4.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf is toegestaan in de vorm van een glastuinbouwbedrijf;
-
b. één bedrijfswoning dan wel het bestaande grotere aantal bedrijfswoningen, waarbij inwoning is toegestaan;
-
c. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke waarden en/of natuurwaarden, zich uitende in:
-
1. bos, houtwallen, struwelen, weg- en erfbeplanting;
-
2. hoogteverschillen en bodemreliëf;
-
3. openheid en doorzichten;
-
4. rust;
-
5. onverharde wegen;
-
6. waterhuishoudkundige situatie;
-
d. het houden van dieren, uitsluitend op de begane grondvloer;
-
e. hobbymatig agrarisch gebruik buiten het bouwvlak;
-
f. aan huis verbonden beroepen dan wel consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de bedrijfswoning mag worden ingericht ten dienste van het aan huis verbonden beroep dan wel de consumentverzorgende bedrijfsactiviteit, waarbij geldt dat maximaal 40% van de oppervlakte van de bestaande gebouwen hiervoor mag worden benut;
-
g. detailhandel in streekeigen geproduceerde (agrarische) producten, met dien verstande dat de oppervlakte ten behoeve van detailhandel maximaal 25 m2 mag bedragen;
-
h. de bestaande paardenbakken;
-
i. extensieve dagrecreatie met bijbehorende wegen en paden;
-
j. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder teeltondersteunende voorzieningen, ruiter-, fiets- en wandelpaden, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven.
4.2 bouwregels
4.2.1
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. gebouwd binnen het bouwvlak;
-
b. goothoogte van bedrijfsgebouwen maximaal 6 m;
-
c. bouwhoogte van bedrijfsgebouwen maximaal 12 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van kassen maximaal 6 m mag bedragen;
-
d. afstand tussen kassen en niet-agrarische bebouwing minimaal 50 m;
-
e. goothoogte van bedrijfswoning maximaal 4,5 m;
-
f. bouwhoogte van bedrijfswoning maximaal 10 m;
-
g. inhoud bedrijfswoning maximaal 600 m3.
4.2.2
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. gebouwd binnen het bouwvlak;
-
b. gezamenlijke oppervlakte maximaal 75 m2 per woning;
-
c. goothoogte maximaal 3 m;
-
d. bouwhoogte maximaal 5,5 m.
4.2.3
Teeltondersteunende voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf zijn binnen en buiten het bouwvlak toegestaan;
-
b. lage permanente teeltondersteunende voorzieningen teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met een maximale oppervlakte van 1.000 m2;
-
c. hoge permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met een maximale oppervlakte van 500 m2.
4.2.4
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. gebouwd binnen het bouwvlak;
-
b. oppervlakte van hooibergen bedraagt maximaal 36 m2;
-
c. de goothoogte van mestsilo's en hooibergen bedraagt maximaal 4 m respectievelijk 6 m;
-
d. de bouwhoogte bedraagt maximaal voor:
-
1. mestsilo's 8 m;
-
2. overige silo's 12 m;
-
3. hooibergen 9 m;
-
4. waterbassins 3 m;
-
5. erfafscheidingen 3 m;
-
6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6 m;
-
7. afrasteringen ten behoeve van agrarische activiteiten 1,5 m;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder a zijn buiten het bouwvlak bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m.
4.4 afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 recreatieve nevenactiviteiten
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van bij het agrarische bedrijf behorende en daaraan ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van:
-
a. bed & breakfastvoorzieningen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
-
1. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
2. maximaal 350 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt;
-
3. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
4. aangetoond is dat een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord is;
-
5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
6. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
-
b. kleinschalig kamperen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
-
1. binnen de gehele bestemming zijn maximaal 5 kleinschalige kampeerterreinen toegestaan;
-
2. sanitaire voorzieningen zijn toegestaan binnen de bestaande bebouwing met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 30 m2;
-
3. mocht het redelijkerwijs niet mogelijk zijn om de sanitaire voorzieningen binnen de bestaande bebouwing op te richten dan is nieuwbouw toegestaan binnen het bouwvlak met een maximale oppervlakte van 30 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m;
-
4. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
5. de afstand tussen het kleinschalig kampeerterrein en het meest nabijgelegen bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' bedraagt minimaal 50 m;
-
6. aangetoond is dat een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord is;
-
7. de afstand tussen het kleinschalig kampeerterrein en de woning van de initiatiefnemer bedraagt maximaal 50 m;
-
8. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het bouwvlak in de omgeving;
-
9. buiten de periode van 1 maart tot en met 31 oktober mogen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn;
-
10. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
11. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
-
c. recreatiewoningen en recreatieappartementen, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
-
1. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
2. maximaal 350 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt;
-
3. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
4. permanente bewoning van recreatiewoningen en recreatieappartementen is niet toegestaan;
-
5. aangetoond is dat een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord is;
-
6. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
7. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
-
d. groepsaccommodaties, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
-
1. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
2. maximaal 350 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt;
-
3. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
4. aangetoond is dat een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord is;
-
5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
6. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4.2 detailhandel in eigen vervaardigde en/of voortgebrachte producten en/of streekeigen geproduceerde (agrarische) producten
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 onder g voor detailhandel in eigen vervaardigde en/of voortgebrachte producten en/of streekeigen geproduceerde (agrarische) producten met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de nevenactiviteiten dienen te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
b. maximaal 350 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt;
-
c. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
d. er mag geen onevenredige toename plaatsvinden van de verkeersaantrekkende werking;
-
e. buitenopslag is niet toegestaan;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4.3 overige nevenactiviteiten
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 2, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de nevenactiviteiten dienen te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
b. maximaal 350 m2 van de vloeroppervlakte van de bebouwing mag hiervoor worden gebruikt;
-
c. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
d. er mag geen onevenredige toename plaatsvinden van de verkeersaantrekkende werking;
-
e. buitenopslag is niet toegestaan;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.4.4 stapeling
Bij een combinatie van twee of meer van de nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 4.4.1, artikel 4.4.2 en artikel 4.4.3 geldt de hoogste toegestane oppervlakte als het totale toegestane maximum.
4.4.5 mantelzorg
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van mantelzorg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. er is aantoonbaar sprake van een tijdelijke zorgbehoefte;
-
b. de afhankelijke woonruimte mag maximaal 75 m2 bedragen;
-
c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende woningen.
4.4.6 paardenbakken
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van paardenbakken met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. gerealiseerd binnen het bouwvlak dan wel aansluitend aan het bouwvlak of aansluitend aan de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
-
1. ter plaatse van de aanduidingen 'EHS Natuur', 'EHS Verweving' en 'EHS Verbinding' aansluitend aan het bouwvlak niet is toegestaan;
-
2. de afstand tussen de paardenbak en de perceelsgrens van de aangrenzende woning van derden minimaal 50 m bedraagt;
-
b. de oppervlakte bedraagt maximaal 1.500 m2;
-
c. lichtmasten zijn niet toegestaan;
-
d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het verwijderen, rooien en/of kappen van houtwallen en/of houtsingels;
-
b. afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden;
-
c. aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van watergangen;
-
d. aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
-
e. aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en oppervlakteverhardingen.
4.5.2
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 4.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurwaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
4.5.3
De omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 4.5.1 onder b tot en met e wordt pas verleend nadat advies is gevraagd aan de waterbeheerder.
4.5.4
Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 4.5.1 is nodig voor:
-
a. werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
-
b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
-
c. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die worden uitgevoerd binnen het bouwvlak.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 wijzigen vorm en/of vergroten van het bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van het bouwvlak en/of het vergroten van de oppervlakte van het bouwvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de wijziging en/of vergroting is noodzakelijk in het kader van een doelmatige uitoefening van het agrarisch bedrijf;
-
b. het bouwvlak krijgt hierdoor geen groter aaneengesloten oppervlak dan 2 ha;
-
c. er blijft een compact bouwvlak bestaan;
-
d. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het bouwvlak in de omgeving;
-
e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.6.2 gezamenlijke mestopslag
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het bouwen van een gezamenlijke mestopslag buiten het bouwvlak met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. de gezamenlijke mestopslag is noodzakelijk in het kader van een doelmatige uitoefening van het agrarisch bedrijf;
-
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 m;
-
c. de inhoud van de gezamenlijke mestopslag bedraagt maximaal 2.500 m3;
-
d. de gezamenlijk mestopslag wordt gesitueerd binnen een straal van 50 m van een agrarisch bouwvlak;
-
e. uit een landschapsplan blijkt de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het bouwvlak in de omgeving;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
4.6.3 nevenactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van nevenactiviteiten met een grotere oppervlakte dan 350 m2 met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
a. het betreft de vestiging van een bedrijf als opgenomen in de categorieën 1 en 2 van de in bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf dat voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 en 2;
-
b. de nevenactiviteiten dienen te worden uitgeoefend in de bestaande bebouwing en hiervoor mag geen nieuwbouw plaatsvinden;
-
c. voorzien dient te worden in voldoende parkeerruimte op eigen erf;
-
d. er mag geen onevenredige toename plaatsvinden van de verkeersaantrekkende werking;
-
e. buitenopslag is niet toegestaan;
-
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
-
g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.