direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie
Plan: Amersfoort oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00047-0301

Artikel 13 Recreatie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "horeca van categorie c", tevens horeca van categorie c;
  • c. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, parkeer-, nuts- en groenvoorzieningen;

met dien verstande dat voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in de Nota Parkeernormen Amersfoort d.d. 27 januari 2009.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming, alsmede nutsvoorzieningen toegestaan.

13.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. er mogen niet meer bouwlagen worden gebouwd dan zoals aangegeven op de verbeelding;
  • c. bij bestaande gebouwen is de bestaande hoogte per bouwlaag maatgevend;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kap' mogen gebouwen worden afgedekt met een kap;
  • e. buiten het bouwvlak mag per volkstuin maximaal 1 gebouw worden geplaatst met een maximale oppervlakte van 9 m2.

13.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen en masten, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeerstekens en beeldende kunstwerken   4 m  
luifels en ander straatmeubilair   4 m  
erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel   1 m  
overige erf- en perceelsafscheidingen en overige andere bouwwerken   2 m  

13.3 Afwijkingen
13.3.1 Groter gebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 ten behoeve van het bouwen van een gebouw met een grotere oppervlakte dan 9 m2, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de karakteristiek van de groengordel.

13.3.2 Uitbreiding buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2 ten behoeve van het bouwen van bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming buiten het bouwvlak, zoals bijvoorbeeld bergingen of fietsenstallingen, met dien verstande dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 15% van het bouwvlak;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bijgebouwen en andere bouwwerken plat mogen worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 450 ; indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 450 mogen de aan- en bijgebouwen een dakhelling overeenkomstig het hoofdgebouw hebben.

13.3.3 hogere erf- en terreinafscheidingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2, ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel tot ten hoogste 2 m , mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de karakteristiek van de groengordel.

13.3.4 parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 voor het wijzigen van de parkeernormen in verband met en overeenkomstig een nieuwe door de gemeenteraad vast te stellen parkeernota, dan wel een wijziging van de parkeernormen.