Plan: | HUIZE VIERHOUTEN B.V. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01036-vg02 |
Zoals in par. 1.1. aangegeven is beroep ingesteld tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten door recreatiebedrijf Huize Vierhouten B.V.,vertegenwoordigd door de heer mr. E.M.H. von Baumhauer en de gemeente Nunspeet. Door Huize Vierhouten B.V. werd (kort samengevat) gesteld dat Gedeputeerde Staten goedkeuring hadden moeten verlenen aan het plan omdat het plan het resultaat is van een juiste afweging van de betrokken belangen. Het enige punt waarop Huize Vierhouten B.V. het niet eens was met het besluit van de gemeenteraad betrof de inhoudsmaat van de zomerhuisjes. Vervolgens werd gesteld dat wanneer de Afdeling tot de conclusie kwam dat Gedeputeerde Staten toch terecht goedkeuring hadden onthouden aan eerdergenoemde plandelen dat Gedeputeerde Staten dan ten onrechte goedkeuring hadden verleend aan de overige plandelen met de bestemming Verblijfsrecreatie, omdat vanwege het hoge compromiskarakter van de in het plan neergelegde regeling voor het recreatiebedrijf het plan in zijn geheel opnieuw moest worden bezien. De gemeente had eveneens beroep ingesteld op dit laatste punt omdat de gedeeltelijke goedkeuring leidde tot een vermindering van exploitatiemogelijkheden voor Huize Vierhouten B.V. ten opzichte van het vorige plan, waardoor hij ten onrechte in zijn bedrijfsvoering werd beperkt.
De Afdeling heeft geoordeeld dat de overwegingen omtrent het gedeeltelijk onthouden van goedkeuring grotendeels in stand konden blijven. Op een drietal punten is het van belang om het oordeel van de Afdeling nader te bezien omdat deze moeten worden betrokken bij het voorliggende plan.
De Afdeling heeft overwogen dat Gedeputeerde Staten op onjuiste gronden hebben aangenomen dat Huize Vierhouten cultuurhistorische waarde heeft. Gedeputeerde Staten stelden dat dit bleek uit een advies van de provinciale onderafdeling Cultuurhistorie, maar dit advies bevond zich niet bij de stukken. Daarentegen overwoog de Afdeling wel dat er niet gebleken was van concrete plannen tot uitbreiding en dat Gedeputeerde Staten zich in redelijkheid op het standpunt konden stellen dat het plan onder deze omstandigheden te veel uitbreidingsmogelijkheden bood.
De Afdeling heeft overwogen, en daarbij de redenering van de gemeente volgend, dat Gedeputeerde Staten door aan de uitbreiding goedkeuring te onthouden, maar aan de overige gronden, met inbegrip van de daarvoor geldende beperking van het aantal kampeermiddelen per hectare, goedkeuring te verlenen Huize Vierhouten B.V. onevenredig in haar belangen heeft getroffen. De gedeeltelijke goedkeuring van het plan strookte dan ook niet met de aard en inhoud van het plan zoals dit door de gemeenteraad was vastgesteld en was daarmee in strijd met het bepaalde in artikel 10;29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
De Afdeling heeft overwogen dat de gemeenteraad de vrijheid toekwam een kleinere inhoud van de zomerhuizen toe te kennen dan die volgens het Streekplan is toegestaan. Echter Gedeputeerde Staten hadden niet voorbij mogen gaan aan het feit dat voor een viertal zomerhuizen bouwvergunningen waren verleend waarin een grotere inhoudsmaat is vergund dan volgens het bestemmingsplan was toegestaan. Door het nieuwe bestemmingsplan werden deze zomerhuizen onder het overgangsrecht gebracht terwijl daarvoor in beginsel alleen maar plaats is indien aannemelijk is dat de bebouwing binnen de planperiode verdwijnt. Gedeputeerde Staten hadden, volgens de Afdeling, miskend dat de gemeenteraad had dienen te onderzoeken of het niet overeenkomstig de vergunde situatie bestemmen van de zomerhuizen met een ruimere inhoudsmaat in overeenstemming was met een goede ruimtelijke onderbouwing.