Plan: | De Vossenberg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01099-ow01 |
Het Streekplan Gelderland 2005 (nu: Structuurvisie Gelderland) geeft op hoofdlijnen de kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie voor de komende jaren. Het plan geeft op regionale schaal aan welke waarden en ontwikkelingen bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden.
Het Streekplan is op een aantal onderdelen verder uitgewerkt in Streekplanuitwerkingen (Groei en Krimp, EHS, Nationale Landschappen en waardevolle landschappen). In de volgende subparagrafen wordt nader ingegaan op de verschillende uitwerkingen.
Op de Beleidskaart ruimtelijke structuur zijn het groen-blauwe (natuur, landschap, water) raamwerk, de concentratiegebieden voor de rode (stedelijke) functies en het multifunctionele gebied aangegeven. Het plangebied ligt in het groen-blauwe raamwerk. In het raamwerk ligt het beleidsaccent op bescherming en versterking van aanwezige kwetsbare waarden en belangen.
Uitgangspunten recreatie en toerisme
Ten aanzien van de ontwikkeling van recreatie en toerisme op de Veluwe is in het streekplan een aantal uitgangspunten geformuleerd. Hierna worden het Groei- en Krimpscenario en de voorwaarden voor recreatiewoningen en stacaravans en overige verblijfsrecreatieve voorzieningen besproken.
Groei- en Krimpscenario
De Veluwe is één van de belangrijkste gebieden voor verblijfsrecreatie in Nederland. Echter, de marktpositie staat onder druk. Een kwaliteitsimpuls voor de recreatiesector is dringend nodig. Ten aanzien van de mogelijke ontwikkelingen van verblijfsrecreatie op het Veluwemassief (in het Reconstructieplan Veluwe "Centraal Veluws Natuurgebied" (CVN) genoemd) geldt een specifiek beleid. Het zogenaamde Groei- en Krimpscenario is ontwikkeld in het kader van de Nota Veluwe 2010 en uitgewerkt in het Reconstructieplan Veluwe. Dit scenario gaat uit van een betere ruimtelijke afstemming op het Veluwemassief van recreatie en natuur om zo een kwaliteitsslag voor beiden te kunnen maken. De hoofdlijn van dit scenario is enerzijds het toestaan van groei (ontwikkelingsmogelijkheden) aan recreatiebedrijven op - vanuit natuuroverwegingen - minder kwetsbare plekken en anderzijds krimp (saneren) van recreatiebedrijven die vanuit natuuroverwegingen ongunstig zijn gelegen.
Het Groei- en Krimpscenario gaat uit van de volgende hoofdlijnen.
Belangrijke voorwaarde voor de kwaliteitsimpuls is dat recreatiebedrijven ook als zodanig worden gebruikt. Op het betreffende park zijn geen recreatie-eenheden die permanent bewoond worden of als tweede woning wordt gebruikt.
Binnen de zoekgebieden zijn voor recreatieclusters van bedrijven uitbreidingsmogelijkheden. Buiten de zoekgebieden is op het Veluwemassief sprake van het krimpgebied. Het beleid is hier primair gericht op ontwikkeling van natuur en landschap en krimp van verblijfsrecreatie. Voor de groeigebieden zijn clustervisies opgesteld. In kwantitatieve zin wordt gestreefd naar 100 hectare krimpen en 100 hectare groeien.
Binnen de zoekgebieden (recreatieclusters) gelden de volgende aandachtspunten:
De locatie van Vrijetijdspark De Vossenberg ligt binnen een zoekgebied. Voor de zoekgebieden zijn clustervisies uitgewerkt. In de gemeente Nunspeet zijn deze gemaakt voor de groeigebieden bij Vierhouten en Nunspeet. Voor het plangebied geldt de clustervisie Nunspeet.
Recreatiewoningen, stacaravans
Terreinen met recreatiewoningen dienen, gezien hun aard en functie, een aan de omgeving aangepast karakter te hebben. Om dit te waarborgen zijn richtlijnen ten aanzien van oppervlakte en bouwvolume gesteld; er wordt een maximummaat toegestaan van 75 m2 en 300 m3 (inclusief berging en kelder). Uitbreidingen of nieuwvestiging van terreinen voor recreatiewoningen of stacaravans worden alleen toegestaan indien sprake is van een bedrijfsmatig geëxploiteerd terrein, vastgelegd in het bestemmingsplan. Hieronder wordt verstaan, het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden. Voor recreatiewoningen geldt als nadere eis dat deze slechts mogen worden opgericht en gebruikt voor de verhuur ten behoeve van wisselend gebruik.
Gebruiksvoorwaarden verblijfsrecreatievoorzieningen
Onrechtmatig gebruik van recreatieverblijven ("permanente bewoning") is ongewenst. De primaire verantwoordelijkheid bij het voorkomen en bestrijden hiervan ligt bij de gemeenten. Legalisatie - omzetting van recreatiewoningen naar reguliere woningen - is conform het provinciale beleid niet mogelijk.
