Plan: | Landgoed Klarenbeek 2019 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20265-VS00 |
het bestemmingsplan Landgoed Klarenbeek 2019 van de gemeente Voorst;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0285.20265-VS00 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het door de bewoner(s) verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, niet zijnde detailhandel uitgezonderd verkoop via internet, die in een woning en/of overige gebouwen worden of wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling hebben of heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Onder een aan-huis-verbonden bedrijf wordt verstaan een bedrijf dat is opgenomen in categorie 1 van de bij dit plan behorende standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten;
een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, niet zijnde detailhandel uitgezonderd verkoop via internet, dat door de bewoner(s) in een woning en/of overige gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
agrarisch beheer met inachtneming van het behouden van natuur- en landschapswaarden, zoals weidevogelbeheer, randenbeheer, slootkantenbeheer en dergelijke;
bedrijfsuitoefening waarbij het werk geheel of grotendeels met de hand wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld timmerwerk, meubelmaken, schoenmaken, pottenbakken, zilversmeden e.d.) en veelal van beperkte omvang met eventueel als nevenactiviteit ondergeschikte detailhandel in ter plaatse be- en verwerkte goederen;
bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijk deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, die uitsluitend wordt uitgevoerd door de bewoner(s) van de (bedrijfs)woning en waarbij de bed & breakfast over maximaal twee van de drie essentiële woonvoorzieningen, te weten douche/bad, wc en keuken(blok), beschikt en met dien verstande dat de (bedrijfs)woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
de constructieve vloer, met een maximum van 15 cm dikte waarbij isolatie niet meegerekend wordt;
1. met betrekking tot bebouwing:
de bebouwing als aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het plan, voor zover niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, en bebouwing waarvoor ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds een bouwvergunning c.q. omgevingsvergunning was verleend;
2. met betrekking tot gebruik:
het gebruik ten tijde van inwerkingtreding van het plan, voor zover niet in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
ander bouwwerk;
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op vermaak en ontspanning op het gebied van cultuur, zoals een atelier, creativiteitscentrum, theater, museum, galerie, trouwlocatie alsmede ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
de waarden die een gebied ontleent aan zijn door vroegere cultuur-, bodembewerkings- of levenspatronen ontstane verschijningsvorm of eigenschappen, of in of op de bodem voorkomende overblijfselen van die patronen;
activiteiten gericht op ontspanning in de vrije tijd zoals sport en spel, natuurbeleving, amusement en uitstapjes, die uitsluitend plaatsvinden binnen een tijdsbestek van een dag, zonder overnachting en waartoe tevens kleinschalige horeca-activiteiten worden gerekend;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de opslag, de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie;
de waarden die een gebied ontleent aan zijn visueel waarneembare verschijningsvorm, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
langdurige zorg die buiten organisatorisch verband wordt geboden aan een ieder die op fysiek, psychisch en/of verstandelijk vlak hulpbehoevend is en waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie;
de omgeving van een molen gelegen binnen een straal van 400 m, gerekend vanaf het middelpunt van de molen;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna;
het onderhoud of gebruik dat, gelet op de bestemming, noodzakelijk is voor een goed beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
gebouwen: al dan niet vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen;
een bouwwerk met maximaal twee wanden, al dan niet behorende tot de eigen constructie, dat strekt tot beschutting. Onder een overkapping wordt ook een carport of veranda verstaan;
niet-overdekte rijbaan voorzien van niet natuurlijk bodemmateriaal en/of voorzien van hekwerk ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden;
activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben;
extensieve vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte;
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt;
de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt;
zie (bedrijfs)woning;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de overstekenende delen niet meer dan 0,7 m bedraagt.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Hierbij geldt voor een hellend pannendak of rietendak de onderkant van de panlatten of rietlatten als meetlijn.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens het Bouwbesluit.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Andere bouwwerken zijn niet toegestaan, met uitzondering van terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1 m.
Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de agrarische, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden en/of aangrenzende natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 en toestaan dat:
onder de voorwaarde dat aangetoond wordt dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische invulling met daarbij bijzondere aandacht voor de situering, vormgeving en maatvoering van de gebouwen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor “Bedrijf-Nutsvoorziening” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Andere bouwwerken zijn niet toegestaan.
Voor het (gedeeltelijk) slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een omgevingsvergunning vereist.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Het bepaalde in lid 5.3.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend terreinafscheidingen tot een hoogte van 1 m toegestaan.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de bosbouwkundige, landschappelijke en/of natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 en toestaan dat:
onder de voorwaarde dat aangetoond wordt dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische invulling met daarbij bijzondere aandacht voor de situering, vormgeving en maatvoering van de gebouwen.
