direct naar inhoud van 4.3 Natuur
Plan: De Vossenberg
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01099-ow01

4.3 Natuur

In verband met de voorgenomen ontwikkeling is ecologisch onderzoek uitgevoerd. Voor de ontwikkeling is in 2009 een verkennend ecologisch onderzoek opgesteld. Vervolgens hebben de plannen stil gelegen, maar inmiddels zijn de plannen weer in gang gezet. Daarom is het onderzoek geactualiseerd (Ecogroen Advies, geactualiseerd ecologisch onderzoek uitbreiding camping de Vossenberg, van 17 november 2011). In Bijlage 1 is het ecologisch onderzoek opgenomen.

Gebiedsbescherming

Het uitbreidingsgebied ligt binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied "Veluwe" en de Ecologische Hoofdstructuur.

Natura 2000

Op basis van het uitgevoerde veldonderzoek zijn de natuurwaarden ter plekke als beperkt beoordeeld. Na raadpleging van de concept habitattypenkaart (bron: website provincie Gelderland) blijkt dat een deel van de locatie echter is aangemerkt als habitattype droge heide. Hoewel in het veld is vastgesteld dat het habitattype in de praktijk ontbreekt, wordt aanbevolen om in contact te treden met de provincie (bevoegd gezag). In samenspraak met de provincie moet worden bepaald of vervolgstappen dienen te worden genomen.

Ecologische Hoofdstructuur

De voorgenomen uitbreiding heeft volgens het toetsingskader van de provincie Gelderland op zichzelf staand significante negatieve effecten op de EHS tot gevolg. Bezien in het licht van het project Groei en Krimp moet echter worden geconcludeerd dat de effecten beperkt zijn en bij uitbreiding van recreatieterreinen op de Veluwe in veel situaties minimaal vergelijkbare effecten te verwachten zijn. Nadere afstemming met de provincie is echter noodzakelijk.

Soortenbescherming

Aangetroffen en te verwachten soorten

Het plangebied ligt op een heuvelachtig terrein op de Veluwe. Op het terrein zijn onder andere diverse kampeer- en camperplaatsen, bungalows en verschillende voorzieningen aanwezig.

Uit het onderzoek komen de volgende zaken naar voren:

  • Strikter beschermde plantensoorten zijn niet aangetroffen en worden binnen het plangebied ook niet verwacht.
  • De juridisch strikter beschermde Eekhoorn (tabel 2) gebruikt het plangebied als voortplanting- en foerageergebied. Overige strikter beschermde zoogdieren zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht. Wel zijn diverse laag beschermde soorten te verwachten zoals Bosmuis, Gewone bosspitsmuis en Egel.
  • In het plangebied komen naar verwachting diverse algemene broedvogels tot broeden zoals Merel, Houtduif, Koolmees, Vink, Tjiftjaf, Fitis, Grote bonte specht en Heggenmus. Broedvogels met jaarrond beschermde nesten zijn niet aangetroffen en ook niet te verwachten.
  • Ondanks gericht onderzoek naar de soort, is Levendbarende hagedis niet in het plangebied aangetroffen. Deze soort of overige reptielen worden niet in het plangebied verwacht.
  • Laag beschermde amfibieĆ«n zoals Gewone pad, Bruine kikker en Kleine watersalamander zijn in beperkte mate overwinterend te verwachten. Strikter beschermde soorten worden op basis van verspreidingsgegevens en biotoopkenmerken niet verwacht.
  • Vissen of beschermde libellen, dagvlinders en ongewervelden zijn niet aangetroffen en ook niet in het plangebied te verwachten.

Benodigde mitigerende maatregelen Flora- en faunawet

Om overtreding van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet te voorkomen dienen onderstaande mitigerende maatregelen te worden genomen. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is in dat geval niet nodig:

  • Werkzaamheden die broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen dienen te allen tijde te worden voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering op te starten in de periode voor 15 maart en na 15 juli. Voor het broedseizoen wordt echter geen standaardperiode gehanteerd, maar het is van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum.
  • Indien eventuele kap van nestbomen van Eekhoorn wordt uitgevoerd in een vorstvrije periode tussen 1 september - 1 januari, is aantasting van de functionaliteit van de leefomgeving van de soort niet te verwachten.

Conclusie

In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen dienen de bovengenoemde acties en maatregelen te worden uitgevoerd.

LET OP: Wellicht ecologisch onderzoek vervangen door onderzoek dat is toegezonden door Arjan Goutbeek 24-1-2013

DIT MOET NADER WORDEN GECHECKT