direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
vastgesteld
NL.IMRO.0299.POV00DOESBWEG22A-VA01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Vigerend bestemmingsplan

Op de planlocatie is het beleid uit het bestemmingsplan "Buitengebied 2000 Zevenaar" van gemeente Zevenaar, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 oktober 2001, onverkort van toepassing. Tevens is het bestemmingsplan "Archeologie", vastgesteld door de gemeenteraad 31 maart 2010, van toepassing. Het bestemmingsplan "Archeologie" is voornamelijk van toepassing op archeologische waarden van het gebied en is verder behandeld in de paragraaf "Archeologie" (paragraaf 4.4.1).

Zoals te zien in de volgende figuur is de planlocatie aan de Doesburgseweg 22a te Zevenaar gelegen in een gebied met de bestemming 'Agrarisch gebied' en de dubbelbestemming 'Zone t.b.v. gasbehandelings-/compressiestations'. Tevens zijn op de planlocatie de aanduidingen 'Agrarisch Bouwperceel' en 'Niet-grondgebonden agrarisch bedrijf' van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0299.POV00DOESBWEG22A-VA01_0011.jpg"
Uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan.
Bron: Gemeente Zevenaar.

In onderhavige situatie is sprake van vergroting van een agrarisch bouwvlak ten behoeve van het uitbreiden van een niet-grondgebonden bedrijf. De voorgenomen ontwikkeling is in strijd met de regels zoals gesteld in het bestemmingsplan "Buitengebied 2000 Zevenaar". Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken is het noodzakelijk een omgevingsvergunning aan te vragen voor het handelen in strijd met de regels uit het bestemmingsplan (afwijkingsvergunning of projectomgevingsvergunning). Voorliggend document dient als ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning conform artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

3.3.2 Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2012

Gemeente Zevenaar streeft naar een goede ruimtelijke kwaliteit binnen de gemeente. Een goede ruimtelijke kwaliteit levert namelijk een bijdrage aan de leefbaarheid, de duurzaamheid en de culturele betekenis van een gebied. Het versterkt de ‘eigenheid’ (of identiteit) van een plek of een gemeente. Een aantrekkelijke, goed verzorgde omgeving verhoogt bovendien de waarde van het onroerend goed en versterkt het vestigingsklimaat. Mensen zijn graag in gebieden met een goede ruimtelijke kwaliteit.

Ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit heeft de gemeente een nieuwe welstandsnota opgesteld. Deze welstandsnota zal echter geen 'welstandsnota' meer heten, maar heeft de naam 'Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2012' gekregen. De reden hiervoor is dat er een verbreding heeft plaatsgevonden van de welstandszorg, waarbij er meer een relatie is gelegd met de beleidsterreinen Ruimtelijke Ordening en Landschapsbeheer.

Met de Nota Ruimtelijke Kwaliteit wordt mede beoogd inzicht te geven in de beoordelingsaspecten die de commissie bij de beoordeling van een aan haar voor advies voorgelegd plan zal hanteren. Hierbij zijn de uitgangspunten:

  • 1. het beleid moet optimaal klantvriendelijk zijn en maatschappelijk draagvlak hebben. Het beleid moet uit te leggen zijn en de uitvoering ervan moet openbaar en controleerbaar zijn;
  • 2. de nota moet verweven zijn met andere beleidsnota's zoals beeldkwaliteitplannen en bestemmingsplannen;
  • 3. de regels moeten overzichtelijk zijn en er dient sprake te zijn van maatwerk per gebied, afhankelijk van het ambitieniveau. De regels moeten ten minste de ondergrens waarborgen en de planindieners in een vroeg stadium aan het denken zetten over kwaliteit;
  • 4. het beleid moet stimulerend, ontwikkelingsgericht en dynamisch zijn.

De in de nota neergelegde criteria zijn geen algemeen verbindende voorschriften, maar beleidsregels als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Als beleidsregels vormen zij het kader waarbinnen het bevoegd gezag het welstandstoezicht moet uitoefenen. Afwijking van deze beleidsregels is mogelijk, mits deugdelijk gemotiveerd. De nota Ruimtelijke kwaliteit bevat dus het toetsingskader voor de beoordeling van plannen aan redelijke eisen van welstand. Daarnaast kunnen de in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit opgenomen criteria een basis zijn voor de toetsing aan redelijke eisen van welstand in geval van een exces bij een vergunningvrij bouwwerk.

Het grondgebied van de gemeente is opgedeeld in verschillende beoordelingsniveaus ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit (welstand). Zoals te zien in de volgende figuur is de planlocatie gelegen in een gebied met een reguliere bescherming ten aanzien van welstand.

afbeelding "i_NL.IMRO.0299.POV00DOESBWEG22A-VA01_0012.jpg"

Kaart welstandsniveaus.
Bron: Gemeente Zevenaar.

