6.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven ter plaatse van de aanduiding;
-
1. 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': een dierenpension;
-
2. 'gemaal': een gemaal ten behoeve van de waterhuishouding en waterbeheersing;
-
3. 'nutsvoorziening': een nutsvoorziening als bedoeld in bijlage 3 kolom 'aard van bedrijvigheid';
-
4. 'opslag': opslag van goederen;
-
5. 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch technisch hulpbedrijf': een agrarisch technisch hulpbedrijf;
-
6. 'specifieke vorm van bedrijf - duivenfokkerij': een duivenfokkerij;
-
7. 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel vlees en kaas': een groothandel in vlees en kaas;
-
8. 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf stalinrichting': een installatiebedrijf voor stalinrichtingen;
-
9. 'specifieke vorm van bedrijf - palletverwerkingsbedrijf': een palletverwerkingsbedrijf;
-
10. 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg met een maximale lpg-doorzet van 1.000 m3;
-
11. 'vulpunt lpg': een lpg vulpunt;
-
b. het bestaande aantal bedrijfswoningen, waarbij inwoning is toegestaan;
-
c. aan huis verbonden beroepen dan wel consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de bestaande gebouwen mag worden ingericht ten dienste van het aan huis verbonden beroep dan wel de consumentverzorgende bedrijfsactiviteit, waarbij geldt dat maximaal 40% van de oppervlakte van de bestaande gebouwen hiervoor mag worden benut;
-
d. detailhandel in eigen vervaardigde en/of voortgebrachte producten, met dien verstande dat de oppervlakte ten behoeve van detailhandel maximaal 25 m2 mag bedragen;
-
e. buitenopslag met een maximale oppervlakte van 100 m2 en hoogte van 2 m;
-
f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
6.2 bouwregels
6.2.1
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. oppervlakte bedrijfsgebouwen maximaal de in bijlage 3 "oppervlakte bebouwing in m2 toegestaan bij recht" per bedrijf aangegeven oppervlakte, met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen maximaal 100 m2 mag bedragen ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
-
b. de goothoogte bedraagt maximaal:
-
1. van bedrijfsgebouwen de bestaande goothoogte;
-
2. van bedrijfswoningen 4,5 m;
-
c. de bouwhoogte bedraagt maximaal:
-
1. van bedrijfsgebouwen de bestaande bouwhoogte;
-
2. van bedrijfswoningen 10 m;
-
d. inhoud bedrijfswoning maximaal 600 m3.
6.2.2
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. gezamenlijke oppervlakte maximaal 75 m2 per woning;
-
b. goothoogte maximaal 3 m;
-
c. bouwhoogte maximaal 5,5 m.
6.2.3
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m.
6.5 afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 vergroting buitenopslag
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 onder e voor vergroting van de omvang van de buitenopslag met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de hoogte en de oppervlakte van de buitenopslag bedragen respectievelijk maximaal 4 m en 200 m2;
-
b. de vergroting is noodzakelijk voor een doelmatiger gebruik van aan de grond gegeven bestemming;
-
c. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing in de omgeving;
-
d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.5.2 mantelzorg
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van mantelzorg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. er is aantoonbaar sprake van een tijdelijke zorgbehoefte;
-
b. de afhankelijke woonruimte mag maximaal 75 m2 bedragen;
-
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende woningen.
6.5.3 ander bedrijf
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. het betreft een bedrijf dat is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van Bijlage 1, de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 en 2;
-
b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.6 wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een grotere oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de vergroting mag niet meer bedragen dan 15%;
-
b. de vergroting is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'EHS Natuur', 'EHS Verweving' en 'EHS Verbinding';
-
c. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing in de omgeving;
-
d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.6.2 ander bedrijf
Burgemeester en wethouder kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van Bijlage 1, de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. er mag geen uitbreiding van de bebouwing plaatsvinden;
-
b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de verkeersveiligheid;
-
c. parkeren vindt volledig op eigen terrein plaats;
-
d. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing in de omgeving;
-
e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.6.3 verkleinen lpg-doorzet
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verkleinen van de maximale lpg-doorzet en daarmee samenhangend het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' als bedoeld in artikel 35.6, indien wordt aangetoond dat het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden niet verslechtert.
6.6.4 verplaatsen lpg vulpunt
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verplaatsen van het lpg vulpunt en daarmee samenhangend het verplaatsen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' als bedoeld in artikel 35.6, indien wordt aangetoond dat het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden niet verslechtert.