Uitgangspunten natuur
Bij het ruimtelijk beleid voor de natuur wordt ingezet op behoud en ontwikkeling.
Het plangebied maakt onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), namelijk EHS-natuur. Het hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken. Binnen de EHS geldt de "nee, tenzij"-benadering. Deze "nee, tenzij"-benadering houdt in dat een bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van dat gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en sprake is van redenen van groot openbaar belang. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een ecologisch onderzoek uitgevoerd, zie paragraaf 4.3. Bezien in het licht van het project Groei en Krimp kan worden geconcludeerd dat de effecten op de EHS beperkt zijn. Bij uitbreiding van recreatieterreinen op de Veluwe zijn in veel situaties minimaal vergelijkbare effecten te verwachten. Nadere afstemming met de provincie is echter noodzakelijk.
Uitgangspunten stilte
De Veluwe kent een aantal stiltegebieden en is voor het overige aangemerkt als stiltebeleidsgebied. Het plangebied ligt in het stiltebeleidsgebied. In de stiltebeleidsgebieden vormt de akoestische nulsituatie het ijkpunt waaraan de ruimtelijke ontwikkelingen worden getoetst. In het beleid is geen uitwerking gegeven hoe de stilte in de stiltebeleidsgebieden moet worden geborgd in bestemmingsplannen. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden tussen de provincie en de gemeente. Hieruit blijkt dat eventuele maatregelen zeer gering effect zullen hebben, aangezien het plangebied nabij de vrij drukke spoorlijn ligt.
Conclusie
Het plangebied ligt in een zoekgebied waar uitbreidingsmogelijkheden zijn voor recreatiebedrijven. De uitbreiding wordt ingepast in de omgeving. De ontwikkeling betreft een goede landschappelijke inpassing met veel aandacht voor gebiedseigen beplanting. Omtrent ecologie dienen de genoemde aanbevelingen te worden opgevolgd. Eventuele maatregelen omtrent stilte zullen een zeer gering effect hebben.
Het beleid uit het Streekplan omtrent het Groei- en Krimpscenario is verder uitgewerkt in de "Streekplanuitwerking Groei & Krimp". Het doel van de Streekplanuitwerking is de uitvoering van het project Groei en Krimp op het niveau van de Veluwe te coördineren en de planvorming in dat kader richting te geven. Daarbij fungeert het als beoordelingskader voor procedures op het gebied van ruimtelijke ordening en de Natuurbeschermingswet.
In de Streekplanuitwerking zijn de begrenzingen van de gebieden voor groei en krimp aangegeven. Het plangebied ligt in een zoekgebied recreatiecluster (groei).
De streekplanuitwerking bevat de basisregels van het uitvoeringskader en beschrijft de taken van provincie en gemeente en de verschillende stappen die in de procedure moeten worden doorlopen. De volgende stappen worden onderscheiden.
In verband met de uitbreiding van het park De Vossenberg is een uitbreidingsplan opgesteld. De onafhankelijke adviescommissie "Ontwikkeling Verblijfsrecreatie Veluwe" en GS hebben het voornemen beoordeeld en een positief advies gegeven.
Conclusie
Op de locatie zijn mogelijkheden voor uitbreiding van verblijfsrecreatie. Hierbij moet worden voldaan aan de gestelde voorwaarden en procedures. De uitbreiding geeft invulling aan het beleidskader.
Het Nationaal Landschap de Veluwe omvat diverse provinciale waardevolle landschappen, waaronder het Veluwemassief. De waardevolle landschappen vertegenwoordigen samen het geheel van Veluwe en de omringende flanken van de Veluwe.
In de Nota Ruimte is de globale begrenzing van de Nationale Landschappen aangegeven. In deze Streekplanuitwerking is de definitieve begrenzing vastgesteld. Het plangebied ligt in het Nationale Landschap de Veluwe. In de Nationale Landschappen is het ruimtelijk beleid uit het streekplan van toepassing. De Nationale Landschappen vallen voor een groot deel samen met de waardevolle landschappen, waarin sprake is van het "ja, mits"-beleid. Bovendien geldt dat in de EHS en waardevolle open gebieden binnen de waardevolle landschappen een "nee, tenzij"-beleid geldt; daar is het "nee, tenzij "-beleid leidend. Het "ja, mits"-beleid en het "nee, tenzij"-beleid zijn uitgewerkt in de Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities ecologische hoofdstructuur en de Streekplanuitwerking kernkwaliteiten waardevolle landschappen.
Het plangebied behoort tot de EHS, het Nationaal Landschap Veluwe en het waardevol landschap. Bij de ontwikkeling mogen de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS niet significant worden aangetast. In het ecologisch onderzoek, zie paragraaf 4.3, is hier nader op ingegaan en zijn aanbevelingen gedaan.
