Plan: | Leusderweg 320 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00206-0301 |
het bestemmingsplan Leusderweg 320 met indentificatienummer NL.IMRO.0307.BP00206-0301 van de gemeente Amersfoort;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
(oorspronkelijke) gevel aan de achterzijde van een gebouw;
het erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een bouwwerk, geen gebouw en geen bijbehorende bouwwerk zijnde;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer bouwwerken;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bebouwingsoppervlak geeft;
achtererfgebied, uitgezonderd de gronden gelegen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie in een woning, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, of het uitoefenen van een kleinschalig bedrijf aan huis die:
een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, danwel omgevingsvergunning;
gebruik van grond en bouwwerken dat aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van kelder en ruimten in de kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus en dergelijke;
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
recreatief medegebruik van gronden, zoals fietsen, paardrijden, varen, vissen, wandelen en zwemmen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting in Lden (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
gebouw dat dient ter bewoning of een ander geluidsgevoelig gebruik als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
geluidsgevoelig gebouw, geluidsgevoelige ruimte, of geluidsgevoelig terrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in de Wet geluidhinder;
fysieke en niet-fysieke maatregelen gericht op het reduceren van de geluidsbelasting vanwege industrie-, bedrijfs- of wegverkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten, of maatregelen die daar niet specifiek op gericht zijn doch wel tevens een geluidsreducerende uitwerking hebben, zoals bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, het aanbrengen van geluidsarm asfalt, geluidswallen of -schermen of de aanleg van nieuwe wegen elders die tot gevolg hebben dat de verkeers- en de geluidsbelasting afneemt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een vorm van wonen, zowel in de traditionele vorm van gezin als in de minder traditionele vorm, mits sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning met een zekere mate van onderlinge verbondenheid tussen de bewoners en continuïteit in de samenstelling;
een specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet tot stand komt, ter plaatse alleen de bijbehorende opslag en distributie plaatsvindt en afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een gedeelte van een gebouw dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw, danwel van een bijbehorend bouwwerk of door het afgewerkte maaiveld, en dat geheel is gelegen onder het afgewerkte maaiveld.
een met keerwanden uitgevoerd bouwwerk ter hoogte van het snijpunt van de gevel en het maaiveld dat voorziet in de licht- en luchttoetreding van de onderbouw en geen toegang tot het gebouw mag zijn;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van wegen en waterlopen, zoals een brug, duiker of viaduct, alsmede beeldende kunst;
het bieden van hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt in of bij een woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en met een ruimtelijke uitwerking of uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
bouwkundige elementen aan de gevels van een hoofdgebouw, die geen deel uitmaken van het volume en de massa van het hoofdgebouw en daaraan in omvang ondergeschikt zijn, zoals plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen, rookkanalen, afvoerpijpen, rolluiken en -hekken, hekken, stoepen, hellingbanen, vluchttrappen, trappen, entreeportalen, erkers, veranda's, bordessen, luiken, overstekende daken, afdaken, lijstwerk, balkons, galerijen, luifels, zonneschermen, markiezen, lichtbakken, reclametoestellen en -uitingen, draagconstructies voor reclame, antennes en antenne-installaties en andere daarmee gelijk te stellen bouwdelen.
bouwkundige elementen op het dakvlak of de kap van een hoofdgebouw, die geen deel uitmaken van het volume en de massa van het hoofdgebouw en daaraan in omvang ondergeschikt zijn, zoals ventilatiekanalen, rookkanalen, vluchttrappen en/of trappenhuizen, liftkokers, lichtkoepels en -kappen, antennes en antenne-installaties, luchtbehandelingskasten, afvoerpijpen, schoorstenen, zonnepanelen en -collectoren andere daarmee gelijk te stellen bouwdelen.
een deel van een gebouw, gelegen boven het peil, vrij van het aansluitende afgewerkte terrein, dat ter weerszijden wordt ondersteund door hetzelfde gebouw;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een overdekte bebouwde voorziening, die maximaal 2 eigen wanden heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het aantal parkeerplaatsen dat op basis van de in Amersfoort geldende parkeernormen nodig is voor een ruimtelijke ontwikkeling;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis bestaande uit hoofdzakelijk baliewerkzaamheden of andere diensten die publiek aantrekken, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus, kinderopvang, ateliers en dergelijke; in tegenstelling tot niet-publieksgerichte beroep- en bedrijfsactiviteit aan huis;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht; onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een parenclub of prostitutiebedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
geheel of gedeeltelijk afbreken;
het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat maximaal 1,2 meter boven het (straat)peil is gelegen;
ander bouwwerk ten behoeve van het spelen, zoals wipkippen en schommels;
een constructie die uitsluitend of mede bedoeld is voor het bevestigen en dragen van telecommunicatieapparatuur;
de geometrisch bepaalde planobjecten (voorheen plankaart genoemd);
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig aangemerkt diende te worden;
denkbeeldige dan wel op de plankaart aangegeven grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, die loopt tot aan de perceelsgrenzen;
Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot een bepaalde grens van het erf;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de lijnen, getrokken door de buitenzijde van de gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren;
bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden niet meegerekend (gedeelten van) bijbehorende bouwwerken gelegen binnen het bouwvlak, met dien verstande dat erkers, etc. voor de voorgevel niet meetellen bij de berekening van de oppervlakte;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat de gronden worden aangelegd, ingericht en beheerd volgens het van deze regels (bijlage 1) deel uitmakende Inrichting- en beheerplan Common Woods;
Op en in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de bouwwerken moeten passen binnen het van deze regels (bijlage 1) deel uitmakende Inrichting- en beheerplan Common Woods;
Ter waarborging van de natuur- en landschapswaarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 3.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden, van deze regels (bijlage 1) deel uitmakende Inrichting- en beheerplan Common Woods:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het afwijken van het Inrichting- en beheerplan Common Woods, met dien verstande dat de landschappelijke, ecologische en stedenbouwkundige kwaliteit die het inrichting- en beheerplan beoogd, minimaal gelijkwaardig wordt ingevuld of verbetert.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat de gronden worden aangelegd, ingericht en beheerd volgens het van deze regels (bijlage 1) deel uitmakende Inrichting- en beheerplan Common Woods;
Op en in deze gronden zijn uitsluitend niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals nutsvoorzieningen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.
Voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
verlichtingsmasten | 6 m |
straatmeubilair | 1,5 m |
verkeerstekens en (beeldende) kunstwerken | 4 m |
speeltoestellen | 4 m |
erf- en perceelsafscheidingen, voor zover in overeenstemming met het inrichtings- en beheersplan (bijlage 1) | 1 m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 4.2.2 voor:
een en ander met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 teneinde wegen en parkeervoorzieningen toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Onverminderd het bepaalde in artikel (“Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden algemeen”) is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken aan te leggen of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 4.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Een vergunning als bedoeld onder sublid 4.5.1 is slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden de natuurlijke of landschappelijke waarden van de betreffende groenvoorziening niet in onevenredige mate worden aangetast.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, ten behoeve van het afwijken van het Inrichting- en beheerplan Common Woods, met dien verstande dat de landschappelijke, ecologische en stedenbouwkundige kwaliteit die het inrichting- en beheerplan beoogd, minimaal gelijkwaardig wordt ingevuld of verbetert.
De voor “Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat de gronden worden aangelegd, ingericht en beheerd volgens het van deze regels (bijlage 1) deel uitmakende Inrichting- en beheerplan Common Woods;
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
het onder 5.4.1 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in de voorgaande leden, zijn niet toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in voorgaande leden bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, ten behoeve van het afwijken van het Inrichting- en beheerplan Common Woods, met dien verstande dat de landschappelijke, ecologische en stedenbouwkundige kwaliteit die het inrichting- en beheerplan beoogd, minimaal gelijkwaardig wordt ingevuld of verbetert.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten | 7,5 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties | 7,5 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
verkeerstekens en -regelinstallaties, (beeldende) kunstwerken en geluidwerende voorzieningen | 7,5 m |
erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
1. per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
2. met dien verstande dat binnen het plangebied in totaal niet meer dan 56 woningen mogen worden gerealiseerd.
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten | 6 m |
erfafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in sublid 7.2.2:
Ter plaatse van de aanduiding bed & breakfast is in samenhang met wonen de uitoefening van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.2 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging wijzigen ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en mits het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan.
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
1. per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag;
2. met dien verstande dat binnen het plangebied in totaal niet meer dan 56 woningen mogen worden gerealiseerd.
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten | 6 m |
erfafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in in sublid 8.2.2:
Ter plaatse van de aanduiding bed & breakfast is in samenhang met wonen de uitoefening van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.2 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging wijzigen ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en mits het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan.
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag; en
met dien verstande dat binnen het plangebied in totaal niet meer dan 56 woningen mogen worden gerealiseerd.
Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de bestemming.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van parkeervoorzieningen geldt:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
palen, masten | 7,5 m |
verlichtingsmasten en antenne-installaties | 7,5 m |
luifels en ander straatmeubilair | 4 m |
erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel | 1 m |
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
Ter plaatse van de aanduiding bed & breakfast is in samenhang met wonen de uitoefening van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5.2 onder c ten behoeve van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1 is het verboden om te bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden in lid 10.4.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1 is het verboden om werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden (hieronder vallen alle grondroerende werkzaamheden anders dan bouwen) uit te voeren overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden in lid 10.4.
Burgemeester en wethouders weigeren een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of voor werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden, ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), indien door de bodemverstoring het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In aanvulling op de bepalingen in hoofdstuk 2 gelden de hogere waarden, zoals die zijn beschreven in het van deze regels (bijlage 4) deel uitmakende overzicht (bladzijde 39 van het geluidsonderzoek) op de daarin aangegeven beoordelingspunten.
De situering van de beoordelingspunten, zoals opgenomen in lid 12.1 is aangegeven op de van deze regels (bijlage 4, bladzijde 39) deel uitmakende kaart.
In aanvulling op de leden 12.1 en 12.2 gelden de navolgende voorwaarden, zoals die zijn beschreven in het van deze regels deel uitmakende (bijlage 4) akoestische onderzoek:
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) mogen de bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen worden overschreden, met dien verstande dat:
Met dien verstande dat voor het bouwen moet worden voldaan aan het beeldkwaliteitsplan zoals is opgenomen in bijlage 2 bij deze regels.
In uitzondering op het bepaalde in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) zijn op het dakvlak ondergeschikte bouwdelen toegestaan, met dien verstande dat:
Met dien verstande dat voor het bouwen moet worden voldaan aan het beeldkwaliteitsplan zoals is opgenomen in bijlage 2 bij deze regels.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of het gebruiken van gronden of bouwwerken geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan:
De afwijkingen als bedoeld in lid 15.1 worden geweigerd indien door het verlenen daarvan:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht vrijstelling verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Leusderweg 320”.