direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Amersfoort oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00047-0301

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport en dagrecreatie;
  • b. ter hoogte van de aanduiding "zwembad": tevens een zwembad;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie c", tevens horeca van categorie c;
  • d. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen, parkeer-, speel-, groen- en nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009.

14.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, alsmede nutsvoorzieningen toegestaan.

14.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse op de verbeelding is aangegeven;
  • c. indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kap' mogen gebouwen worden afgedekt met een kap;
  • e. er mogen niet meer bouwlagen worden gebouwd dan zoals aangegeven op de verbeelding;
  • f. bij bestaande gebouwen is de bestaande hoogte per bouwlaag maatgevend;
  • g. kelders die geheel zijn gelegen onder het peil zijn binnen het gehele bouwvlak toegestaan, waarbij het bebouwingspercentage mag worden overschreden;
  • h. kelders die gedeeltelijk boven het peil uitsteken zijn overal toegestaan waar gebouwen zijn toegestaan, waarbij het bebouwingspercentage niet mag worden overschreden;
  • i. de gevels van de kelder mogen niet zichtbaar zijn, met uitzondering van een koekoek;
  • j. wanneer de kelder is bedoeld voor parkeren, mag een inrit aan de straatzijde worden gerealiseerd met een maximale breedte van 3 meter;
  • k. het realiseren van een kelder mag geen nadelige invloed hebben op de bodem- en waterhuishouding en op eventueel aanwezige archeologische waarden.
  • l. in afwijking van het bepaalde in sublid 14.2.1 onder a geldt voor nutsvoorzieningen dat deze tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan.

14.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen en masten, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeerstekens en beeldende kunstwerken   15 m  
luifels en ander straatmeubilair   4 m  
ballenvangers op sportterreinen   6 m  
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken   2 m  

14.3 Afwijkingen
14.3.1 bouwen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2 ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming buiten het bouwvlak, zoals bijvoorbeeld bergingen of fietsenstallingen, met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bijgebouwen en andere bouwwerken plat mogen worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 450 ; indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 450 mogen de aan- en bijgebouwen een dakhelling overeenkomstig het hoofdgebouw hebben.

14.3.2 hogere erf- en terreinafscheidingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m , mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld.

14.3.3 parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor het wijzigen van de parkeernormen in verband met en overeenkomstig een nieuwe door de gemeenteraad vast te stellen parkeernota, dan wel een wijziging van de parkeernormen.