direct naar inhoud van Artikel 4 Cultuur en ontspanning
Plan: Park Randenbroek e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0307.BP00024-0301

Artikel 4 Cultuur en ontspanning

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding kinderboerderij (kb), een kinderboerderij;
  • b. ter plaatse van de aanduiding atelier (atl), een atelier;
  • c. ter plaatse van de aanduiding theater (th), een theater;
  • d. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning (bw), tevens een bedrijfswoning;
  • e. horeca van categorie c ter plaatse van de aanduiding kinderboerderij (kb);
  • f. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals tuinen, nutsvoorzieningen en parkeer- en groenvoorzieningen;

met dien verstande dat dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de van deze regels (bijlage 5) deel uitmakende Nota Parkeernormen d.d. 27 januari 2009.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming en nutsvoorzieningen.

4.2.1 Gebouwen - algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte en/of bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse is aangegeven;
  • c. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden bebouwd, tenzij ter plaatse een bebouwingspercentage of een bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;
  • d. in afwijking van het bepaalde in a tot en met c geldt voor gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen een maximale hoogte van 3,5 m.

4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

a. alleen toegestaan binnen het bouwvlak met de aanduiding bedrijfswoning (bw);

b. per bouwvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd;

c. de goothoogte en/of bouwhoogte mogen niet meer zijn dan ter plaatse is aangegeven;

d. de gronden binnen een bouwvlak mogen geheel worden bebouwd, tenzij ter plaatse een bebouwingspercentage of een bebouwde oppervlakte is aangegeven; in dat geval geldt dat bebouwingspercentage of de bebouwde oppervlakte;

4.2.3 Andere bouwwerken
  • a. Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen en masten, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeerstekens en beeldende kunstwerken   6 m  
erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken   3 m  

4.3 Specifieke gebruiksregels

Opslag ten dienste van de activiteiten op de gronden met de aanduiding specifieke vorm van cultuur- en ontspanning-buitenopslag niet toegestaan (sco-bnt) is uitsluitend toegestaan in de gebouwen.

4.4 Afwijkingen

4.4.1 Bouwen buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

b. het straat- en bebouwingsbeeld;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1. onder a. ten behoeve van het bouwen buiten het bouwvlak van bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals bijvoorbeeld dierenverblijven, met dien verstande dat :

1. deze afwijking alleen mogelijk is op de gronden met de aanduiding kinderboerderij (kb);

2. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 200 m2;

3. de goot- en/of bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2.5 m.

4.4.2 Gebruikswijziging

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het gebruiken en inrichten van gebouwen ten behoeve van andere functies ten dienste van cultuur en ontspanning, zoals een creativiteitscentrum, een museum, een (muziek)theater en andere vergelijkbare activiteiten met een op cultuur gerichte publieksfunctie, met dien verstande dat:

a. deze gebruikswijziging alleen mogelijk is op de gronden met de aanduiding atelier (atl) en theater (th);

b. dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals vastgelegd in de van deze regels (bijlage 5) deel uitmakende Nota Parkeernormen dd. 27 januari 2009;

c. minimaal een woning gehandhaafd blijft voor zover in de bestaande situatie een woning in het gebouw is gevestigd;

d. hierdoor geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden plaatsvindt.

4.4.3 Parkeernormen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het wijzigen van de parkeernormen overeenkomstig een nieuwe door de gemeenteraad vast te stellen parkeernota, dan wel een wijziging van de parkeernormen.