direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Boschhuis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01216-VG01

Toelichting

COLOFON    
Gegevens over het plan:    
Plannaam:   Boschhuis  
Identificatienummer:   NL.IMRO.0302.BP01216-VG01  
Status:   Vastgesteld  
Datum:   25 april 2024  
Projectnummer Buro SRO:   24.80.09  
   
Gegevens projectbetrokkenen:  
Opdrachtgever:   Gemeente Nunspeet  
Contactpersoon opdrachtgever:   dhr. Dickhof  
   
Gegevens Buro SRO:    
Projectleider Buro SRO:   dhr. Geerts  
Bezoekadres vestiging Arnhem:   Sweerts de Landasstraat 50, 6814 DG te Arnhem  
Telefoon:   026 – 35 23 125  
E-mail:   arnhem@buro-sro.nl  
Internet:   www.buro-sro.nl  
   

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan

Aan het Groenelaantje 35 / 37 ligt een prachtig pand: het Boschhuis. Van oudsher was dit een vakantiekolonie en vanuit die historie heeft het verschillende maatschappelijke functies gehad. Daarbij heeft het een brede maatschappelijke bestemming gekregen in de bestemmingsplannen die voor dit pand golden. Ook het huidige bestemmingsplan kent een brede zorgbestemming. In de huidige tijdgeest wordt net wat anders aangekeken tegen de brede mogelijkheden die in combinatie met de aanwezige onderwijsinstellingen hier mogelijk zijn en via voorliggend bestemmingsplan wordt dat aangepast.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen aan het Groenelaantje 35 / 37. Bijgevoegde afbeelding toont globaal de ligging van het plangebied in de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01216-VG01_0001.png"

Globale ligging plangebied. Bron: openstreetmap

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de bestaande situatie en van het plan. Daarna wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op het relevante Rijks-, provinciale-, en gemeentelijke beleid. In hoofdstuk 4 wordt de haalbaarheid van het project getoetst op grond van het geldende beleid en (milieu)wetgeving. Ook wordt ingegaan op de economische haalbaarheid van het plan. Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de juridische opzet van het plan. Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op de wijze hoe burgers en andere belanghebbenden betrokken zijn bij het plan (maatschappelijke uitvoerbaarheid). Hierin zijn de uitkomsten van inspraak, vooroverleg en zienswijzen opgenomen.

Hoofdstuk 2 Het initiatief

In dit hoofdstuk wordt het initiatief beschreven. Eerst wordt ingegaan op de bestaande situatie van het plangebied en de relatie met de omgeving. Daarna wordt ingezoomd op het beoogde initiatief.

2.1 Huidige situatie

Het plangebied ligt aan het Groenelaantje 35 / 37. Bijgevoegde afbeelding geeft via een luchtfoto het pand weer. Het pand heeft een maatschappelijke bestemming welke nader is gespecificeerd tot 'zorg'. Tot enige tijd geleden wast het pand mede in gebruik door de naastgelegen school. Op dit moment staat het pand leeg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01216-VG01_0002.png"

Luchtfoto. Bron: Funda.

2.2 Toekomstige situatie

Bij het zoeken naar een passende invulling voor dit pand bestaat de behoefte de bestemming, zie ook hierna onder het geldende bestemmingsplan in paragraaf 3.2, nader te specificeren. Forensische zorg wordt hier vanuit oogpunt van veiligheid niet passend gevonden gegeven de naastgelegen school voor bijzonder onderwijs en woningen en de kwaliteiten van dit gebied vanuit natuur- en recreatief oogpunt. Zeker ook doordat dergelijke zorg inrichtingsmaatregelen zoals hekken en andere veiligheidsvoorzieningen vraagt welke niet passen. d worden gevonden in deze omgeving. Daarom wordt dat via voorliggend bestemmingsplan uitgesloten. Tevens is het vanuit diverse ruimtelijke aspecten onwenselijk dat het aantal personen dat 24-uurs-zorg onbegrensd is. Gekozen is voor een begrenzing die passend is bij de mogelijkheden die het huidige gebouw biedt. Naast deze twee inperkingen van de gebruiksmogelijkheden wordt binnen de bestemming Maatschappelijk de component dienstverlening toegevoegd omdat dit pand zich daar, mede gegeven de omgeving en deels historisch gebruik, goed voor leent. Denk bij maatschappelijke dienstverlening bijvoorbeeld aan de GGD maar ook andere maatschappelijke functies zoals educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijks- en provinciaal beleid

Gezien de opgave is het Rijks- en provinciale beleid niet van toepassing op deze opgave.

3.2 Gemeentelijk beleid

Gezien de opgave is er geen algemeen uitgeschreven gemeentelijke beleidsregel of -document dat relevant is voor deze opgave. De motivering komt sec voort uit het inzicht anno 2023 dat de brede zorgbestemming, zie hiertoe ook paragraaf 2.2, niet meer past in deze omgeving en dat deze daarom aangepast moet worden.