Ten aanzien van gebieden met een regulier welstandsniveau wordt het volgende gesteld:

" 2. Gebieden met een regulier welstandsniveau
Hieronder vallen gebieden, die vanuit het perspectief van de gehele gemeente geen zware toetsing nodig hebben, maar waar wel aanleiding is om alert te blijven op de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. In deze gebieden dient de basiskwaliteit gehandhaafd te worden, voor zover deze niet grenzen aan belangrijke wegen of openbare ruimtes."

In de reguliere welstandsniveaus zijn de volgende beoordelingsaspecten van belang:

  • relatie met de omgeving (ligging);
  • bouwmassa;
  • materialen en kleurgebruik (toetsing op hoofdlijnen).

Dit vertaalt zich concreet in beoordeling op de volgende onderdelen:

  • plaatsing op kavel;
  • oriëntatie en ontsluiting;
  • hoofdmassa;
  • compositie en uitstraling van de bouwmassa’s;
  • materiaal- en kleurgebruik van de hoofdvlakken.

Verder zijn per deelgebied enkele criteria opgenomen. De planlocatie is gelegen in het deelgebied "Komgebied (BU05)".

Het komgebied is open en bestaat voornamelijk uit grasland. Vanuit het gebied is zicht mogelijk op de stuwwal van Rheden. Kenmerkend voor het komgebied zijn de rechte wegen, sloten en weteringen. Kavels zijn over het algemeen groot en rechthoekig. De beplantingselementen bestaan uit erfbeplanting en langs wegen laanbeplanting met essen, populieren en wilgen of struiken (sleedoorn, meidoorn).

Binnen de komgebieden wordt gestreefd naar handhaving en versterking van de openheid van het landschap. Daarnaast wordt het behoud van de oorspronkelijke agrarische bebouwing nagestreefd.

Binnen het komgebied zijn de volgende criteria van belang:

Ligging:

  • de situering van de bebouwing is afgestemd op de kavelrichting; gebouwen en andere bouwwerken zijn op het erf geconcentreerd, zodat de open ruimte behouden blijft;
  • de bebouwing ligt aan de weg met de woning direct aan de straat en de bedrijfsbebouwing erachter;
  • bijzondere bouwwerken (zoals silo’s en windmolens) kunnen door hun situering een meer in het oog springende rol krijgen.

Massa:

  • de hoofdvorm is helder en eenvoudig en blijft ook na aanpassingen duidelijk herkenbaar;
  • de bebouwing is individueel en afwisselend (gevarieerd beeld);
  • het onderscheid tussen het woon- en bedrijfsgedeelte wordt benadrukt door hoogteverschil in de massaopbouw, vormgeving, verschil in materiaal- en kleurgebruik en openheid;
  • bebouwing (maat, architectuur, materiaal en kleur) en beplanting zijn op elkaar en op het omringende landschap afgestemd;
  • de bebouwing bestaat bij voorkeur uit 1 laag met een kap; 2 lagen met een kap is bij uitzondering toegestaan; platte daken zijn niet gewenst.

Materialen en kleuren:

  • toepassing van gebiedseigen kleuren met frisse accenten;
  • interpretatie van de gebiedseigen architectuur met eigentijdse materialen;
  • de bebouwing (en de bouwwerken) dient het landelijk karakter te ondersteunen (niet industrieel);
  • de functie is afleesbaar.

Bij de bouw van de nieuwe stal zullen de gestelde criteria in acht worden genomen. De criteria zijn eveneens in acht genomen bij het opstellen van het inrichtingsplan.

Het voorliggend plan is reeds in vooroverleg met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (welstandscommissie) behandeld. Zij hebben aangegeven akkoord te zijn met de plannen.

3.3.3 Conclusie

De voorgenomen ontwikkeling is in strijd met de bepalingen uit het vigerende bestemmingsplan. Om de voorgenomen ontwikkeling alsnog mogelijk te maken dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd voor het handelen in strijd met de regels uit het bestemmingsplan. Voorliggend document dient als ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag van de omgevingsvergunning conform artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Vanuit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit (welstandsnota) van gemeente Zevenaar is op de planlocatie een regulier welstandsniveau van toepassing. In dit welstandsniveua zijn criteria opgenomen waaraan bij een nieuwe ontwikkeling dient te worden voldaan. Bij de plannen van de initiatiefnemer zal aan de criteria worden voldaan. In overleg met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (welstandscommissie) is aangegeven dat de plannen voor wat betreft welstand akkoord zijn.

Hiermee kan worden gesteld dat ten aanzien van het gemeentelijk beleid geen belemmeringen te verwachten zijn.