De voor 'Groen-Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 en toestaan dat:
onder de voorwaarde dat aangetoond wordt dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische invulling met daarbij bijzondere aandacht voor de situering, vormgeving en maatvoering van de gebouwen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Groen-Park' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 8.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke en/of natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 en toestaan dat:
onder de voorwaarde dat aangetoond wordt dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische invulling met daarbij bijzondere aandacht voor de situering, vormgeving en maatvoering van de gebouwen.
Voor het (gedeeltelijk) slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een omgevingsvergunning vereist.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Het bepaalde in lid 9.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend terreinafscheidingen tot een hoogte van 1 m toegestaan.
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 10.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig wordt of kan worden verkleind.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel dan wel vermeerdering van het aantal rijstroken voorziet.
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 14.2.1 a, d, e en f onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Voor het (gedeeltelijk) slopen van bouwwerken is ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een omgevingsvergunning vereist.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Het bepaalde in lid 14.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die:
De voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde:
onder de voorwaarde dat aangetoond wordt dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische invulling met daarbij bijzondere aandacht voor de situering, vormgeving en maatvoering van de gebouwen.
2. binnen 1 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de eerste woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder A2, G en I zijn aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 1) en 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' (bijlage 3);
3. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de eerste woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Kopermolenweg" (bijlage 3) voor wat betreft het nieuwe bos rond de locatie Boskavel Noord;
4. binnen 3 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de tweede woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder M zijn aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 1) en de aanleg en instandhouding van de overige GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Kopermolenweg" (bijlage 3) zijnde de extensivering van het zuidelijke veld;
5. binnen 1 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de derde woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Hulsbosch), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder A1, N en O van het 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 4) en van de GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Hulsbosch" (bijlage 3);
2. binnen 1 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de eerste woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder A2, G en I zijn aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 1) en 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' (bijlage 3);
3. binnen 2 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de eerste woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Kopermolenweg" (bijlage 3) voor wat betreft het nieuwe bos rond de locatie Boskavel Noord;
4. binnen 3 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de tweede woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Boskavels), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder M zijn aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 1) en de aanleg en instandhouding van de overige GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Kopermolenweg" (bijlage 3) zijnde de extensivering van het zuidelijke veld;5. binnen 1 jaar na afgifte van de omgevingsvergunning bouwen voor de derde woning binnen de gronden met deze aanduiding (locatie Hulsbosch), uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de maatregelen die onder A1, N en O van het 'Uitvoeringsplan november 2018' (bijlage 4) en van de GO-compensatie die is aangegeven in het bij deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan nieuwe tijdslaag' onder kopje "Hulsbosch" (bijlage 3);
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 16.2.1 onder b ten behoeve van de huisvesting van meerdere huishoudens (appartementen) in het landhuis, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen ter behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de uiterlijke verschijningsvorm van het landhuis, de bestemming Wonen - Landhuis wijzigen ten behoeve van sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, maatschappelijke functies, horeca tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 6) en/of kantoren, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 30 m², en dieper dan 30 cm beneden het maaiveld, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 17.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 17.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 17.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m², en dieper dan 30 cm beneden het maaiveld, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 18.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 18.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 1.000 m², en dieper dan 30 cm beneden het maaiveld, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 19.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 19.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 2.500 m², en dieper dan 30 cm beneden het maaiveld, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 20.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 5 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 20.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 20.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Ecologie - GNN' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
De voor 'Waarde - Ecologie - GO' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud en een samenhangend beheer van landgoederen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, indien en voorzover het een landgoed betreft als bedoeld in artikel 1 onder a van de Natuurschoonwet 1928, de binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Landgoed' voorkomende bestemmingen onderling te wijzigen met dien verstande dat de rangschikking als bedoeld in het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 niet wordt aangetast.
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van een wijziging als bedoeld in 23.2.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
met dien verstande dat deze waarden, functies en/of belangen niet onevenredig worden geschaad.
De voor 'Waarde - Landchap' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor instandhouding en ontwikkeling van landschappelijke waarden waarbij deze gronden niet mogen worden ingericht ten dienste van de nabij gelegen woning.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bouwen van paardenbakken is niet toegestaan.
Voor een (deel van) een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden.
Algehele herbouw van (bedrijfs)woningen mag uitsluitend plaatsvinden ter plaatse van bestaande funderingen waarbij het vervangen van de bestaande funderingen is toegestaan.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.1.1 onder a, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig het ten aanzien van de bestemmingen bepaalde, mits de windvangzone van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 5) te wijzigen voor wat betreft de categorie-indeling van bedrijven, indien en voor zover ten gevolge van technische en/of milieuhygiënische ontwikkelingen de milieubelasting van de desbetreffende typen bedrijven wijzigt.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan 'Landgoed Klarenbeek 2019'.
Categorie 1 'Lichte horeca'
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slecht beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
1b. Overige lichte horeca
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
Categorie 2 'middelzware horeca'
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
Categorie 3 'Zware horeca'
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: