrie
Aan de noordzijde van het plangebied grenst het bedrijf Polynorm-Voestalpine. Polynorm-Voestalpine is een groot bedrijf dat door zijn bedrijfsactiviteiten stoffen emitteert die van invloed zijn op de luchtkwaliteit. In het kader van de milieuvergunning van Polynorm-Voestalpine zijn in 2007 bij Polynorm-Voestalpine emissiemetingen verricht aan diverse installaties. De resultaten van deze metingen zijn vastgelegd in drie rapporten (980811RO1, 980811RO2, 980811RO3) en zijn gebruikt voor het toetsen aan de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit.
Berekeningen
Algemeen
In Nederland zijn met name stikstofdioxide NO2 en fijn stof (PM10 ) relevant. De concentraties van de overige stoffen worden in Nederland bijna nergens overschreden. Gekozen is voor referentiejaren die het moment van realisatie (2010) en de toekomst weergeven (2015 en 2020).
Berekening Verkeer
Voor het berekenen van de luchtkwaliteit in/langs straten is het CAR-model (gebaseerd op standaardrekenmethode 1) ontwikkeld. Uit de berekeningen blijkt de achtergrondwaarde voor PM10 op circa 25 ?g/m3 te liggen en voor NO2 op circa 2O,5 ?g/m3.. Deze achtergrondenwaarden zijn laag en dit heeft tot gevolg dat er zeer veel motorvoertuigen gebruik kunnen maken van de Amerfoortseweg voordat zij een overschrijding geven van de grenswaarden voor PM10 en NO2. (40 ?g/m3 ).
Er vindt geen overschrijdingen plaats van de grenswaarden voor PM10 en NO2 (m.b.t de jaargemiddelde concentratie en het aantal overschrijdingen) ondanks de sterke toename van het aantal motorvoertuigenbewegingen per etmaal (27.000 in het jaar 2020). Dit blijkt ook uit de resultaten die zijn weergegeven in rapport CDJ/319596.
Berekening Industrie
Voor het berekenen van de bijdragen van industriële bronnen aan de bestaande of toekomstige concentraties is in Nederland standaardrekenmethode 3 (SRM3) voorgeschreven. Dit rekenmodel is geschikt voor berekeningen van punt- en oppervlaktebronnen voor fijn stof en NO2.
Met behulp van het rekenmodel ISL3a zijn emissiegegevens van Polynorm-Voestalpine ingevoerd en zijn er berekeningen uitgevoerd voor het jaar 2008. Uit de resultaten blijkt dat de bijdrage aan PM10 en NO2. afkomstig van de bronnen van Polynorm-Voestalpine zodanig gering zijn (minder dan 0,04 ?g/m3 voor NO2 en minder dan 0,005 ?g/m3 voor PM10) dat er sprake is van een verwaarloosbare bijdrage (weergegeven in rapport CDJ/319596). Aangenomen kan worden, gegeven de verwaarloosbare bijdrage in 2008, dat bij een gelijk blijvende productieproces bij Polynorm-Voestalpine, de bijdrage door Polynorm-Voestalpine ook in komende jaren minimaal zal zijn. Er zijn daarom geen berekeningen uitgevoerd voor de jaren 2010, 2015 en 2010. Indien bij Polynorm-Voestalpine wijzigingen komen in het productieproces die negatief van invloed kunnen zijn op de emissies naar de lucht, dan zal in het kader van de behandeling van de aanvraag om een milieuvergunning, opnieuw beoordeeld moeten worden of de gewijzigde emissies kunnen voldoen aan de grenswaarden uit de wet Luchtkwaliteit.
Samenvatting en conclusie
Uit de resultaten van toetsing aan de grenswaarde voor luchtkwaliteit blijkt dat:
Dit betekent dat in het kader van de Wet luchtkwaliteit de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen inpasbaar zijn.