direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen - Woongebouw
Plan: AMALIAPARK - TRANSVAAL
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0308.0610102-DE04

Artikel 16 Wonen - Woongebouw

 

16. 1.           Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor WONEN - WOONGEBOUW aangewe­zen gronden zijn bestemd voor:

a.      wonen in gestapelde vorm met daarbijbehorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groen­voorzieningen;

b.      garageboxen, ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “garagebox” is aangegeven.

 

16. 2.           Bouwvoorschriften

Op de tot WONEN - WOONGEBOUW bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de be­stemming, met dien verstande dat:

16. 2. 1. voor gebouwen de volgende bepalingen gelden:

a.      een gebouw mag binnen en buiten een bouwvlak worden ge­bouwd;

b.      een gebouw buiten een bouwvlak mag niet worden gebouwd ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding “bebouwingsvrije zone” is aangegeven;

c.      de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen buiten het bouw­vlak mag niet meer dan 15% van de oppervlakte van het bui­ten het bouwvlak gelegen terrein bedragen met een maximum van 50 m²;

d.      de bouwhoogte van een gebouw binnen een bouwvlak mag niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven hoogte;

e.      de goothoogte van een gebouw buiten het bouwvlak mag ten hoogste 3 m bedragen;

f.        de bouwhoogte van een gebouw buiten het bouwvlak mag ten hoogste 5 m bedragen.

16. 2. 2. voor andere bouwwerken de volgende bepalingen gel­den:

a.      de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;

b.      de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouw­hoogte van erf- en terreinafscheidingen indien zij vóór de voor­gevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdge­bouw of het verlengde daarvan worden opgericht, niet meer dan 1 m mag bedragen.

 

16. 3.           Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.      een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b.      de verkeersveiligheid;

c.      de milieusituatie;

d.      de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

e.      de sociale veiligheid.