direct naar inhoud van Artikel 7 Bos
Plan: Buitengebied Zuid en West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.bp1500BgebiedZW-vs01

Artikel 7 Bos

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bosbouw;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur- en landschappelijke waarden;
  • c. extensieve dagrecreatie;
  • d. één recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • e. water, voorzieningen voor de waterhuishouding en waterberging;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (parkeer)voorzieningen en wegen en paden.

7.2 bouwregels
7.2.1

Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met dien verstande dat de recreatiewoning en aangebouwde bijgebouw voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de inhoud bedraagt maximaal 175 m3;
  • b. de oppervlakte van de recreatiewoning bedraagt maximaal 50 m2;
  • c. de goothoogte van de recreatiewoning bedraagt maximaal 3 m;
  • d. de bouwhoogte van de recreatiewoning bedraagt maximaal 6 m;
  • e. de oppervlakte van het aangebouwd bijgebouw bedraagt maximaal 10 m2;
  • f. de goothoogte van het aangebouwd bijgebouw bedraagt maximaal 2,5 m;
  • g. de bouwhoogte van het aangebouwd bijgebouw bedraagt maximaal 3 m.
7.2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.1 geldt dat voor zover ten tijde van het in ontwerp ter visie leggen van het plan de maatvoering van de recreatiewoning afwijkt, deze niet mag worden vergroot.

7.2.3

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m.

7.3 afwijken van de bouwregels
7.3.1 gebouw ten dienste van beheer en onderhoud bosbestand

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1 voor het bouwen van een gebouw ten dienste van het beheer en het onderhoud van het bosbestand met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud bedraagt maximaal 50 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van natuur en landschap.
7.3.2 voederberging of voederruif voor wild

Bij omgevingsvergunning van kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1 voor het bouwen van een voederberging of voederruif voor wild met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de bouw is noodzakelijk of gewenst in verband met het beheer van de wildstand;
  • b. de oppervlakte bedraagt maximaal 3 m2;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 2,5 m;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van natuur en landschap.
7.4 specifieke gebruiksregels

Het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op de in artikel 7.1 bedoelde gronden is, voor zover voor het uitvoeren van die werken, geen bouwwerken, en werkzaamheden een vergunning krachtens de Waterwet is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.

7.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van vijvers, poelen, kolken en waterlopen;
  • b. aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • c. aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telefooncommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
7.5.2

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 7.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur en landschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

7.5.3

Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 7.5.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.