Geldende bestemmingsplan

Ter informatie wordt onderstaand verslagen wat het geldende bestemmingsplan voor deze locatie bepaald:

Op basis van het bestemmingsplan Spoorzone, vastgesteld d.d. 27 november 2014, geldt de bestemming 'Maatschappelijk' waarbij voor dit perceel dit is gespecificeerd tot 'zorginstelling'. Een zorginstelling is ingevolge de begripsbepalingen "een instelling die zorg(diensten) verleent in combinatie met huisvesting"

Onderstaand als afbeelding de bestemmingsomschrijving en daaronder als afbeelding het desbetreffende deel van de verbeelding

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01216-VG01_0003.png"

Bestemmingsomschrijving plan Spoorzone. Bron: ruimtelijke plannen

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01216-VG01_0004.png"

Bestemmingsomschrijving plan Spoorzone. Bron: ruimtelijke plannen

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Voor dit plan wijzigt er ten opzicht van de huidige bestemming niet veel en dat heeft voorts geen relatie met de vraag of de dit plan uitvoerbaar is in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Gegeven de beperkte gebruiksveranderingen worden staan vragen als de bodemkwaliteit, ecologische effecten op soorten en / of gebieden, archeologische waarden als ook water, geluid, lucht of wat ook niet in een ander daglicht dan ze al stonden. Het pand was binnen de eerdere bestemming en de nieuwe bestemming eenvoudig te betrekken en via benodigde vergunningen was en is geborgd dat op zorgvuldige wijze invulling wordt gegeven aan voornoemde sectorale aspecten.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het bestemmingsplan is opgezet volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan dit plan ten grondslag liggen. De toelichting is van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing.

Daarnaast maken ook eventuele bijlagen onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.

Verbeelding

De verbeelding is een digitale kaart, waarop bestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken specifieker te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken, functieaanduidingen etc.

Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart). Daar waar een verschil is tussen de digitale en de analoge verbeelding, is de digitale versie leidend.

Regels

De planregels zijn standaard onderverdeeld in vier hoofdstukken.

  • Hoofdstuk I : Inleidende regels, deze bevatten de begrippen en wijze van meten. In dit plan worden de geldende bestemmingsplannen van toepassing verklaart waarmee er niets nieuws toegevoegd wordt;
  • Hoofdstuk II: Bestemmingsregels. In dit plan worden de geldende bestemmingsplannen van toepassing verklaart waarmee er niets nieuws toegevoegd wordt behalve de doelstelling van dit plan zijnde het verbieden van twee vormen van zorg en het toevoegen van bredere Maatschappelijke mogelijkheden zoals paragraaf 2.2 dat toelicht;
  • Hoofdstuk III: Algemene regels. Ook hiervoor geldt dat deze uit de onderliggende plannen van toepassing worden verklaard en daarmee verandert er niets. Alleen de wettelijk verplichtte anti-dubbeltelbepaling wordt opgenomen.
  • Hoofdstuk IV: Overgangs- en slotbepalingen. Deze worden opgenomen in lijn met de wettelijke verplichting.

Planspecifiek

Dit plan is bijzonder van opzet. Alle onderliggende bestemmingsplannen zijn onverminderd van toepassing met dien verstande dat bepaald wordt dat de zorgfunctie zoals deze binnen de maatschappelijke bestemming is toegekend in het plan Spoorzone wordt beperkt m.b.t. forensische zorg als ook het aantal personen dat hier 24-uurszorg ontvangt waarbij tevens de maatschappelijk functie vergroot wordt. Bij dat laatste wordt aangesloten bij het begrip "maatschappelijke voorzieningen" zoals die in dat plan is opgenomen ("educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen").

Ter explicitering van het begrip Zorginstelling in het bestaande plan wordt, wordt in de gebruiksbepaling zelfstandige bewoning uitgesloten.

Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 6 Procedure

6.1 Algemeen

Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Dit is het vooroverleg, waarin het conceptplan wordt voorgelegd aan het waterschap en aan die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.

Op basis van artikel 3.1.6 Bro dient verslag te worden gedaan van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit is de inspraak. Van (formele) inspraak kan, zeker bij wat kleinere plannen, worden afgezien. De gemeentelijke inspraakverordening is daarbij ook van belang.

Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Verslag vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Dit bestemmingsplan is in het kader van het wettelijk overleg niet toegezonden aan de provincie omdat geen sprake is van een bovenlokaal belang. Gegeven de beperkte reikwijdte van dit plan heeft tevens geen inspraak plaatsgevonden.

6.3 Verslag inspraak ex artikel 3.1.6 Bro

Direct omwonenden zijn op de hoogte gesteld van de komst van dit plan en zijn uitgenodigd het ontwerp-bestemmingsplan te raadplegen. Dit geldt ook voor het vooroverleg met andere partijen zoals bijvoorbeeld het waterschap.

6.4 Verslag zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 13 december 2023 voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Wel is het plan gewijzigd vastgesteld. Het plangebied heeft een voorlopige woonbestemming gekregen. Na afloop van 18 maanden na vaststelling van het bestemmingsplan wordt de voorlopige bestemming omgezet in een definitieve bestemming. Als gedurende deze periode een woning is gepasseerd bij de notaris, wordt de definieve bestemming een woonbestemming. Zo niet, dan wordt de definitieve bestemming een maatschappelijke bestemming zoals beoogd in het ontwerpbestemmingsplan.