Conclusie
De kenmerken en de structuur van het landschap worden behouden. Bij de ontwikkeling wordt ingespeeld op de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden. De uitbreiding betreft een goede landschappelijke inpassing met veel aandacht voor gebiedseigen beplanting. De aanbevelingen uit het ecologisch onderzoek moeten worden opgevolgd.
In de provincie Gelderland zijn gebieden van bovenlokaal belang voor wat betreft de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Deze gebieden hebben blijvend belang voor de verstedelijkende samenleving als identiteitsrijke "groene contramal" van en in de dynamische stedelijke netwerken, rust- en ontspanningsruimte en leefgebied voor plant en dier. Het ruimtelijk beleid voor Waardevolle landschappen is behoud en versterking van de landschappelijke kernkwaliteiten. Het plangebied ligt in het Waardevol landschap Veluwemassief.
Bij de beantwoording van de vraag of door voorgenomen ontwikkelingen in Waardevolle landschappen de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt, spelen niet alleen de aard, omvang en locatie van de activiteit een rol, maar ook de vorm die wordt voorgestaan, zoals plaatsing en vormgeving van gebouwen en aanleg van groenstructuren.
Bij het omgaan met landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in Waardevolle landschappen zijn er drie verschillende situaties met bijbehorende hoofdafwegingen voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven en bepalingen.
In dit geval betreft het de situatie "Waardevol landschap - samenvallen met EHS". Hier geldt het "nee, tenzij"-regime vanwege de samenloop met de EHS. Op niveau van het Waardevol landschap dient daarbij sprake te zijn van behoud of versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten.
In het streekplan is aangegeven dat de provincie bij het omgaan met kernkwaliteiten de ontwerpende benadering wil bevorderen. Bij de voorgenomen inrichting van het park zijn de bestaande landschappelijke en tevens cultuurhistorische karakteristieken van de uitbreidingslocatie als uitgangspunt genomen. In het ontwerp zijn de ruimtelijke ingrepen afgestemd op de kenmerken van de omgeving. Het open veld staat centraal in het ontwerp, daaromheen zijn de toeristische plaatsen ingepast in de bestaande groenstructuur. De uitbreiding leidt niet tot een significante aantasting van de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS.
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling past binnen het beleidskader. Bij de ontwikkeling wordt ingespeeld op de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden. De uitbreiding betreft een goede landschappelijke inpassing met veel aandacht voor gebiedseigen beplanting. In verband met de EHS moeten de aanbevelingen uit het ecologisch onderzoek worden opgevolgd.
Het doel van deze streekplanuitwerking is de ruimtelijke regeling van behoud en ontwikkeling van de door de provincie gewenste natuurkwaliteit in de EHS. Om deze bescherming vorm te geven, geldt binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de "nee, tenzij"- benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en sprake is van redenen van groot openbaar belang. Overigens geldt voor Natura 2000-gebieden (waaronder het Veluwemassief) dat sprake moet zijn van dwingende redenen van groot openbaar belang.
In deze Streekplanuitwerking worden deze wezenlijke kenmerken en waarden voor de Gelderse natuur gespecificeerd en onderscheiden in kernkwaliteiten en omgevingscondities.
Voor de Veluwe worden de volgende kernkwaliteiten benoemd:
De omgevingscondities zijn de omstandigheden waaraan moet worden voldaan (omgevingskwaliteit in de zin van milieu, water en ruimte) om de ecologische kernkwaliteiten te bewerkstelligen.
GS maken een uitzondering voor ondergeschikte uitbreidingen van bestaande functies indien deze uitbreidingen een gering effect hebben op de kernkwaliteiten en omgevingscondities.
In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is onderzoek gedaan naar de gevolgen voor de ecologische waarden. In paragraaf 4.3 is hier nader op ingegaan en zijn aanbevelingen gedaan.
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling betreft een relatief geringe uitbreiding bij een bestaand verblijfsrecreatie terrein. In verband met de EHS dienen de aanbevelingen te worden opgevolgd.
Met de Ruimtelijke Verordening Gelderland stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen. Hierbij richt de provincie zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, recreatie, glastuinbouw, water en de ecologische hoofdstructuur. De regels in de verordening zijn gebaseerd op de Structuurvisie Gelderland (voorheen: Streekplan Gelderland 2005).
Bepaalde onderwerpen zijn van provinciaal belang waarvoor in de verordening regels zijn opgenomen. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling zijn de onderdelen recreatie, landschap en ecologische hoofdstructuur relevant. In de voorgaande paragrafen zijn deze onderwerpen reeds behandeld.
Conclusie
De voorgenomen ontwikkeling betreft een invulling van het Groei- en Krimpbeleid. In verband met de EHS dienen de aanbevelingen te worden opgevolgd. Voor het overige leidt de provinciale Verordening niet tot belemmeringen van de voorgenomen ontwikkeling.