Plan: | Park Randenbroek e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0307.BP00024-0301 |
Bij het provinciale beleid is met name de Ruimtelijke Structuurvisie Provincie Utrecht van belang. Deze structuurvisie is ontstaan door een beleidsneutrale omzetting van het streekplan 2005-2015 van de provincie Utrecht. Deze omzetting vond plaats op 1 juli 2008. Provinciale Staten hebben hiervoor de “Beleidslijn nieuwe Wro” vastgesteld op 23 juni 2008. In de structuurvisie worden verschillende ruimtelijke functies afgewogen en keuzen bepaald. Ook worden bestemmings- en bouwplannen van gemeenten aan de structuurvisie getoetst. Binnen de structuurvisie vormen de begrippen kwaliteit, uitvoering en samenwerking gezamenlijk de rode draad.
In de structuurvisie zijn de bebouwingscontouren van de gemeenten precies vastgelegd en op kaarten aangegeven. Daarbinnen mag worden gebouwd; daarbuiten niet. Het bestemmingsplan Park Randenbroek e.o. ligt binnen de rode bebouwingscontour.
afbeelding : Plankaart structuurvisie Utrecht
De Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS)
De structuurvisie geeft aan dat de CHS bestaat uit samenhangende historisch waardevolle structuren van bovenlokaal belang. Het zijn ruimtelijke herkenbare structuren die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of ontwikkeling.
afbeelding: Cultuurhistorische hoofdstructuur
De provinciale ambities met betrekking tot de CHS kennen drie soorten sturingsmechanismen: * veiligstellen: cultuurhistorie is mede sturend voor de ontwikkeling; * eisen stellen: cultuurhistorie geeft richting aan de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen en * actief versterken: de provincie start zelf projecten. Dit bestemmingplan ligt in het gebied "eisen stellen".
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
Wat betreft de natuur wordt in de Ruimtelijke structuurvisie van de provincie Utrecht in algemene zin gekozen voor “natuur voor mensen, mensen voor natuur”. Bij de structuurvisie hoort de kaart “Gebieden binnen groene contouren”. De EHS heeft een zogenaamde groene contour gekregen. De grenzen van de EHS zijn daarbij bijna volledig overgenomen uit de natuurgebiedplannen. De natuurgebiedplannen zijn in 2009 vervangen door één Natuurbeheerplan voor de hele provincie.
afbeelding : EHS volgens Natuurbeheerplan
Met de komst van de nieuwe Wro is de groene contour van de EHS opgenomen in de Provinciale ruimtelijke verordening. Hierin staat beschreven hoe de groene contour vertaald moet worden in het bestemmingsplan.
afbeelding: Overzicht EHS volgens provinciaal beleid (groene lijnen = ecologische verbindingszones; groene pijlen = ecoducten; groene vlakken = kerngebied EHS)
Nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van gebieden die binnen de groene contour vallen en die per saldo significant negatieve gevolgen hebben voor de te behouden waarden en kenmerken, zijn niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang (het "nee, tenzij" principe). Op basis van een afweging tussen het te beschermen belang en het met het plan of project gemoeide belang wordt al dan niet toestemming verleend door de provincie. Wordt een plan of project na afweging van belangen toch toegestaan, dan moet een besluit worden genomen over mitigerende (mitigeren is verzachten of verlichten) en compenserende maatregelen (het zogenaamde compensatiebeginsel). Als de mitigerende maatregelen onvoldoende zijn, moeten compenserende maatregelen worden getroffen: maatregelen waarmee nieuwe waarden worden gecreëerd die vergelijkbaar zijn (in kwantiteit of kwaliteit) met de verloren gegane waarden.
De Heiligenbergerbeek en de Vosheuvelbeek zijn ecologische verbindingszones en vallen binnen de groene contour. In hoofdstuk 5 (Flora en fauna) wordt hier nader op ingegaan.
Recreatie en toerisme
In de structuurvisie wordt geconstateerd dat een kwalitatieve en kwantitatieve inhaalslag nodig is. Hierbij zijn de belangrijkste aandachtspunten: voldoende aanbod, bereikbaarheid, toegankelijkheid en diversiteit. De intensiteit van het gebruik verschilt per gebied, afhankelijk van de aantrekkelijkheid en de bereikbaarheid vanuit het stedelijk gebied. Fietsen, wandelen en varen zijn belangrijke vormen van recreatief medegebruik. Het recreatief medegebruik door uitbreiding van wandelpaden, fietspaden wordt gestimuleerd.
Onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening moest het bestemmingsplan na vaststelling goedgekeurd worden door Gedeputeerde Staten. Het Streekplan vormde hierbij een belangrijk toetsingskader. De huidige Wet ruimtelijke ordening kent de figuur van goedkeuring niet meer. Ter borging en doorwerking van het provinciaal belang kan de provincie een verordening vaststellen: kaderstelling vooraf. De figuur van verordening is weliswaar nieuw in de ruimtelijke ordening maar de inhoud van de Utrechtse verordening is niet nieuw. De verordening is namelijk gebaseerd op de Wro-proof gemaakte Structuurvisie (Beleidslijn nieuwe Wro) en de Wro-proof gemaakte Handleiding (Uitvoering Beleidslijn nieuwe Wro). De Provinciale Ruimtelijke Verordening is op 21 september 2009 vastgesteld door Provinciale Staten en in werking getreden op 24 december 2009.