direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Wagenwerkplaats e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BVWagenwerkplaats-va01

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ontsluitingswegen;
  • b. straten, verblijfsgebied, pleinen en speelvoorzieningen;
  • c. voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen;
  • d. een fietsenstalling ter plaatse van het besluitsubvak 'fietsenstalling';
  • e. een parkeergarage ter plaatse van het besluitsubvak 'parkeergarage';
  • f. bermen en groenvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. watergangen en -partijen;

bij een en ander behorende al dan niet ondergrondse andere voorzieningen, waaronder begrepen parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 15.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. fietsenstallingen en parkeergarages dienen binnen het besluitsubvak 'bouwvlak' te worden gebouwd;
  • b. overige niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals nutsgebouwtjes, abri's, telefooncellen en onder- en bovengrondse afvalverzamelpunten, niet zijnde verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • c. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, zoals geluidwerende voorzieningen, lichtmasten, informatieborden, wegwijzers, verkeerstekens en -regelinstallaties, bovengeleidingsportalen, schakelkasten, luifels, pergola's, straat- en pleinmeubilair, glascontainers, (beeldende) kunstwerken, speeltuigen en terreinafscheidingen.
15.2.2

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in lid 15.2.1 onder a, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • b. de bouwdiepte van ondergrondse gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
15.2.3

Voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen als bedoeld in lid 15.2.1 onder b, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bruto-inhoud van de gebouwen bedraagt ten hoogste 50 m3;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
  • c. de bouwdiepte van ondergrondse gebouwen bedraagt maximaal 5 m;
15.2.4

Voor het bouwen van de brug als bedoeld in lid 15.2.1 onder c geldt dat de bouwhoogte maximaal 8 m bedraagt.

15.2.5

Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde als bedoeld in lid 15.2.1 onder d geldt, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
bruggen en viaducten   8 m  
luifels en pergola's   4 m  
licht- en andere masten, wegwijzers, verkeerstekens en -regelinstallaties, (beeldende) kunstwerken en geluidwerende voorzieningen   20 m  
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   4 m